Hulpwerkwoord

Op de basisschool leert je kind onder meer dat er verschillende soorten werkwoorden zijn. Eén van de soorten werkwoorden die aan bod komt, is het hulpwerkwoord. Dit werkwoord ondersteunt het hoofdwerkwoord in een zin. Kijk maar eens naar de volgende zin: ‘Ik heb patat gegeten.’ Het hoofdwerkwoord in de zin is ‘gegeten’. Het werkwoord ‘heb’ zegt iets over dat hoofdwerkwoord, waardoor ‘heb’ het hulpwerkwoord in deze zin is. Aan de hand van dit werkwoord kan je kind zien of een zin in de voltooide of de toekomende tijd staat.

Hoe vind ik een hulpwerkwoord?

Staan er meerdere werkwoorden in een zin en wil je kind achterhalen wat het hulpwerkwoord is? Laat hem de zin dan in een andere tijd zetten. Het hulpwerkwoord verandert hierdoor namelijk. In het geval van de voorbeeldzin ziet dit er als volgt uit: ‘Ik had patat gegeten’. ‘Heb’ is veranderd in ‘had’, waardoor dit het hulpwerkwoord is.

Soorten hulpwerkwoorden

Wie denkt dat ieder hulpwerkwoord hetzelfde is, heeft het mis. In de Nederlandse taal wordt namelijk onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten hulpwerkwoorden. Zo zijn er hulpwerkwoorden van de voltooide tijd en de toekomende tijd, maar ook hulpwerkwoorden van de lijdende vorm, modaliteit, causaliteit en aspect. Daarnaast zijn er ook nog hulpwerkwoorden waar geen naam voor is. Hieronder volgt een korte uitleg per soort inclusief een voorbeeld.

  • Voltooide tijd

Hulpwerkwoorden van de voltooide tijd vallen onder hulpwerkwoorden van tijd. Tot deze categorie behoren de werkwoorden ‘hebben’ en ‘zijn’. Dit is overigens alleen het geval als ze gecombineerd worden met een hoofdwerkwoord dat in de voltooide tijd staat. Deze werkwoorden beginnen met be-, ge-, ver- of ont-.

  • Hij heeft gefietst.
  • Toekomende tijd

Naast hulpwerkwoorden van de voltooide tijd zijn er ook hulpwerkwoorden van de toekomende tijd. In de Nederlandse taal gaat dat altijd om vormen van het werkwoord ‘zullen’. 

  • Volgend weekend zal ik mijn verjaardag vieren.

Hulpwerkwoorden samengevat in een tabel

Wil je je kind helpen bij het leren van hulpwerkwoorden? Dan biedt de onderstaande tabel uitkomst. Hierin hebben we voorbeelden van de hulpwerkwoorden op een rijtje gezet waar je kind op de basisschool mee te maken krijgt.

Soort hulpwerkwoord

Voorbeeldzin

Geen

Het meisje eet een appel.

Voltooid tegenwoordige tijd

Het meisje heeft een appel gegeten.

Voltooid verleden tijd

Het meisje had een appel gegeten.

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd

Het meisje zal een appel eten.

Voltooid verleden toekomende tijd

Het meisje zou een appel eten.

Oefenen met hulpwerkwoorden

Zinnen die in de voltooide tijd staan hebben niet alleen een voltooid deelwoord, maar ook een hulpwerkwoord. Wil je kind extra oefenen met deze werkwoordsvorm? Dan kan hij online oefenen met quizzen en games of werkbladen over hulpwerkwoorden downloaden. Laat je kind dagelijks niet meer dan 15 minuten oefenen met hulpwerkwoorden, zodat het leuk en uitdagend blijft. 

FAQ – hulpwerkwoord

Een hulpwerkwoord is een werkwoord dat een ander werkwoord ondersteunt. Vandaar dat een hulpwerkwoord altijd met andere werkwoorden in een zin staat. Je kind kan overigens zinnen tegenkomen die meer dan één hulpwerkwoord bevatten.

Je kind kan een hulpwerkwoord vinden door de zin in een andere tijd te zetten. Het hulpwerkwoord verandert dan namelijk mee, terwijl het voltooid deelwoord hetzelfde blijft.

Hulpwerkwoorden van tijd is de overkoepelende term voor hulpwerkwoorden van de voltooide tijd (‘hebben’ en ‘zijn’) en hulpwerkwoorden van de toekomende tijd (‘zullen’). 

Op de basisschool komt je kind in aanraking met hulpwerkwoorden in de voltooide en toekomende tijd. Naast hulpwerkwoorden van tijd bestaan er onder andere hulpwerkwoorden van de lijdende vorm (‘zijn’ of ‘worden’).

Oefenen met hulpwerkwoorden kan door gebruik te maken van werkbladen. Daarnaast kan je kind online oefenen met hulpwerkwoorden in de vorm van quizzen en games. Beperkt het oefenen tot zo’n kwartiertje per dag. Geef hem bovendien positieve feedback als hij (weer) geoefend heeft met hulpwerkwoorden, want hierdoor krijgt hij vertrouwen.