Vragend voornaamwoord

Het vragend voornaamwoord is één van de vele soorten voornaamwoorden waar je kind tijdens de lessen taal op de basisschool mee in aanraking komt. Deze woordsoort verwijst naar personen, dieren of dingen en vraagt daar iets over. Weet je kind niet wat vragende voornaamwoorden zijn? Of verwart hij ze met een andere soort voornaamwoorden? Help hem dan om deze woordsoort onder de knie te krijgen. Hier wordt aandacht besteed aan het herkennen van een vragend voornaamwoord en het zelfstandig en niet-zelfstandig gebruik van deze woordsoort.

Herkennen van vragend voornaamwoord

Voordat je kind een vragend voornaamwoord in een zin kan herkennen, moet hij eerst weten dat deze woorden altijd naar iets of iemand verwijzen. Wanneer dit duidelijk is, kijkt hij naar de zin zelf. Staat er een vraagteken in een zin? Dan is de kans aanwezig dat de zin ook een vragend voornaamwoord bevat. Het vragende voornaamwoord kan in dat geval vooraan de zin staan, maar ook halverwege.

Er staat overigens niet altijd een vragend voornaamwoord in een zin met een vraagteken. Het kan namelijk ook om een bijwoord gaan. Bovendien kan een zin wel een vragend voornaamwoord bevatten, maar geen vraagteken. Om te voorkomen dat je kind een woord onder de verkeerde woordgroep schaart, is het belangrijk het verschil te kennen. Laat je kind daarom eerst de vragende voornaamwoorden uit het hoofd leren. In de Nederlandse taal kan je kind de volgende vragende voornaamwoorden tegenkomen:

  • wie
  • wat
  • welk(e)
  • wat voor (een)
  • wiens

Vragende voornaamwoorden in een zin

Als je kind de bovenstaande lijst met vragende voornaamwoorden uit het hoofd leert, wordt het een stuk makkelijker om ze te herkennen in een zin. Om het duidelijker te maken, volgen hier een aantal voorbeeldzinnen waarin een vragend voornaamwoord staat. Hierdoor kun je je kind nog beter helpen om deze woordsoort onder de knie te krijgen. 

  • Met wie ga je uit eten?
  • Welke auto is van jou?
  • Ik vraag me af wat je hier voor een stuk grond betaalt.
  • Wat voor een persoon is zij?
  • Wiens vader is dat?

Vragend voornaamwoord zelfstandig en niet-zelfstandig gebruikt

Net als aanwijzende voornaamwoorden kunnen ook vragende voornaamwoorden zelfstandig en niet-zelfstandig gebruikt worden. Er is sprake van zelfstandig gebruik als een vragend voornaamwoord zonder zelfstandig naamwoord in een zin staat. Het woord vormt een zinsdeel op zich en kan zowel naar personen als niet-personen verwijzen. Bij niet-zelfstandig gebruik volgt er een zelfstandig naamwoord direct na een vragend voornaamwoord. ‘Wie’ en ‘wat’ worden zelfstandig gebruikt, terwijl ‘welke’, ‘wat voor (een)’ en ‘wiens’ niet-zelfstandig gebruikt worden.

Voorbeelden zelfstandig en niet-zelfstandig

Je weet inmiddels wat het verschil is tussen zelfstandig en niet-zelfstandig gebruikte vragende voornaamwoorden. Toch helpt het vaak als je voorbeelden ziet, want dan wordt het verschil meestal een stuk duidelijker. Werp daarom eens een blik op de onderstaande zinnen. Het vragende voornaamwoord is gemarkeerd en achter de zin wordt toegelicht waarom het zelfstandig of niet-zelfstandig is.

Zelfstandig

  • Wie gaat als eerste? → Er staat geen zelfstandig naamwoord achter ‘wie’.
  • Wat ga je vandaag doen? → ‘Wat’ hoort niet bij r een zelfstandig naamwoord in de zin.

Niet-zelfstandig

  • Welke smartphone heb je uiteindelijk gekocht? → Het zelfstandig naamwoord ‘smartphone’ staat direct achter ‘welke’. 
  • Wiens eten staat daar nog? → ‘Wiens’ verwijst naar ‘eten’. 
  • Wat voor een kruiden gebruik je hiervoor? → ‘Wat voor een’ verwijst naar het zelfstandig naamwoord ‘kruiden’.

FAQ – vragend voornaamwoord

Een vragend voornaamwoord is een woord dat verwijst naar personen, dieren of dingen en hier iets over ‘vraagt’. In de Nederlandse taal worden ‘wie’, ‘wat, ‘welk(e)’, ‘wiens’ en ‘wat voor (een)’ tot de vragende voornaamwoorden gerekend.

Je kind kan een vragend voornaamwoord herkennen aan de zin. Als een zin een vragend voornaamwoord bevat, staat er vaak ook een vraagteken in. Deze woordsoort staat bovendien vaak vooraan in een zin. Let op: er hoeft niet altijd een vraagteken in de zin te staan en een vragend voornaamwoord kan ook middenin de zin staan.

Je kind vindt een vragend voornaamwoord door op zoek te gaan naar een voornaamwoord dat naar iets of iemand verwijst. Wanneer er niet naar iets of iemand verwezen wordt, is er geen sprake van een vragend voornaamwoord.

Nee, ‘hoe’ is geen vragend voornaamwoord. Dit woord staat weliswaar vaak vooraan in een zin met een vraagteken, maar het verwijst niet naar een persoon of ding. ‘Hoe’ behoort vaak tot de bijwoorden of vraagwoorden. Dit geldt ook voor ‘wanneer’ en ‘waarin’.

De vragende voornaamwoorden ‘wie’ en ‘wat’ worden zelfstandig gebruikt. Dit houdt in dat er niet direct een zelfstandig naamwoord achter het vragend voornaamwoord staat. Met ‘wie’ verwijst je kind naar naar één of meerdere personen, terwijl hij met ‘wat’ verwijst naar dieren of dingen.