Taal oefenen in groep 1

In groep 1 leert je kind vooral spelenderwijs. Toch betekent dit niet dat er in deze groep nog geen aandacht besteed wordt aan taal. Je kind komt namelijk al in de eerste groep van de basisschool met dit vak in aanraking. In groep 1 leert je kind onder meer te luisteren naar verhalen. Hierdoor is hij in staat om zinnen en woorden na te zeggen. Denk overigens niet dat het hierbij blijft, want je kind leert in deze groep nog meer over taal. Benieuwd wat er aan bod komt? Lees dan vooral verder. Deze pagina staat namelijk geheel in het teken van wat je kind leert tijdens taal in groep 1.



Bewustwording van klanken in woorden

Woorden kunnen verschillende klanken bevatten. Om ervoor te zorgen dat je kind woorden op de juiste manier uitspreekt, wordt er in groep 1 veel aandacht besteed aan de bewustwording van klanken in woorden. Er wordt in deze groep bijvoorbeeld aandacht besteed aan verschillende klanken. Wanneer je kind zich bewust is van de klanken in woorden en weet hoe hij deze uitspreekt, plukt hij hier tijdens de rest van zijn basisschooltijd en zijn verdere leven de vruchten van.

Symbolen herkennen

Je kind leert in groep 1 vooral spelenderwijs. Vandaar dat er in deze groep nog veel plaatjes gebruikt worden om je kind de basis van taal bij te brengen. Hier wordt op veel scholen handig op ingesprongen door gebruik te maken van symbolen die je kind in het dagelijks leven tegen kan komen. Op deze manier leert je kind dat symbolen een connectie kunnen hebben met taal. Het bekendste voorbeeld is waarschijnlijk de letter ‘p’ op een blauw verkeersbord. Je kind leert bijvoorbeeld in groep 1 dat deze letter voor ‘parkeren’ staat.

Naar een verhaal luisteren en deze navertellen

Luisteren is een belangrijk onderdeel van de taallessen in groep 1. Je kind leert in deze groep bijvoorbeeld dat hij vragen over een boek kan stellen als het naar de tekst geluisterd heeft of de illustraties heeft bekeken.. Verder wordt er van je kind verwacht dat hij een verhaaltje na kan vertellen dat door de leerkracht is voorgelezen. Bij het vertellen van een verhaal wordt al gelet op de zinsopbouw die je kind gebruikt. Zodoende leert je kind langzaam maar zeker in welke volgorde hij woorden moet formuleren tot een zin als hij een verhaal na wil vertellen. In groep 1 blijft het overigens niet beperkt tot het navertellen van een verhaal, maar je kind gaat ook verhalen naspelen. 

Uitbreiding woordenschat

Er wordt in groep 1 weliswaar al aandacht besteed aan zinnen, maar toch ligt de nadruk vooral op woorden en klanken. Je kind kent al de nodige woorden als hij naar de basisschool gaat, maar in groep 1 wordt zijn woordenschat verder uitgebreid. Dit gebeurt in deze groep voornamelijk door gebruik te maken van plaatjes. Andere middelen die in groep 1 ingezet worden om de woordenschat van je kind uit te breiden zijn: kringgesprekken, liedjes en spelletjes.

Kennismaken met rijmen

Rijmen is een onderdeel waar in groep 1 veel aandacht aan besteed wordt. Je kind leert in deze groep op een speelse manier te rijmen. Zo worden er samen met de andere kinderen in de klas liedjes gezongen waarin verschillende rijmwoorden voorkomen. Ook leert je kind rijmen aan de hand van taalspelletjes. Hierdoor doet je kind meer en meer ervaring op met rijmen en wordt zijn woordenschat langzaam maar zeker steeds iets verder uitgebreid.

Deelnemen in gesprekken en vragen stellen

In groep 1 wordt er niet alleen aandacht besteed aan luisteren, maar ook aan spreken. Belangrijk hierbij zijn bijvoorbeeld de kringgesprekken. Hierbij komt je kind niet alleen zelf aan het woord, maar moet je kind ook goed luisteren naar wat de ander zegt. In deze groep gaan de gesprekken nog vooral over onderwerpen in de nabije omgeving van het kind. Dit praat vaak een stuk makkelijker dan wanneer je kind over iets moet praten wat hij zelf niet ziet of kent. Je kind wordt gestimuleerd om extra goed te luisteren tijdens de gesprekken die hij voert, zodat hij ook vragen aan zijn gesprekspartner kan stellen. In het begin vinden kinderen spreken in een grote groep misschien nog spannend, maar door in kleine groepjes te beginnen, groeit het vertrouwen om ook in grotere groepen te spreken.

Interactief voorlezen

Naast spreken en luisteren wordt er bij taal in groep 1 ook aandacht besteed aan voorlezen. De nadruk ligt hierbij op interactief voorlezen. Deze manier van voorlezen stimuleert je kind namelijk om begrijpend te luisteren. De leerkracht leest een verhaal voor en last meermaals een korte pauze in. Tijdens deze onderbreking worden één of meerdere vragen gesteld aan de leerlingen. Deze vragen hebben betrekking op het verhaal. Dit betekent dat je kind alleen het antwoord kan geven als hij goed geluisterd heeft. De luistervaardigheid die je kind in groep 1 opdoet, kan hij in de hogere groepen – en zijn latere leven – gebruiken tijdens het voeren van gesprekken.

Wat komt er verder aan bod in groep 1

  • Herkennen van letters, waaronder de letters van de eigen naam.
  • Naschrijven van de eigen naam.
  • Verschil herkennen tussen woorden, zoals ‘bam’ en ‘boem’.
  • Meezingen met letterliedjes, zodat je kind klanken leert herkennen.
  • De basis van klankgroepen.
  • Het eerste of laatste woord benoemen in een korte reeks.