De bedrijvende en lijdende vorm

Zinnen kunnen in de bedrijvende en lijdende vorm staan. De bedrijvende vorm staat ook wel bekend als de actieve vorm. ‘Esther koopt een ijsje.’ is een voorbeeld van een zin in de bedrijvende vorm. Het onderwerp doet namelijk iets als een zin in de bedrijvende vorm staat. Bij zinnen in de lijdende vorm ondergaat het onderwerp juist iets, maar is zelf niet actief. De zin Een ijsje wordt gekocht (door Esther).’ is hier een voorbeeld van. De lijdende vorm wordt ook wel de passieve vorm genoemd. Op deze pagina lees je alles wat je moet weten over beide vormen.


De bedrijvende vorm

Bij zinnen in de bedrijvende vorm is het onderwerp van de zin degene die handelt. ‘Piet koopt een fiets.’ is een voorbeeld van een zin die in de bedrijvende vorm staat. Piet (onderwerp) is namelijk degene die de fiets koopt. Hierin verschilt de bedrijvende vorm van de lijdende vorm, want bij de lijdende vorm ondergaat het onderwerp een handeling. Omdat het onderwerp in de bedrijven vorm zelf handelt, staan dergelijke zinnen ook wel bekend als actieve zinnen.

Herkennen van de bedrijvende vorm

Een zin die in de bedrijvende vorm staat, is actief geschreven. In tegenstelling tot de lijdende vorm staat er in dergelijke zinnen geen hulpwerkwoord als ‘worden’ of ‘zijn’. Het onderwerp is dan zelf niet degene die handelt.

Voorbeelden van zinnen die in de bedrijvende vorm staan

Je weet inmiddels wat het verschil is tussen de bedrijvende en lijdende vorm. Om je kind dit verschil duidelijk te maken, kun je vast en zeker wel een aantal voorbeelden van actieve zinnen gebruiken. De onderstaande voorbeeldzinnen staan allemaal in de bedrijvende vorm.

  • Eduard rent naar huis
  • Fatima had het examen gehaald.
  • Linda schreef een boek.

De lijdende vorm

In een bedrijvende zin handelt het onderwerp zelf, terwijl dit bij een lijdende zin niet het geval is. Hier ondergaat het onderwerp alleen iets, maar is het zelf niet actief. De volgende zin staat in de lijdende vorm: ‘De fiets is verkocht.’ Doordat het onderwerp (‘de fiets’) hier zelf niet actief is maar alleen iets ondergaat, wordt zo’n zin ook wel een passieve zin genoemd.

Herkennen van de lijdende vorm

Je weet inmiddels wat de lijdende vorm is, maar je kunt je kind mogelijk nog niet helpen bij het herkennen van deze vorm. Je kind kan passieve zinnen op de volgende manieren herkennen:

  • Zinnen in de lijdende vorm bevatten vaak een vorm van het hulpwerkwoord ‘worden’, maar kunnen ook een vorm van ‘zijn’ bevatten.
  • Eline wordt gefeliciteerd.
  • De kamer was versierd.
  • Er staat altijd een voltooid deelwoord in een zin die in de lijdende vorm staat.
  • De verloren schoenen zijn gisteren opgehaald.
  • Een passieve zin kan het woordje ‘door’ bevatten.
  • Omar werd opgehaald door Ali.

Stappen om van een zin in de bedrijvende vorm de lijdende vorm te maken en andersom

Een zin in de bedrijvende vorm kan omgezet worden in een zin in de lijdende vorm en andersom. Hier wordt tijdens de lessen taal op de basisschool aandacht aan besteed. Weet je kind niet precies hoe hij dit aanpakt? Laat hem dan de onderstaande stappen doorlopen. Hierdoor lukt het je kind vast om passieve zinnen om te zetten in actieve zinnen en vice versa.  

Stappenplan bedrijvende vorm naar lijdende vorm

Voorbeeldzin: Hielke bakt het brood. 

  • Maak een voltooid deelwoord van de persoonsvorm en voeg het hulpwerkwoord ‘worden’ toe aan de zin. → ‘bakt’ wordt ‘wordt gebakken’
  • Maak van het lijdend voorwerp het onderwerp van de zin. → ‘Hielke’ was het onderwerp, maar nu wordt ‘het brood’ het onderwerp van de zin.
  • Voeg het woordje ‘door’ toe aan de zin en zet hier het ‘oude’ onderwerp achter. → ‘Hielke’ wordt ‘door Hielke’

Het doorlopen van de bovenstaande stappen resulteert uiteindelijk in de lijdende/passieve zin:

Het brood wordt gebakken door Hielke.

Stappenplan lijdende vorm naar bedrijvende vorm

Voorbeeldzin: De kroket wordt gekocht door Thomas.

  • Het onderwerp van de zin wordt het lijdend voorwerp → ‘De kroket’ is het onderwerp in de voorbeeldzin, maar dit wordt nu het lijdend voorwerp
  • Haal het woordje ‘door’ weg. Het gedeelte dat hierachter staat wordt het onderwerp. → ‘door Thomas’ wordt ‘Thomas’, dit wordt het ‘nieuwe’ onderwerp van de zin.
  • Haal het hulpwerkwoord uit de zin en zet het voltooid deelwoord om naar de persoonsvorm. → ‘wordt gekocht’ verandert in ‘koopt’.

Het doorlopen van de bovenstaande stappen resulteert in deze actieve zin:

Thomas koopt een kroket.

Regels waar je rekening mee moet houden

Wie een zin in de lijdende vorm om wil zetten naar de bedrijvende vorm of andersom, moet rekening houden met een aantal regels. Eén van de belangrijkste regels is dat de zin altijd in dezelfde tijd moet blijven staan als je kind hem om gaat zetten naar de andere vorm. Daarbij komt dat zowel de lijdende als bedrijvende vorm in de voltooide en onvoltooide tijd kan staan. In zinnen die in de voltooide tijd staan, komt het hulpwerkwoord ‘zijn’ voor. In zinnen die in de onvoltooide tijd staan wordt juist het hulpwerkwoord ‘worden’ gebruikt. De onderstaande tabel maakt duidelijk hoe de vork in de steel zit. 

Tijd

Bedrijvende vorm

Lijdende vorm

Onvoltooid tegenwoordige tijd

Nikki kiest Aylin.

Aylin wordt gekozen (door Nikki).

Onvoltooid verleden tijd

Nikki koos Aylin.

Aylin werd gekozen (door Nikki).

Voltooid tegenwoordige tijd

Nikki heeft Aylin gekozen.

Aylin is gekozen (door Nikki).

Voltooid verleden tijd 

Nikki had Aylin gekozen. 

Aylin was gekozen (door Nikki).

Oefenen met de bedrijvende en lijdende vorm

Staat de zin ‘De beer zwaait naar zijn nieuwe vriend.’ in de lijdende of bedrijvende vorm? Dit zijn vragen die je kind tegen kan komen als hij online gaat oefenen met de bedrijven de lijdende vorm. Het grote voordeel van online oefenen met de bedrijvende en lijdende vorm is dat je kind op een leuke manier oefent. Hierdoor blijft de materie vaak beter hangen. Naast online quizzen en games kan je kind ook oefenen met de bedrijvende en lijdende vorm door werkbladen te downloaden. Daarnaast kan hij op school om extra oefenmateriaal vragen. 

FAQ – Lijdend voorwerp

De lijdende vorm is een vorm waarin een zin kan staan. Een zin staat in de lijdende vorm als het onderwerp iets ondergaat in plaats van zelf iets doet. Een zin in de lijdende vorm wordt ook wel een passieve zin genoemd.

De bedrijvende vorm is een vorm waarin een zin kan staan. Er is sprake van de bedrijvende vorm als het onderwerp zelf iets doet in plaats van iets ondergaat. Een zin in de bedrijvende vorm wordt ook wel een actieve zin genoemd.

Er zijn meerdere verschillen tussen de bedrijvende en lijdende vorm. Bij de bedrijvende vorm doet het onderwerp iets, terwijl het onderwerp bij de lijdende vorm iets ondergaat. Daarnaast wordt in een lijdende zin een vorm van het hulpwerkwoord ‘worden’ of ‘zijn’ gebruikt.

Je kind herkent een passieve zin aan de aanwezigheid van (een vorm van) het hulpwerkwoord ‘worden’ of ‘zijn’. Voor zinnen in de onvoltooide tijd wordt ‘worden’ gebruikt en voor zinnen in de voltooide tijd ‘zijn’. Als in de zin ook een actie van iemand of iets staat, dan staat daar het woord ‘door’ voor.

In een actieve zin doet het onderwerp van de zin zelf iets.