Afkortingen

Afkortingen komen we in het dagelijks leven vaaktegen. Vandaar dat je kind al op de basisschool leert wat afkortingen zijn. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de betekenis van een aantal veelgebruikte afkortingen. Hier blijft het niet bij, want je kind leert ook hoe afkortingen geschreven worden. Dit gebeurt namelijklang niet altijd op de juiste manier. Je kind kan bijvoorbeeld ten onrechte hoofdletters gebruiken, punten achterwege laten of juist punten toevoegen aan een afkorting. Wil jij je kind helpen om dit te voorkomen? Op deze pagina lees je alles over afkortingen en kan je kind ermee oefenen.

Schrijven van afkortingen

Op de basisschool komt je kind in aanraking met verschillende soorten afkortingen. Ondanks dat je kind misschien weet wat een afkorting betekent, weet hij mogelijk niet precies wat de juiste schrijfwijze ervan is. Dit komt vooral doordat er diverse regels gelden voor afkortingen. Vandaar dat ze onder de regelwoorden vallen. Hieronder staan een aantal belangrijke regels voor het schrijven van afkortingen onder elkaar.

Gebruik van hoofdletter(s)

Is het ‘havo’, ‘HAVO’ of ‘Havo’? Veel kinderen weten niet precies wanneer zij een hoofdletter gebruiken in afkortingen. In principe wordt de afkorting van een gewoon woord of een gewone woordgroep met kleine letters geschreven, maar er zijn uitzonderingen. In de volgende gevallen gebruik je wel een hoofdletter in een afkorting.

  • Namen
    Een afkorting wordt met een hoofdletter geschreven als het een naam is. De afkorting van ‘Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond’ wordt bijvoorbeeld met hoofdletters geschreven: ‘KNVB’. Wanneer de bedenker van een afkorting deze met één of meerdere hoofdletters schreef, wordt deze schrijfwijze vaak gevolgd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij ‘NOC*NSF’. 
  • Wetten
    In de Nederlandse taal worden wetten vaak afgekort. Vaak krijgt alleen de eerste letter van de afkorting van een wet een hoofdletter. De Wet ‘maatschappelijke ondersteuning’ wordt bijvoorbeeld afgekort tot ‘Wmo’. Soms wordt een afkorting van een wet volledig in hoofdletters geschreven. Dit gebeurt vooral bij oude wetten zoals ‘WW’.
  • Ziekten
    Ziekten worden vaak afgekort met hoofdletters. ‘COVID-19’ is hier een goed voorbeeld van. Er zijn overigens wel uitzonderingen. Zo worden ‘hiv’ en ‘tbc’ bijvoorbeeld met kleine letters geschreven. 
  • Engelse titels
    Titels die we uit het Engels hebben overgenomen, krijgen meestal één of meerdere hoofdletters. ‘Master of Science’ wordt bijvoorbeeld afgekort tot ‘MSc’. Er zijn overigens ook Engelse titels waarvan je kind de afkorting volledig met kleine letters schrijft: ‘drs.’, ‘ing.’ en ‘mr.’. Zoals je ziet, worden deze afkortingen gevolgd door een punt. Later op deze pagina lees je meer over het gebruik van punten in afkortingen.
  • Afkortingen uit het Engels
    Nieuwe Engelse afkortingen worden vaak met een hoofdletter geschreven. Zodra een afkorting is ingeburgerd, verdwijnt de hoofdletter vaak en schrijven we hem volledig met kleine letters. Afkortingen als ‘dvd’, ‘cd’, ‘gsm’ en ‘gps’ zijn hier voorbeelden van. Ook hier zijn weer uitzonderingen. Zo worden afkortingen als ‘DNA’ en ‘ISBN’ juist vaak met hoofdletter geschreven, maar het is niet per definitie fout als je kind ze met kleine letters schrijft.
  • Leesbaarheid
    Wanneer een afkorting met kleine letters geschreven wordt, kan deze de lezers soms op het verkeerde been zetten. Als dit het geval is, worden er vaak hoofdletters gebruikt. ‘Voortgezet onderwijs’ schrijft je kind eigenlijk met kleine letters ‘vo’, maar niet iedereen begrijpt altijd dat het hier om een afkorting gaat. Om de leesbaarheid te verbeteren, mag je zo’n afkorting met hoofdletters schrijven: ‘VO’.
  • Eerbied 
    Sommige afkortingen worden uit eerbied met een hoofdletter geschreven. Dit gebeurt bijvoorbeeld vaak bij het koningshuis of een heilig persoon. ‘Hare Koninklijke Hoogheid’ wordt bijvoorbeeld afgekort tot ‘H.K.H.’. De hoofdletters in deze afkorting worden gescheiden door een punt.

Gebruik van punt(en)

Afkortingen kunnen niet alleen hoofdletters bevatten, maar ook punten. Omdat de ene afkorting wel punten heeft en de andere niet, kan je kind in de war raken. Daarom lees je hier wat de regels zijn voor het gebruik van punten in afkortingen.

  • Afkortingen als ‘hbo’, ‘wc’ en ‘cv’ worden letter voor letter uitgesproken. Wanneer dit het geval is, worden er geen punten gebruikt in een afkorting. Als je ‘curriculum vitae’ afkort als ‘c.v.’ is dit dus fout.
  • Een afkorting kan ook uitgesproken worden alsof het volledige woord er staat. Wanneer dit het geval is, worden er één of meerdere punten toegevoegd aan de afkorting. Staat de afkorting ‘blz.’ in een zin? Dan spreekt je kind deze uit als bladzijde en niet als ‘bee – el – zet’. Vandaar dat er achter ‘blz.’ een punt staat. Ook afkortingen als ‘i.v.m.’ (in verband met) en ‘d.w.z.’ (dat wil zeggen) krijgen punten. Over het algemeen geldt dat er een punt wordt gebruikt voor ieder afgekort woord. Vandaar dat ‘blz.’ slechts één punt krijgt en ‘i.v.m.’ en ‘d.w.z.’ drie punten. Om de leesbaarheid te verbeteren, wordt er bij sommige afkortingen een extra punt toegevoegd, zoals bij ‘z.o.z.’ (zie ommezijde).
  • Naast afkortingen krijgen ook verkortingen een punt. Zulke woorden bestaan vaak uit de eerste lettergreep van een woord. Zo is ‘mevr.’ de verkorting van ‘mevrouw’. Een verkorting bestaat vaak uit de eerste lettergreep van een woord, gevolgd door de eerste medeklinker(s) van de volgende lettergreep: In het geval van de verkorting ‘mevr.’ is ‘me’ de eerste lettergreep en ‘vr’ het eerste deel van de tweede lettergreep.

Grootheden en eenheden

Net als veel andere woorden worden grootheden en eenheden in de Nederlandse taal ook vaak afgekort. Door een afkorting te gebruiken, hoeft je kind niet het hele woord op te schrijven. Bovendien komt dit de leesbaarheid vaak ten goede. Helaas worden grootheden en eenheden vaak verkeerd afgekort. Daarom lees je hier waar je kind rekening mee moet houden.

  • De afkortingen van grootheden en eenheden worden vaak met kleine letters geschreven. Zo is ‘km’ de afkorting van ‘kilometer’ en ‘cl’ de afkorting van ‘centiliter’. Er zijn  ook grootheden en eenheden die met zowel grote als kleine letters afgekort worden. ‘Kilowattuur’ (kWh) en ‘megahertz’ (MHz) zijn hier voorbeelden van.
  • Bij het afkorten van grootheden en eenheden worden geen punten gebruikt. Je kind schrijft alleen een punt achter de afkorting van een grootheid of eenheid als deze aan het eind van een zin staat. Voorbeeld: ‘De trein haalde een topsnelheid van 150 km/h.’

Afkortingen in het meervoud

‘Televisie’ kort je af tot ‘tv’, maar hoe zit het met ‘televisies’? Het woord staat nu in het meervoud, waardoor je kind de afkorting ook in het meervoud moet zetten. Afkortingen in het meervoud krijgen eigenlijk altijd ‘s of ‘en. Hieronder lees je hoe dit in zijn werk gaat.

  • ‘s in meervoud 
    De meeste afkortingen krijgen in het meervoud ‘s. Als je kind wil bepalen of hij een ‘s schrijft in het meervoud, kijkt hij naar de laatste letter van de afkorting. Moet hij het meervoud van ‘tv’ opschrijven? Laat hem dan bepalen wat het meervoud van v is: v’s of v’en. Het juiste antwoord is v’s. Vandaar dat er ‘s achter ‘tv’ komt: tv’s. Benadruk dat je kind altijd alleen naar de afkorting kijkt en niet naar het hele woord. De juiste afkorting van ‘Europese kampioenschappen’ is ‘EK’s’, terwijl het woord kampioenschappen op -en eindigt.
  • ‘en in meervoud 
    Afkortingen die eindigen op -s of -x krijgen in het meervoud geen ‘s, maar ‘en. Dit komt vooral doordat het nogal lastig is om dergelijke afkortingen uit te spreken als er ‘s achter komt. Je hoort dan bijna niet dat het om het meervoud gaat. Laat je kind ‘BMX’s’ maar eens uitspreken. De ‘s gaat in dat geval als het ware op in de ‘x’. Net als bij ‘s in meervoud gaat het hier ook puur om de laatste letter van de afkorting en niet om de laatste letter(s) van het hele woord. Het meervoud van ‘BMX’ is dus ‘BMX’en’.
  • Zowel ‘s als ‘en
    De meeste afkortingen krijgen in het meervoud ‘s of ‘en. Toch zijn er afkortingen waarvan het meervoud op zowel ‘s als ‘en kan eindigen. De afkorting ‘GGD’ is hier het bekendste voorbeeld van. Omdat d’s het meervoud van d is, schrijven veel kinderen ‘s achter ‘GGD’: ‘GGD’’s’. Volgens de regel klopt dit, maar ‘GGD’en’ is inmiddels ook geaccepteerd.

Betekenis van afkortingen

In sommige afkortingen staat iedere letter voor een woord, maar dit is niet bij iedere afkorting het geval. Je kind krijgt namelijk ook te maken met afkortingen die uit ‘willekeurige’ letters bestaan. ‘Bladzijde’ wordt bijvoorbeeld afgekort tot ‘blz’. Omdat je kind met verschillende soorten afkortingen in aanraking komt, is het handig als hij de betekenis ervan weet. Wil je je kind een handje helpen bij het leren van afkortingen? In de onderstaande lijst staan voorbeelden van afkortingen waarvan je kind de betekenis leert op de basisschool.

  • EHBO – eerste hulp bij ongelukken 
  • blz. – bladzijde 
  • enz. – enzovoorts 
  • a.u.b. – alstublieft 
  • i.p.v. – in plaats van 
  • m.u.v. – met uitzondering van 
  • z.s.m. – zo spoedig mogelijk 
  • z.g.a.n. – zo goed als nieuw 
  • mevr. – mevrouw
  • km – kilometer

Vier andere manieren van korter schrijven

Er zijn verschillende manieren waarop jekind woorden korter kan schrijven. Dit kan met behulp van initiaalwoorden, letterwoorden, verkortingen en symbolen. Hieronder lees je alles wat je moet weten over deze andere manieren van korter schrijven. 

Initiaalwoorden

Een initiaalwoord wordt gevormd door de eerste letters van een naam of andere woordgroep. Ondanks dat initiaalwoorden zonder punten geschreven worden, spreekt je kind de letters één voor één uit. Voorbeelden van initiaalwoorden zijn: ‘wc’ (wee-cee, betekenis: watercloset) en ‘pc’ (pee-cee, betekenis: personal computer). Afkortingen als ‘NS’ (Nederlandse Spoorwegen), ‘KNVB’ (Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond) en ‘LHBTI’ (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen) zijn ook initiaalwoorden. 

Letterwoorden

Letterwoorden hebben veel weg van initiaalwoorden, maar toch is er een belangrijk verschil. Bij een letterwoord worden de letters niet één voor één uitgesproken, maar als één woord. Voorbeelden van letterwoorden zijn: ‘havo’ (hoger algemeen voortgezet onderwijs), ‘BuZa’ (Buitenlandse Zaken) en ‘pin’ (persoonlijk identificatienummer). Ook voor letterwoorden geldt dat ze zonder punt(en) geschreven worden. 

Verkortingen

Dankzij verkortingen is het mogelijk om (lange) woorden korter te schrijven. Ze bestaan vaak uit één of meerdere (delen van) lettergrepen. ‘Airco’ is bijvoorbeeld de verkorting van ‘airconditioning’, terwijl ‘horeca’ de verkorting is van ‘hotel’, ‘restaurant’ en ‘café’. Andere voorbeelden van verkortingen zijn: ‘info’ (informatie) en ‘hetero’ (heteroseksueel).

Symbool

Je kind kan wetenschappelijke begrippen, eenheden en valuta ook op een kortere manier opschrijven. Als kilometer per uur geschreven wordt als ‘km/h’, is er sprake van een symbool. Dit is ook het geval bij ‘EUR’ (euro), ‘W’ (watt), ‘kWh’ (kilowattuur) en ‘Ca’ (calcium). Als er een symbool in een zin staat, wordt altijd de gehele betekenis ervan uitgesproken. Je kind zegt dus ‘kilometer per uur’ en geen ‘ka-em-ha’.

Oefenen met afkortingen

Weet je kind niet precies hoe hij afkortingen schrijft en/of leest? Oefen dan op Squla. Hier vind je leuke quizzen die je kind helpen om beter te worden in het schrijven en lezen van afkortingen. Los rebussen op om de juiste afkortingen te vinden, prik de bellen door van afkortingen die eindigen op een punt en maak afkortingen met specifieke letters. Doordat je kind spelenderwijs leert, wordt het oefenen van afkortingen een stuk leuker!

Veelgestelde vragen over afkortingen

Een afkorting is een manier waarop je kind een woord of een woordgroep op een verkorte manier kan schrijven. Er zijn afkortingen die letter voor letter uitgesproken worden (vwo), maar sommige afkortingen spreekt je kind ook als één woord uit (BuZa).

Je kind gebruikt hoofdletters in afkortingen als het gaat om namen, wetten, ziektes, Engelse (onderwijs)titels en Engelse afkortingen die (nog) niet zijn ingeburgerd. Daarnaast kunnen hoofdletters gebruikt worden uit eerbied of om de leesbaarheid te verbeteren.

Ja, er zijn regels voor punten in afkortingen. Je kind schrijft bijvoorbeeld nooit een punt in afkortingen die letter voor letter worden uitgesproken (wc, tv). Als een afkorting wordt uitgesproken alsof het volledige woord er staat, krijgt de afkorting wel een punt (i.p.v.). Doorgaans krijgt een afkorting een punt per afgekort woord. Verkortingen krijgen aan het einde meestal een punt (blz., enz.)

Dat hangt van de laatste letter van de afkortingen af. Als het meervoud van deze letter ‘s krijgt, krijgt de afkorting ook ‘s. Hierdoor krijgen de meeste afkortingen ‘s in het meervoud. Afkortingen die op een -x of -s eindigen krijgen ‘en in het meervoud. Dit om verwarring te voorkomen.

Ja, naast afkortingen kan je kind woorden ook op andere manieren korter schrijven. Dit kan bijvoorbeeld door initiaalwoorden (wc, NS) of letterwoorden (BuZa, pin) te gebruiken. Ook verkortingen (info, airco) en symbolen (km/h, EUR) maken het mogelijk om woorden korter te schrijven.