Wat als de school dyslexie bij je kind vermoedt?

Juf Shelby

Maak je je al een paar jaar zorgen over het leesproces van je kind en krijg je nu ook van school signalen van verdenkingen van dyslexie? In dit blog vertel ik je alles over het proces van vermoedens tot aan een dyslexie onderzoek, maar ook hoe je je kind hierbij tussentijds kunt ondersteunen. Soms is het een ingewikkelde procedure die helaas ook enkele maanden duurt.

Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

Vroeger moest je als ouder zelf de kosten voor een dyslexieonderzoek betalen. Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de dyslexiezorg. Maar om in aanmerking te komen moet er aan een heel aantal eisen en voldoende dossieropbouw zijn voldaan. Dit wordt door ouders vaak ervaren als een lang en intensief proces. Wat is dyslexie precies? Hoe wordt het vastgesteld en wat kun je in de tussentijd doen? Je leest het hieronder!

Wat is Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)?

Alleen kinderen met vermoedens van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) komen in aanmerking voor vergoede dyslexiezorg. Met ‘Ernstig’ wordt een grote en hardnekkige achterstand op lezen en/of spelling bedoeld. Kinderen met een ‘gewone’ leesachterstand of spellingprobleem gaan vaak wél in hun resultaten vooruit na een periode van intensief oefenen. Als er sprake is van EED is dit meestal niet het geval. De achterstand is dan zeer hardnekkig. Ondanks veel extra oefening gaat je kind niet beter of sneller lezen. ‘Enkelvoudig’ betekent dat het kind – naast dyslexie – geen andere taal- of leerstoornissen of een GGZ-stoornis heeft.

Om gemeentes hierin te ondersteunen zijn er dyslexieteams aangesteld die de functie van ‘poortwachter van de zorg’ uitvoeren. Daarbij checkt een team van dyslexiespecialisten en pedagogen of het leerlingdossier van school aangeleverd is volgens de richtlijnen van het Masterplan Dyslexie. De procedure kan per regio verschillen en is op te vragen bij je gemeente.

Het proces van signaal naar onderzoek

Om in aanmerking te komen voor een vergoed onderzoek moet de school de hardnekkigheid aantonen. Hierbij moet in toetsscores en handelingsplannen zichtbaar zijn dat je kind ondanks zeer intensieve leeshulp onvoldoende vooruitgang heeft geboekt tussen 3 vaste toetsmomenten. Als je kind twee keer een onvoldoende (E-V) score op de Cito DMT (drie-minuut-test om woordjes te lezen) heeft behaald, kan de school intensieve leesbegeleiding inzetten. Deze intensieve hulp moet meestal minimaal twee keer 10 tot 12 weken ingezet zijn. Hierdoor ben je soms zo een half schooljaar verder tussen signalering en diagnose. Vaak verloopt het proces als volgt:

Midden groep 3, de eerste problemen worden zichtbaar

Je kind behaalt de eerste onvoldoende E-V score op de leestoets (bijv. de DMT) en de leerkracht gaat extra oefenen in de klas. Je kind krijgt extra leestijd, extra instructie en inoefening.

Eind groep 3, ondanks extra instructie is er weinig vooruitgang

Indien je kind voor de tweede keer een E-V score behaald op de DMT is dit vaak het moment waarop scholen de extra intensieve leesondersteuning gaan inzetten. Dit is minimaal 60 minuten per week intensief leesonderwijs door een leesspecialist in een klein groepje van maximaal 3 leerlingen (vaak buiten de klas). Daarbij wordt er meestal met methodes zoals Connect lezen, Ralfi lezen of ‘herhaald lezen’ intensief geoefend. Deze hulp moet vastgelegd worden in handelingsplannen waarin tussentijds en aan het einde geëvalueerd wordt welke vooruitgang kinderen maken, welke fouten ze maken en welke oefenmethodes zijn ingezet.

Midden groep 4 of groep 5, na intensieve leesbegeleiding is er weinig vooruitgang

Als er na twee keer 10 tot 12 weken intensieve leesbegeleiding op de DMT-toets in groep 4 of groep 5 wederom een E-V score wordt behaald, dan kan het dossier ingebracht worden. Het externe dyslexieteam bekijkt het dossier en geeft een goedkeuring af als het dossier aan de eisen voor een vermoeden van EED voldoet. Door de lange tijd van intensief oefenen duurt het soms zelfs tot groep 5 of 6 voor er een officiële diagnose is. Het proces kan langer duren als je kind pas vanaf groep 4 uitvalt op de toetsen, want er dienen wel eerst drie opeenvolgende onvoldoende scores behaald te zijn. In mijn blog over een dyslexieonderzoek via de gemeente lees je alles over de vergoedingsprocedure.

Erfelijkheid

Heeft er iemand in jullie familie dyslexie of een opa of oma die ook leesproblemen heeft gehad (ondanks dat er wellicht vroeger geen officiële diagnose is gesteld)? Dan is het altijd goed om dit kenbaar te maken op school. In de meeste gevallen zal de IB-er hier ook naar vragen. Dit is namelijk ook één van de criteria die het dyslexieteam meeneemt in de beoordeling. En dit kan soms ook helpend zijn als er nét geen E-score maar een lage D-score is behaald.

Wat kun je in de tussentijd doen?

De leerkracht brengt je op de hoogte als je kind gaat deelnemen aan de intensieve leesbegeleiding. Overleg met de leerkracht of je ook thuis teksten kunt herhalen of iets extra kunt oefenen. Sommige oefenprogramma’s van school hebben ook een koppeling voor thuis. Toch kan het voor jou als ouder voelen dat deze procedure erg lang duurt.

Afwachten…

Als ouder ben jij de expert van je kind en wellicht heb je al heel lang een sterk gevoel dat jouw kind dyslexie heeft. Misschien heb je zelf ook dyslexie en herken je veel van de leesproblemen van je kind. Dan kan dit hele proces erg langzaam voelen. Toch is het niet voor niets dat er eerst intensief geoefend dient te worden. Dyslexie is pas zorgvuldig vast te stellen als kinderen eerst de fases van het ‘leren lezen’ doorlopen (en dat leren ze in groep 3 en 4). Bovendien werden er jaren geleden heel wat ‘verkeerde’ dyslexieverklaringen afgegeven, waardoor er nu een veel strengere controle op is.

Leesplezier stimuleren

Je kind heeft inmiddels al meerdere jaren moeite met lezen en zal dit zelf ook steeds meer gaan beseffen. Veel kinderen bouwen hierdoor steeds meer afkeer tegen het lezen op. Ga dus vooral investeren in plezier in het lezen. Liever dagelijks een Donald Duck met veel plezier lezen, dan met veel strijd een boek dat je kind niet aanspreekt. Lees ook mijn blog met leuke tips voor meer leesplezier!

Pre-teachen voor meer zelfvertrouwen

Het is ook mogelijk om – in overleg met de leerkracht – lange teksten thuis voor te bereiden. Lees bijvoorbeeld teksten voor begrijpend lezen of taal alvast thuis samen hardop. Dit noem je pre-teachen. Hierdoor is de tekst al bekend bij je kind. Als in de klas het leestempo een beetje te hoog ligt, kan het helpen om de tekst al een beetje te kennen. Dit kan tijdens de les ook zorgen voor meer zelfvertrouwen voor je kind (hé dit verhaaltje ken ik al!). Daarnaast is het sowieso goed om een tekst herhaald te lezen om het begrip, maar ook de leestechniek te verbeteren.

Oefen op een leuke manier met quizzen en games

Om de periode tussen de eerste signalen en een mogelijke behandeltraject te overbruggen, zou je ook kunnen denken aan een digitaal oefenplatform, waarbij je kind op een leuke manier kan oefenen met spellen en lezen. Squla heeft TaalExtra ontwikkeld, een wetenschappelijk bewezen en leuke methode die kinderen helpt makkelijker en met meer zelfvertrouwen te leren lezen en spellen. TaalExtra is ontwikkeld door de game-ontwikkelaars van Squla en de orthopedagogen van RID en ZIEN in de Klas. Hierdoor is de methode niet alleen gebaseerd op de gespecialiseerde kennis uit de dyslexiepraktijken, maar vooral ook leuk door de quizzen en games van Squla.

Dyslexieaanpassingen afwachten

Als je kind een dyslexieverklaring heeft, mogen er aanpassingen gedaan worden bij toetsen. Bijvoorbeeld een voorgelezen of digitale toetsversie voor de Cito rekenen. Natuurlijk is het fijn voor kinderen als ze ‘ontlast’ worden bij het lezen van grote teksten, maar vergeet niet dat er ook mét dyslexie gelezen moet worden en dat in het basisonderwijs sowieso al niet met tijdsdruk gewerkt wordt. Aanpassingen bij LVS-toetsen worden pas gedaan na de dyslexieverklaring. Tot die tijd kun je wel met de leerkracht overleggen of sommige lange teksten in de gewone lessen voorgelezen kunnen worden of dat methode toetsen met veel tekst mondeling gemaakt kunnen worden. Zo kun je al wel kleine aanpassingen maken die prettig zijn voor je kind.

TIP: Luisterboeken of zelf voorlezen is erg leuk om het leesplezier te stimuleren en je kind te laten ervaren dat boeken ook ‘leuk’ kunnen zijn. Zo kan je kind genieten van het verhaal en wordt de fantasie geprikkeld zonder zich te moeten focussen op het technische aspect lezen.

Ontspanning

Krijgt je kind momenteel de intensieve leesbegeleiding op school? Leg dan thuis de nadruk niet te hard op het lezen. Je kind heeft al intensief geoefend onder schooltijd en na schooltijd mag er dan ook ruimte zijn voor ontspanning en lekker spelen. Mocht er na de intensieve leesbegeleiding een E-score komen zal je kind daarna waarschijnlijk starten met een dyslexiebehandeling, wat ook weer veel energie vraagt. Kortom blijf waakzaam voor overvraging en focus op plezier, dan zijn die twee keer 10 tot 12 weken zo voorbij.

Dit blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht en intern begeleider groep 5-8 in het basisonderwijs. Als intern begeleider is ze verantwoordelijk voor het opstellen van dyslexiedossiers voor de aanvraag van EED dyslexieonderzoeken.

11 tips van juf Shelby ter voorbereiding op de middelbare school

Juf Shelby

Het voelt nog als gisteren… aan jouw hand maakte je kind kennis met de juf van groep 1. Wat was dat spannend! De acht jaar zijn voorbij gevlogen en nu komt het afscheid van de basisschool in zicht. Een nieuwe fase: de middelbare school! Misschien nog wel spannender dan die eerste dag in groep 1. Want ondanks dat je kind je handje niet meer vast hoeft te houden, heeft hij jou als ouder stiekem echt nog wel nodig. In deze blog geef ik je 10 tips van bovenbouw leerkrachten ter voorbereiding op de middelbare school.

Tip 1: Start al vanaf groep 7 met oriënteren

Het is helemaal niet vreemd om al open dagen te gaan bezoeken als je kind nog in groep 7 zit. Hierdoor kunnen jullie je samen rustig oriënteren op de middelbare scholen in de omgeving. Ook zijn er op veel scholen mee-loop-dagen of doe-dagen waarbij je kind een dagje mee kan draaien op de school. Door de scholen te bezoeken krijgt je kind een realistisch beeld van de school.

Door samen ruim de tijd te nemen om scholen te bezoeken, help je je kind om een goed doordachte keuze te maken. Het is heel belangrijk dat je kind ook zelf achter de schoolkeuze staat.

Tip 2: De schoolroute fietsen

Ging je kind lopend naar de basisschool, dan is een eind fietsen of met het openbaar vervoer reizen een hele verandering. Bekijk samen de route naar de nieuwe school op Google Maps. Fiets samen een keer naar de nieuwe school of pak de bus of trein waarmee je kind naar school gaat. Het geeft je kind zelfvertrouwen als de route naar school al bekend is en dat maakt die eerste schooldag veel minder spannend.

Herinner jij je ook jouw eerste middelbare schooldag nog? Sommige details hiervan blijven je je hele leven bij, dus kun je nagaan hoeveel indruk zo’n eerste dag maakt!

Tip 3: Een huiswerkplek inrichten

Richt samen met je kind een fijne plek in om huiswerk te maken. Kijk samen met je kind waar het rustig is om te zitten en koop samen een bureau, een lekker zittende stoel en zorg voor bergruimte zoals boekenplankjes voor alle schoolspullen. Het is belangrijk dat de huiswerkplek een fijne, rustige plek is waar je kind zich goed kan concentreren.

Leer je kind hierbij al structuur en planning aan door bijvoorbeeld opbergmappen te kopen waar belangrijke papieren in kunnen. Een planbord of whiteboard om to-do-listjes of belangrijke memo’s op te hangen is ook handig! Leren ‘plannen’ zoals voor ons volwassenen automatisch gaat, is iets wat je puber straks echt nog verder moet ontwikkelen.

Tip 4: Schoolspullen kopen

Zoek samen met je kind leuke schoolspullen uit. Laat je kind kiezen wat hij/zij leuk vindt. De meeste middelbare scholen hebben een lijst met benodigdheden die geadviseerd worden zoals een rekenmachine, Geo-driehoek, snelhechters enzovoorts. En ga ook samen shoppen voor een leuke, hippe tas. Als je kind kleding en een tas draagt waarin hij/zij zich prettig voelt, dan zal hij/zij zich ook eerder zelfverzekerd voelen.

Tip 5: Helpen bij huiswerk

Ondanks dat er op de meeste basisscholen al huiswerk gegeven wordt, zal het voor je kind een hele omschakeling zijn naar het huiswerk op de middelbare school. In de eerste maanden kan het voor je kind heel prettig zijn om geholpen te worden bij de planning en het maken en leren van huiswerk. Het is verstandig om al vanaf de start mee te kijken en te helpen met plannen, dan te wachten totdat je kind vastloopt en zich nog onzekerder voelt als het na een paar weken toch wel heel lastig blijkt te zijn om al dat leerwerk en maakwerk goed in te plannen. Maar niet ieder kind vindt dit fijn.

Maak ook bespreekbaar wat het ‘nut’ is van bepaalde schoolvakken. Voor een puber lijken soms de dingen die ze moeten leren ‘onzin’ en ‘saai’, vertel welke kennis jij in je verder leven nodig had of in je werk. Dat motiveert!

Levert samen huiswerk maken bij jullie thuis telkens een hele strijd op? Informeer eens naar huiswerkbegeleiding. Veel scholen bieden dit in de brugklas aan. Maar er zijn ook particuliere RT praktijken die huiswerkbegeleiding aanbieden. En in de puberleeftijd is het misschien wel extra fijn om de ‘huiswerkdiscussie’ thuis uit de weg te gaan. Vreemde ogen kunnen nou eenmaal vaak iets meer dwingen…

Tip 6: Bekijk hoe de leerlingzorg geregeld is

Heeft jouw kind op de basisschool extra zorg nodig gehad? Informeer dan ook bij de middelbare school hoe de leerlingzorg daar geregeld is. Ook zijn er voor middelbare scholieren zorgarrangementen aan te vragen. Waar op de basisschool de Intern Begeleider (IB-er) de zorg regelt, wordt dat op een middelbare school meestal door een zorgcoördinator gedaan. Ook zijn er voor leerlingen met dyslexie soms speciale aanpassingen of vrijstellingen. En weet dat er altijd een overdracht plaats vindt tussen de basisschool en de middelbare school.

Tip 7: Een typecursus

Heeft je kind nog geen typecursus gevolgd? Dan is dat in groep 7 of 8 wellicht handig om te gaan doen. Zeker bij het maken van verslagen op de middelbare school en gebruik van laptops in de klas, scheelt het straks veel tijd als je kind blind kan typen.

Tip 8: Praat over de school

Bekijk samen de website van de school en praat over de middelbare school. Vertel bijvoorbeeld ook over je eigen (positieve) ervaringen. Bespreek ook de niet kloppende vooroordelen die vaak gezegd worden zoals ‘alle docenten zijn strenger dan op de basisschool’, ‘je krijgt meteen huiswerk’, ‘als brugger wordt je gepest’. Hierdoor kun je je kind gerust stellen.

Ook kan het helpen om te bespreken hoe je omgaat met negatieve opmerkingen, hoe je kennis maakt en nieuwe vrienden maakt en hier een beetje in te oefenen. Heeft je kind geen fijne basisschool tijd gehad, dan is de middelbare school extra spannend. Echter een nieuwe klas met kinderen die nog niets van hem/haar weten, is ook weer een nieuwe kans om een nieuwe indruk te maken.

Wennen kost tijd en bijna alle middelbare scholen hebben een speciaal introductieprogramma met kennismakingsactiviteiten en bouwen het huiswerk langzaam op. Dat is een hele geruststelling.

Tip 9: Leesboeken over de middelbare school

Er zijn diverse leesboeken voor bovenbouwleerlingen die gaan over de brugklas. Zoals:

  • Hoe overleef ik de brugklas? (2015), Francine Oomen
  • Naar de brugklas (2012), Caja Cazemier, Karel Eijkman
  • Survivalgids brugklas en puberteit (2018), Caja Cazemier
  • Schoolmania (2016) Ingrid van Essen, Kiki Mol
  • De survivalKID, middelbaar onderwijs, (2016) Luc Descamps
  • Het burgklasspel (een bordspel), Uitgeverij: Scala leuker leren

Tip 10: Uitgerust starten

De eerste periode op de middelbare school zal een intensieve periode zijn. Het is daarom belangrijk om je kind hier uitgerust aan te laten beginnen. Als je kind uitgerust is, kan hij/zij makkelijker omgaan met grote veranderingen en bijkomende spanningen.

Het is ook handig om in de eerste weken van de middelbare school vaker thuis te zijn als je kind uit school komt. Als je zoon of dochter vermoeid thuis komt is het fijn als er iemand is om even een praatje mee te maken, of je kind te helpen bij het leren, overhoren of een planning te maken. Ook zal het wennen in de eerste periode je kind veel energie kosten, dus blijf ook dan alert op voldoende rust.

Tip 11: Speel het vak brugklas op Squla

In het vak brugklas op Squla kan jouw kind zich voorbereiden op de middelbare school. Je kind maakt alvast kennis met nieuwe vakken. Het vak Brugklas bevat quizzen voor elk niveau! Van Engels tot Frans en van Wiskunde tot Biologie. Daarnaast krijgt je kind tips die handig zijn voor de brugklas. Zo gaat jouw kind goed voorbereid naar de middelbare school!

Klaar voor de brugklas!

Met deze tips zijn jij en je kind helemaal klaar voor de overstap naar de middelbare school!

Daarnaast hoef je er echt niet de hele groep 8 periode bij stil te staan. Laat het ook af en toe even rusten. Het volle programma van groep 8 met de doorstroomtoets, afscheidsmusical, schoolkamp en een afscheidsavond is ook een bijzondere periode om de basisschool af te sluiten. Niet alleen voor je kind, maar ook voor jou als ouder verandert er veel. Je kind wordt een stuk zelfstandiger. En ook daarbij zul je misschien als ouder een traantje wegpinken… kleintjes worden groot!

Dit blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht en Intern begeleider bovenbouw.

D en E scores op de LVS-toetsen, maar geen dyslexie. Wat nu?

Juf Shelby

‘Gelukkig’ geen diagnose dyslexie. Toch heeft jouw kind wel moeite met lezen of spelling… wat kun je dan doen? Vanuit mijn ervaring als leerkracht en intern begeleider van groep 5 t/m 8 geef ik je in dit blog een aantal praktische tips. (meer…)

Een vergoed dyslexie-onderzoek via de gemeente

Juf Shelby

Als intern begeleider op een basisschool ben ik verantwoordelijk voor de aanvraag van vergoed dyslexieonderzoek voor leerlingen. In dit artikel leg ik je uit hoe zo’n aanvraag verloopt. De procedure hieronder is gebaseerd op de handreikingen van het NKD (Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie, 2018) (meer…)

Hoe wordt dyslexie op basisscholen gesignaleerd?

Juf Shelby

Vanuit mijn functie als intern begeleider ben ik nauw betrokken bij de leesontwikkeling. In dit blog lees je wat er op school vanaf de kleuterklas tot een mogelijk dyslexieonderzoek gedaan wordt. Deze aanpak is gebaseerd de handreikingen voor EED voor scholen, opgesteld door het NKD (Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie) en het Expertisecentrum Nederlands. (meer…)

Dyslexie en nu? Aanpassingen in de klas

Juf Shelby

Jouw zoon/dochter heeft dyslexie, maar wat wordt er dan aangepast op school? Als bovenbouw leerkracht heb ik regelmatig leerlingen met dyslexie in de klas gehad en in dit artikel beschrijf ik diverse hulpmiddelen en aanpakken die toegepast kunnen worden op school. Uiteraard zijn onderstaande mogelijkheden per kind en school verschillend. Ieder kind heeft een eigen voorkeur en daarnaast verschilt ook de klassensituatie. (meer…)

Vriendschappen bij peuters en kleuters: hoe maakt je kind vriendjes?

Juf Shelby

Verdrietig kwam mijn dochter thuis van het kinderdagverblijf, een meisje wilde geen vriendinnetjes meer met haar zijn… Begint dat nu al? In de peuterfase gaat je kind voor het eerst zich meer richten op het contact met anderen en dat is best lastig! In deze blog vertel ik je hoe je je kind leert omgaan met vriendschappen sluiten in de leeftijdsfase van 3-5 jaar.

Emoties bij peuters en kleuters

Peuters en kleuters gaan in deze fase voor het eerst de emoties herkennen. Het ene kind is hier op deze leeftijd al verder in dan de ander. Dat zorgt soms ook sneller voor onbegrip tussen kinderen en daarom werkt het meestal nog beter om in tweetallen te spelen dan met meerdere kinderen tegelijk.

Peuters moeten nog leren om emoties te herkennen, benoemen, accepteren en op een gezonde manier te uiten. Zelf ben jij als ouder hierin een groot voorbeeld voor je kind. Je kunt je kind helpen door prentenboeken te lezen over emoties, maar ook een rollenspel met bijvoorbeeld handpoppen laat je kind zien dat emoties bij het leven horen. Alle emoties horen erbij. Het is niet alleen ‘goed’ als je blij bent, maar boos, verdrietig en bang horen ook bij het leven. Over het algemeen is het prettig om met iemand om te gaan die controle heeft over zijn gevoelens, dus voor de sociale positie van jouw kind is het leren omgaan met emoties zeker van belang.

Samen spelen voor peuters

Peuters zijn in deze leeftijdsfase nog niet echt in staat om zich in te leven in anderen, ze gaan er vanuit dat de ander net zo denkt als zichzelf. Ze zitten nog midden in de egocentrische ‘ik’ fase. Wel krijgen kinderen vanaf deze leeftijd een voorkeur voor bepaalde kinderen, hoewel dit van dag tot dag kan wisselen. Op deze leeftijd spelen kinderen ook nog vaak ‘naast’ elkaar in plaats van ‘met’ elkaar. En is delen nog een lastige vaardigheid.

Leren om op je beurt te wachten

Al snel roepen we als ouders ‘samen spelen samen delen’ als er ruzie ontstaat om dezelfde auto. Maar eigenlijk is dit best een lastige zin, je peuter weet nog niet eens wat het woord ‘delen’ inhoudelijk betekent. Help je kind door de situatie uit te leggen en te omschrijven wat je ziet gebeuren. ‘Ik zie dat jullie allebei met de auto willen spelen, eerst mag … en daarna mag … met de auto spelen. Dan spelen jullie om de beurt’. Vervolgens kun je je kind ook leren dit zelf te zeggen tegen de ander. ‘Eerst mag ik, en daarna mag jij’. Ook dit kun je oefenen met bijvoorbeeld handpoppen of knuffels die iets af willen pakken. Maar ook door thuis samen met je kind oefenen met samenwerken door hem niet altijd te laten winnen of zelf het grootste koekje te pakken.

Voorbeeldgedrag: speel tussenpersoon

Vindt jouw kind het spannend om op anderen af te stappen, soms wil het helpen om eerst als ouder het contact te leggen. Jouw voorbeeldgedrag leert je kind hoe je en praatje maakt met een ander en laat zien dat het ‘veilig’ is. Kinderen moeten nog leren hoe ze dit doen en hebben jou als volwassenen soms echt nog even nodig in het spel. Door mee te spelen ben je even de tussenpersoon die de kinderen leert hoe hier mee om te gaan. Dwing je kind niet, sommige kinderen hebben hier wat meer tijd voor nodig.

Slaan en anderen pijn doen

Peuters zijn vaak verbaal nog niet sterk genoeg om hun gevoelens en emoties te uiten. Maar als de frustratie hoog is dan moet het er toch uit, en dan gebeurt het vaak middels slaan, schoppen of bijten. Als je het niet kun vertellen, dan vertel je het met je lijf. Dit zie je vooral bij kinderen die verbaal nog niet zo sterk zijn. Benoem ook hier wat je ziet ‘Je bent echt boos hè, mama ziet het‘. Laat hardop horen hoe je de situatie oplost en geef voorbeeldzinnen. ‘Je auto werd afgepakt en dat is niet leuk’.

Gebruik voorbeeldtaal: Pakt iemand iets af? Zeg ‘Ik vind dit vervelend, wil je er mee stoppen?’. Veel methodes voor sociaal emotionele ontwikkeling zoals de Kanjertraining werken met het uitspelen van situaties om sociale vaardigheden aan te leren.

Erbij horen

Al sinds de oertijd zijn wij als mensen genoodzaakt om bij een groep te horen om te overleven. Dit instinct hebben we nog steeds waardoor je er graag bij wilt horen. De grootse angst voor veel ouders is dan ook dat hun kind gepest wordt en je hoopt dan ook dat je kind ‘erbij’ hoort. Schrik niet meteen als je kind zegt dat hij niet mee mag spelen. En het begrip pesten is voor peuters ook nog niet helder. Je kind weet al wel goed op deze leeftijd wie hij/zij leuk vindt en wie niet.

Niet iedereen hoeft je aardig te vinden

Niet iedereen is je type en dat hoort ook zo. Zelf vind je ook niet iedereen aardig toch? Komt je kind met negatieve verhalen over een ander kindje thuis; praat dit dan niet goed (‘maar … is ook lief hoor’). Erken het gevoel van je kind en luister zonder oordeel. ‘wat vervelend dat … jou sloeg, misschien moet … nog leren om samen te spelen en gaat het de volgende keer beter).

Komt je kindje verdrietig thuis dat iemand niet met hem wilde spelen? Maak je niet meteen zorgen dat je kind er niet bij hoort. Geef hem/haar het vertrouwen dat hij op een ander moment wel met iemand kan spelen. De manier van kijken naar anderen (vanuit wantrouwen of vertrouwen), maakt een verschil in wijze waarin kinderen sociale conflicten veroorzaken en denken op te lossen (Kanjertraining, 2022).

‘Kinderen die moeite hebben met sociale interacties, lopen een hoger risico om afgewezen te worden door leeftijdsgenoten’ (Vliek, 2015)

Mijn kind is verlegen

Is je kind nog wat terughoudend in het contact met anderen? Forceer dit niet, maar laat zelf voorbeeldgedrag zien en dat het niet eng is om tegen iemand vreemds iets te zeggen. Misschien herken je ook wel een beetje van het gedrag in jezelf?

Als je kinderen de tijd geeft, komt het vaak vanzelf.

Leg geen extra nadruk op verlegen zijn. Als je juist hardop benoemd waar je kind bij is dat hij/zij ‘verlegen’ is praat je het gedrag als het ware aan. Als jij vertrouwen uitspreekt dat je kind de tijd mag nemen om te ‘ontdooien’ dan komt het vanzelf. In de klas zie ik vaak kinderen die eerst wat timide zijn, maar zodra ze zich veilig en vertrouwd voelen groeien ze hier in. Spelenderwijs kun je wel oefenen met zelfvertrouwen:

  • Oefen met stevig staan, dit laat je kind zich zelfverzekerd voelen. Twee voeten op de grond, recht staan en zorgen dat je niet zomaar omvalt. Laat je kind inbeelden dat hij een stevige boom is met wortels in de grond. Door te oefenen met ‘zachte’ duwtjes te geven zonder dat je kind omvalt, leer je je kind om een zelfverzekerde houding aan te nemen.
  • Bereid je kind voor op nieuwe situaties, hierdoor weet je kind wat hij/zij kan verwachten en dat geeft vaak meer zelfvertrouwen.
  • Geef je kind vertrouwen door hem dingen zelf te laten doen. We zijn geneigd om na de babyfase soms nog te veel voor je kind te doen.

Mijn kind is dominant

Je kind komt misschien heel assertief en dominant over, maar ook hier schuilt vaak onzekerheid achter. Het is een manier van je kind om controle te houden over de situatie. Soms weten kinderen niet goed hoe ze het contact met anderen moeten maken en kiezen (onbewust) daarom voor een assertieve houding. Net als bij verlegen kinderen heeft je kind voorbeeldgedrag nodig en moet hij/zij net als iedere peuter oefenen in sociale vaardigheden.

  • Oefen met samenwerken, bedenk samen ideeën die je kunt spelen en kies om de beurt een activiteit die je kunt doen. De ene keer kiest je kind, de andere keer kies jij.
  • Besef je dat deze bazige kant ook een positieve eigenschap is, je kind beschikt over leiderschapskwaliteiten. Alleen moet je kind nog leren om deze op de goede manier in te zetten. Situaties uitbeelden of naspelen met handpoppen of knuffels kan ook hierbij inzicht geven in gedrag.
  • Soms zijn temperamentvolle kinderen gevoeliger voor prikkels dan andere kinderen.
  • Je kind wil gehoord worden, leef je in. Vaak hebben temperamentvolle kinderen juist moeite met grenzen en autoriteit, zoek daarom samen naar oplossingen en geef je kind verantwoordelijkheid.

Emoties leren

Of je peuter nu de dominante of de teruggetrokken kant laat zien van onzekerheid, alle kinderen kijken naar jouw voorbeeldgedrag als ouder. Het maken van echte vriendschappen zal pas in de basisschool leeftijd zich verder ontwikkelen. Focus je in deze fase op het aanleren, het begrijpen en uiten van de verschillende emoties. Er zijn ook veel prentenboeken die de verschillende emoties uitleggen. Zo krijgt jouw peuter een sterke basis om straks op een fijne manier vriendschappen aan te gaan.

Dit blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht en intern begeleider in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO heeft ze zich gespecialiseerd in gedrag met de Master SEN- gedragsspecialist. Daarnaast is ze mama van Fayenn (bijna 4) en Mace (9 maanden).

Geraadpleegde bronnen:

Stichting Kanjertraining, 2022, https://kanjertraining.nl/kenniscentrum/uitgangspunten/

Vliek, L, Promotieonderzoek: Effects of Kanjertraining (Topper Training) on Emotional Problems, Behavioural Problems and Classroom Climate. (2015). In: https://kanjertraining.nl/wp-content/uploads/2015/08/effects_of_eanjertraining_dissertation-1.pdf.

Hoe kies ik een basisschool voor mijn kind?

Juf Shelby

Het lijkt misschien nog ver weg dat je kind naar school gaat, maar soms moet je je kind al meer dan een jaar van tevoren inschrijven. Waar let je op bij de keuze van een basisschool? In deze blog geef ik je tips van mij als juf, maar ook vanuit mijn visie als mama omdat mijn oudste dochter binnenkort ook op de basisschool start… en mijn moederhart vond dat nog best wel een ‘dingetje’.

Waar let je op bij het kiezen van een basisschool?

Misschien kijk ik met mijn onderwijsachtergrond extra kritisch naar basisscholen? Of is het gewoon mijn moederhart die een goede keuze wil maken voor de komende 8 jaar. Ik heb me er uitgebreid in verdiept. Allereerst heb ik diverse schoolgidsen gedownload van de website, door deze te lezen krijg je een beter beeld van de visie en missie van de scholen in de omgeving. Bij het lezen lette ik op:

  • Wat is de visie en missie van de school en hoe wordt het onderwijs vorm gegeven. Is er sprake van een jaarstofklassensysteem (groep 1 t/m 8) of heeft de school een ander onderwijsconcept (Jenaplan, Montessori, Nuts etc.)?
  • Wat is de identiteit van de school? Is de school bijvoorbeeld Christelijk; hoe komt dit in de dagelijkse praktijk tot uiting?
  • Welke lesmethodes worden er gebruikt? Zijn de lesmethodes verouderd of vrij recent?
  • Wat biedt de school voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben of voor kinderen die juist meer hulp nodig hebben?
  • Wat zijn de ambities in het schoolplan, welke ontwikkelingen en vernieuwingen wil de school de komende jaren doorvoeren?
  • Welke lesmethode/aanpak is er op sociaal emotioneel gebied?
  • De lestijden (continurooster of andere tijden) en de reisafstand tussen school en thuis.

Sommige scholen hebben een open dag, maar je kunt meestal ook op kennismakingsgesprek komen bij de directeur. In een persoonlijk gesprek krijg je een rondleiding en is er meer ruimte om vragen te stellen. Neem ook als je kind nog jong is, hem/haar gewoon mee. Zo krijgen jullie als ouders en je kind zelf een indruk hoe de school in de dagelijkse praktijk werkt. Ik lette op de sfeer en de rust in de school, wat hangt er aan de muur (dit geeft vaak een beeld van de lesstof waaraan gewerkt wordt) en vertelt de directeur enthousiast over de school? Meestal krijg je ook een kijkje in de kleuterklas. Maar focus ook op de hogere groepen, want hier krijgt je kind natuurlijk net zo goed mee te maken.

Een ‘goede’ school?

Via de website Scholen op de kaart kun je scholen bekijken die in de buurt zitten en onderling vergelijken. Let op; de gegevens worden lang niet door alle scholen ieder jaar bijgewerkt, dus check ook altijd de website van de school zelf om bijvoorbeeld de actuele schoolgids te zien.

Ook kun je de resultaten van de doorstroomtoets van de school bekijken, echter cijfers zeggen niet alles. Een lage score wil niet meteen zeggen dat de school ‘slecht’ is. Het kan zo zijn dat er dat jaar veel kinderen zaten die een leerprobleem hadden of bijvoorbeeld kinderen die nog niet zo lang in Nederland woonden. De school kan er voor kiezen om die scores mee te laten tellen waardoor de eindscore lager is. Op de website van de onderwijsinspectie kun je ook de rapporten van de onderwijsinspectie zien. Heeft een school een lage score, dan zou je bij het gesprek kunnen vragen wat ze in hun jaarplan hebben staan om dit te verbeteren.

Resultaten en eindopbrengsten

De meeste scholen noteren in hun schoolgids naar welk niveau vervolgonderwijs op de middelbare school de leerlingen in de afgelopen jaren uitgestroomd zijn. Persoonlijk vind ik dit erg afhankelijk van de populatie kinderen in groep 8, uiteindelijk gaat het erom dat jouw kind doorstroomt naar een middelbare school die bij hem of haar past.

Waar let je op bij een rondleiding?

Met mijn onderwijsachtergrond lette ik op veel details; wat hangt er aan de muur, hoe is de klas ingedeeld, wat is de sfeer in de groepen, is er rust in de school… Maar uiteindelijk is het allerbelangrijkste het ‘gevoel’ wat je als ouder bij de school hebt. Iedere school heeft voor- en nadelen en er zullen altijd dingen zijn waar je als ouder wellicht zelf anders over denkt in je opvoeding. Bij het loslaten hoort ook ’twijfelen’ of je wel de beste keuze maakt voor je kind. Uiteindelijk blijft je eigen gevoel doorslaggevend bij je keuze. Bedenk ook dat de keuze die je maakt bij je kind past, maar ook bij eventuele broertjes en zusjes in de toekomst moet passen.

Welke vragen kun je stellen?

  • Wat doet de school voor kinderen die moeilijker mee kunnen komen? Of voor kinderen die voor lopen in hun ontwikkeling?
  • Hoe groot zijn de klassen en zijn er combinatieklassen?
  • Hoe wordt je als ouder op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van je kind?
  • Hoe wordt de leerling tevredenheid en sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen gevolgd?
  • Wat doet de school tegen pesten of is er een preventief (les)programma?
  • Heeft de school een lagere doorstroomtoetsscore of is de school onder toezicht van de onderwijsinspectie? Vraag dan of er een reden voor is en wat de school er aan doet.
  • Is er een vast team aan leerkrachten of veel verloop? En wat doet de school voor groei en ontwikkeling van de leerkrachten?
  • Welke schoolontwikkelingen en vernieuwingen staan er in het schoolplan voor de komende jaren? (Want hier krijgt jouw kind juist mee te maken!)
  • Wat voor ondersteunend personeel is er (onderwijsassistenten, leerkrachtondersteuners, stagiaires)? En is er bijvoorbeeld ook logopedie of fysiotherapie in het gebouw?
  • Wat doet de school aan zelfstandigheidsbevordering, wordt er bijv. gewerkt met weektaken of eigen inbreng van de leerlingen?
  • Hoe zet de school ICT middelen in?

Wat kun je verwachten als je kind naar school gaat?

Ieder kind is anders en zal ook anders met deze overgang omgaan. Voor veel kinderen is de eerste schooldag of wen-dag een intensieve dag. Plan daarna niet al te veel activiteiten, maar geef je kind de rust om alles te verwerken. Even een buiten wandelen maakt het ‘koppie’ van je kind weer leeg na alle nieuwe indrukken. Sommige kinderen reageren juist overdreven druk of boos (overprikkeld) en willen soms niet eens praten over wat ze hebben gedaan. Door lopend of met de fiets naar school te gaan zorg je ervoor dat je kind even kan ontladen na een schooldag.

En dan is daar die eerste schooldag!

De weken voor de eerste schooldag hebben we thuis een aftelkalender gemaakt… Mijn dochter werd blij van ieder kruisje dat dichterbij de grote dag kwam en ik merkte dat ik de tijd véél te snel vond gaan. Ik geniet nog extra van de ochtenden waarbij we niet op de klok hoeven te kijken.

De avond voor de grote dag loop ik nog even haar slaapkamer in. De tas is gepakt, haar lievelingsjurkje ligt klaar… een brok in mijn keel, wat is ze ineens groot! Ik moet haar loslaten en ga haar aanwezigheid thuis ook echt missen. Als juf heb ik zo vaak ouders met hun kind verwelkomt in mijn kleuterklas en dacht ik dat de eerste schooldag ‘leuk’ was. Maar als mama vind ik het stiekem helemaal niet zo leuk. Ik weet als juf dat mijn dochter zoveel nieuwe dingen gaat leren en ontwikkelen en dat het goed voor haar is, maar mijn moederhart moet nu toch dat kleine meisje loslaten en ik merk dat me dat onverwacht best emotioneel maakt.

De volgende ochtend maken we samen fruit en broodjes klaar en mag ze naar school. Ik breng haar weg en mag mee de klas in. Meteen komt er een meisje een praatje met haar maken en mijn dochter lijkt op haar gemak. We hebben de afgelopen tijd een aantal boekjes gelezen over naar school gaan, zodat ze weet wat ze kan verwachten. Met een gerust hart laat ik haar achter. En geloof me.. nadat die eerste dag achter de rug is, is het loslaten de tweede dag minder emotioneel 😉

Hoe was het op school?

Eigenlijk is dit best een lastige open vraag, zeker voor jonge kinderen. Help je kind door te vragen naar specifieke details. Wat was er vandaag heel leuk? En wat vond je niet zo leuk? (want ook dat hoort er bij) Wat vond je heel grappig of heel spannend? Naast wie zat je? Welk speelgoed was leuk om mee te spelen? Een leuk boek om de dag met vernieuwende vragen na te praten is ‘Slaapklets voor kleuters‘. Door middel van smileys kunnen kinderen terugkijken op de dag.

Wat moet je kind kunnen voordat hij/zij naar school gaat?

Je kind gaat naar school om nieuwe vaardigheden te leren, er is dus geen checklist waar jouw kind aan ‘moet’ voldoen. Wel dient je kind zindelijk te zijn en zelfstandig naar het toilet te kunnen. Andere handige dingen om te oefenen zijn:

  • Zelf de jas aan doen (en de rits dicht maken).
  • Zelf schoenen aan en uit doen, de tas op de rug kunnen doen.
  • Leren om zelf kleding aan/uit te doen voor de gymles (de juf helpt uiteraard wanneer dit nodig is).
  • Meehelpen met het maken van het fruit/brood voor de volgende schooldag. En uitleggen hoe de drinkbeker open/dicht moet. Vooral het dicht maken om lekkende bekers na een schooldag te voorkomen 😉

En dan op naar de ‘grote school‘.

Dit blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht en intern begeleider in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO heeft ze zich gespecialiseerd in gedrag en de Master SEN- gedragsspecialist afgerond. Daarnaast is ze mama van Fayenn (bijna 4) en Mace (9 maanden).

Peuters en kleuters met interesse in letters… Stimuleren of niet?

Juf Shelby

Heeft jouw peuter of kleuter al op jonge leeftijd interesse in letters? In deze blog leg ik je uit hoe je thuis al spelenderwijs bezig kunt zijn met letters, op een manier die aansluit bij het leren lezen op de basisschool. Mijn eigen dochter (3) had al veel interesse in letters. Wat doe je dan? Stimuleren of afremmen? Ik koos ervoor om op haar initiatief spelenderwijs letters aan te bieden, maar wél met enige terughoudendheid.

Leren vanuit interesse

Letters krijgen kinderen in de kleuterklas vanzelf aangeboden op school. Het is dus helemaal niet noodzakelijk om dit al te leren voordat je kind naar school gaat. Maar wat als jouw kind al wel op 2,5-3 jarige leeftijd zelf bezig wil zijn met letters en hier uit zichzelf interesse in heeft? Dan zou je spelenderwijs letters op de volgende manieren aan bod kunnen laten komen.

Begin vanuit de belevingswereld van je kind

Je zou denken dat op school eerst de A wordt geleerd en daarna de B, maar integendeel. Kinderen leren het beste vanuit hun eigen beleveringswereld. Dus de eerste letter van je eigen naam herkennen. De m (spreek uit: mm) van mama en de p (spreek uit: puh) van papa. Ga daarna over op letters die passen bij de dingen die je kind leuk vindt. Dus de k van K3 komt dus wellicht véél eerder aan bod dan de a. En ook die grote gele m van McDonald’s herkennen ze vaak al snel 😉

Letters fonetisch uitspreken

Op school leert je kind eerst alle kleine letters. Hoofdletters komen pas eind groep 3 en groep 4 aan bod. Bij het leren lezen is het van belang dat kinderen de letters ‘fonetisch’ leren (dus hoe de klank uitgesproken wordt.) Je zegt dus niet de ‘em’ (M) maar mmmm (m). Dit is voor de fase van het plakken van letters (klanken) tot woorden van belang:

‘mmmm u sssss’ wordt het woordje: mus
‘EMM UUU ES’ wordt: emues
(en daar kan je kind dus niks van maken)

Door klanken aan elkaar te plakken leert je kind lezen.

Letters herkennen, ervaren en voelen

Omdat we zelf letters schrijven zijn we geneigd om meteen te focussen op het schrijven van de letters. Maar richt je eerst op het herkennen van de letterbeelden. Dit kun je o.a. doen door:

  • Letters stempelen (stempel voor en laat je kind nastempelen, haal eerst alleen de benodigde letters eruit)
  • Letter magneetjes, foam letters of letter kralen (haal eerst enkele woordjes eruit om te maken zoals ‘mama’)
  • Letters lopen (patroon op de vloer)
  • Letter puzzels
  • Letters tekenen in scheerschuim (lekker voelen en ervaren hoe je letters maakt)
  • Letters van klei te maken (bijv. de letters van de eigen naam)

Letters schrijven

Zelf ben ik wat terughoudend in het oefenen van het schrijven van letters. Toch zie ik dat mijn dochter wel graag op papier letters maakt, logisch want dit voorbeeld ziet ze ook dagelijks bij ons. Jonge kinderen ’tekenen’ te letters nog vaak na. Een gevaar hierbij is dat ze een verkeerd schrijfpatroon aanleren wat daarna lastiger af te leren is. Wil je kind graag schrijven, overweeg dan oefenkaarten die meteen het juiste patroon aanleren. Gebruik als schrijfmateriaal eerst een potlood, dit geeft meer weerstand op het papier. Sommige methodemakers uit het onderwijs hebben spelletjes en schrijfkaarten voor thuis uitgegeven om dit te oefenen. Zoals de letterkaarten van Zwijsen van de veelgebruikte groep 3 methode ‘Veilig leren lezen’.

Voorlezen met aandacht voor letters

Tijdens het voorlezen kun je ook aandacht aan letters besteden. Zoek samen naar de eerste letter van de naam van je kind, of de m van mama in de tekst. Laat ook door middel van voorbeeldgedrag zien dat je leest door bijvoorbeeld met je vinger mee te wijzen bij de tekst. Soms kun je een eenvoudig woordje al in stukjes hakken en de letters per klank voorlezen, waarna je het vervolgens samenplakt tot een woord.

Functioneel lezen en schrijven

Bij het schrijfproces leren kinderen op school ook de functie van het lezen en schrijven. Als je je naam op een tekening zet, weet een ander dat jij het gemaakt hebt of als je een boodschappenlijstje maakt kun je later lezen wat je moest meenemen bij de winkel. Door juist de functionele briefjes te maken focus je op waarvoor schrijven handig is. De eerste fase hierin is vaak nog de ‘krabbelfase’ waarin je kind middels een krabbel uitbeeldt dat hij een tekst heeft geschreven. Speel hierbij mee dat dit een functioneel briefje is en doe net alsof je het kunt lezen.

Nadelen van vroegtijdig leren lezen

Het klinkt heel leuk dat je kind al jong kan lezen, er zijn echter ook nadelen aan verbonden. Soms kunnen kinderen al wel letters lezen, maar begrijpen ze de inhoud nog niet. Het is ook niet zo dat je kind er slimmer van wordt want IQ is niet te trainen. Daarnaast bestaat de kans dat als je kind al kan lezen voor hij naar school gaat, hij zich gaat vervelen en motivatie verliest wat leidt tot slechtere resultaten. En wellicht sla je ongemerkt een aantal andere dingen die je kind op deze leeftijd dient te ontwikkelen wel over.

Grove motoriek bij peuters

Schrijven richt zich echt op de fijne motoriek. Toch zijn er ook veel grove motorische vaardigheden die peuters moeten ontwikkelen. Fietsen, een bal vangen, jezelf aankleden,

Mijn dochter had veel interesse in letters, maar fietsen zonder zijwieltjes was nog best een dingetje. En dat is iets wat ze niet op school leren, dus wij spelen soms met letters, maar gaan ook daarna lekker even naar buiten om te oefenen met fietsen of met het zelf dichtmaken van de rits van haar jas. Want ook die motorische vaardigheden zijn belangrijk om te leren voordat ze naar de grote school gaan.

Dit blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht en intern begeleider in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO heeft ze zich gespecialiseerd in gedrag middels de Master SEN- Special Educational Needs/gedragsspecialist. Daarnaast is ze mama van Fayenn (bijna 4) en Mace (9 maanden).

Van peuter naar kleuter, de ontwikkeling van 3 tot 4 jaar

Juf Shelby

Volgende week gaat mijn oudste dochter voor het eerst naar school. Het afgelopen jaar zaten wij dus midden in de fase van peuter naar kleuter. Waar de basisschool eerst nog mijlenver weg leek, is ze er nu helemaal klaar voor. In deze blog neem ik je mee in de ontwikkeling van peuter naar basisschoolkind. Een periode waarin je kleintje veel ontwikkelt en waarin je van ze houdt van hier… tot de maan… en soms tot achter het behang 😉

3 jaar, peuterpuberteit 2.0!

Waar iedereen me waarschuwde voor de fase ‘ik ben twee en ik zeg nee’ vond ik dit vorig jaar toen mijn dochter twee was nog wel meevallen. Daar kwam ik dit jaar keihard op terug. Tussen de 3 en de 4 jaar ontwikkelt de taalontwikkeling zich in een rap tempo. Je kind kan steeds beter communiceren en heeft dus ook nóg meer zijn eigen mening. Ondanks dat je kind de emoties zoals bang, boos, blij en verdrietig inmiddels kent, heeft hij nog een heleboel te leren op dit gebied. Leren omgaan met boosheid, verdriet en teleurstellingen en dit uiten op een gezonde manier is een grote stap in de sociaal emotionele ontwikkeling.

Keuzes geven

Driftbuien omdat je peuter het ergens niet mee eens is komen dan ook vaak voor. Soms helpt het om een ‘meltdown’ te voorkomen om je kind een keuze te geven. ‘Wil je de rode trui aan of de gele?’ Je kind heeft dan het gevoel dat hij iets zelf mag bepalen, maar je bakent de keuze af.

Treuzelen, niet luisteren of iets niet willen doen; het hoort er allemaal bij. ‘Wil je het zelf doen? Of zal ik je helpen?’ Zorgde er bij ons thuis voor dat onze eigengereide peuter die graag de dingen zelf deed, dan ineens wel tot actie overging. En bij het naar bed gaan: ‘Loop je als een grote olifant naar boven of met kleine muizenstapjes?’
Soms kan de manier aanspreken je kind én jou op een positieve manier door deze fase heen loodsen. Maar heel eerlijk; nét als je denkt de ‘gouden aanpak’ gevonden te hebben, sta je weer voor een nieuw dilemma 😉

De emotionele ontwikkeling van peuters

Jij als ouder bent hét grote voorbeeld hoe je omgaat met emoties. Peuters hebben nog veel moeite met het uiten van emoties en soms lopen deze hoog op. Woedeaanvallen en huilbuien komen dan ook vaak voor. Niet omdat je kindje dwars wil zijn, maar gewoon omdat hij (nog) niet weet hoe hier mee om te gaan of ook nog niet taalvaardig genoeg is en de dingen fysiek uit. Door prentenboeken te lezen over emoties leert je kind hoe je met boosheid of verdriet kunt omgaan. Ook kan het helpen door het gedrag te benoemen. ‘Ik zie dat je heel boos bent’, ‘Het is ook niet leuk dat de toren omgevallen is’. En manieren te leren hoe je boosheid kunt uiten. Bijvoorbeeld hard stampen, krassen met een potlood of slaan op een kussen.

Frustratie

Een emotie zoals boosheid mag er zijn, maar je kind moet leren hoe hij dit op een gezonde manier kan uiten. Je kind zet woedeaanvallen niet bewust in om jou dwars te zitten, maar vaak komen ze voort uit pure frustratie. Meestal zijn de emoties je kind even teveel geworden. Angst, zich afgewezen voelen, een plotselinge verandering van de routine zijn de bekende ’triggers’. Hoewel je peuter inmiddels veel meer kan begrijpen, kan hij nog niet alles overzien.

Samen spelen naast elkaar

Het spel van peuters is nog vooral ‘naast’ elkaar en nog niet ‘met’ elkaar. Samen spelen, samen delen is nog erg lastig. Peuters hebben weliswaar al wel een ‘ik-besef’, maar zitten nog midden in de egocentrische fase, waarin jezelf inleven in een ander eigenlijk nog niet ontwikkelt is. Gemiddeld genomen komt het echte samen spelen pas in de basisschool leeftijd, al zag ik in de kleuterklas ook nog genoeg kinderen ‘naast’ elkaar spelen. Ieder kind ontwikkelt tenslotte op zijn eigen tempo. In mijn blog over vriendschappen bij peuters lees je meer over vriendschap.

De cognitieve ontwikkeling van je peuter

Je peuter kan in deze leeftijdsfase steeds langer zelfstandig spelen, maar samen met jou spelen blijft ook favoriet. Je kind leert snel door voordoen-samendoen-nadoen. Jij geeft het voorbeeld, daarna doen jullie het samen en vervolgens probeert je kind het zelf. In deze leeftijdsfase krijgt je kind meer interesse in gerichte activiteiten: puzzelen, vormpjes kleien, kleuren, iets bouwen wat ook daadwerkelijk iets voorstelt of uitbeeldt. Ook kun je nu voor het eerst spelletjes met spelregels spelen zoals Memory of Domino. Er zijn ook leuke spellen gericht op samenwerken en samen winnen speciaal voor 2-3 jarige van het merk Haba.

Taalgebruik

Soms zijn we geneigd om in kindertaal te praten met verkleinwoordjes. ‘Pak je jasje maar’. Nu je kind groter wordt is het belangrijk om niet meer in deze babytaal te praten, maar benoem de dingen zoals ze echt heten, ook al is het een moeilijk woord. In deze leeftijdsfase wordt je kind zelf ook creatiever met taal maar gebruikt dan soms ook de verkeerde vervoegingen (bijv. ‘loopte’ i.p.v. liep). In plaats van corrigeren kun je het taalgebruik ook verbreden in je antwoord: ‘de auto is papot‘ >>> Is de auto kapot? Dit is op een positieve manier leerzaam voor je kind. De volgende veranderingen kun je in de taalontwikkeling merken:

  • Het verschil tussen ik/hij/zij/wij wordt duidelijker
  • Vervoegingen van werkwoorden (maar verkeerde vervoegingen horen erbij)
  • Praten over verschillende tijdsaanduidingen (gisteren, volgende week…)
  • Ontdekken van rijm en nieuwe woorden (en ook zelf woorden verzinnen die soms heel grappig zijn zoals stoksnoepje > lolly, ruitenveger > ruitenwisser)
  • Steeds meer besef van schriftelijke taal (net alsof voorlezen, en sommige peuters hebben al interesse in letters)

Stimuleren van zelfstandigheid

Vanaf 3 jaar en zeker richting de start van de basisschool is het goed om de zelfstandigheid te bevorderen. Het is niet alleen handig dat je kind meer zelf kan, het geeft ook een gevoel van eigenwaarde (autonomie). Laat je kind bijvoorbeeld zelf zijn tas dragen, oefen het zelf afvegen op de toilet, de jas aandoen, aan- en uitkleden enzovoorts. Straks op de basisschool moet hij dit namelijk ook kunnen. Ook kun je je kind al kleine taakjes geven zoals het meehelpen met afruimen of de tafel dekken.

De motorische ontwikkeling van je peuter

Op motorisch gebied ontwikkelen peuters zich snel, maar ook ieder in een eigen tempo op deze leeftijd. Voor de grove motoriek is het belangrijk dat je kindje ook meer kracht gaat opbouwen. Een loopfiets stimuleert je kind om evenwicht te leren houden in de romp, waarna je kind vervolgens ook makkelijker zonder zijwieltjes leert fietsen. Ook de fijne motoriek ontwikkelt zich in een snel tempo. Je kind kan steeds beter met kleine materialen omgaan zoals kraaltjes. Ook het kleuren gaat steeds gerichter want je kind gaat nu dingen tekenen die daadwerkelijk iets voorstellen (een poppetje of een zonnetje). Leer meteen de juiste pengreep aan (afleren is later lastiger). Motorische activiteiten in deze leeftijdsfase zijn:

  • Drinken inschenken
  • Knippen (begin eerst met rechte stroken knippen)
  • Kralen tellen, sorteren (op kleur/grootte) en rijgen
  • Fietsen (zonder zijwieltjes)
  • Gooien met een bal
  • Op één been springen
  • Een potlood vasthouden met de juiste pengreep

TIP: driehoekige kleurpotloden zijn beter vast te houden dan ronde. En begin eerst met potloden, dit is stroever op het papier dan stiften en kan de ‘druk’ beter verdelen.

En voor je het weet is je kindje bijna 4 en wordt het tijd voor de basisschool. Alle clichés dat het ‘zo hard gaat’ kloppen. Zeker bij de overgang naar de basisschool vond ik die nieuwe fase als ouder toch ook een beetje emotioneel, maar anderzijds is het ook zo mooi om je kind zo te zien ‘groeien’ in zijn ontwikkeling. Die driftbuien zijn soms pittig… maar ook dat is een fase.

Dit blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht en intern begeleider in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO heeft ze zich gespecialiseerd in gedrag middels de Master SEN- Special Educational Needs/gedragsspecialist. Daarnaast is ze mama van Fayenn (bijna 4) en Mace (9 maanden).