Week Tegen Pesten 2025: praktische thuisactiviteiten van juf Shelby

Juf Shelby

Van 22 t/m 26 september is het de Week Tegen Pesten 2025. Het thema dit jaar is “Kijk ’s door een andere bril, en zie: je klas is een team.” Als kinderen zich verbonden voelen met hun klas, neemt pestgedrag af en groeit het gevoel van veiligheid en plezier op school.
Maar wist je dat jij als ouder thuis ook iets kunt doen om je kind hierbij te ondersteunen? In dit blog deel ik praktische thuisactiviteiten waarmee je samen met je kind werkt aan verbondenheid, empathie en samenwerking.

Waarom verbondenheid, empathie en samenwerking zo belangrijk zijn

‘Uit onderzoek blijkt dat kinderen die zich verbonden voelen met hun klas en school minder vaak gepest worden en zich gelukkiger voelen’ (NJI, 2024).

Het ontwikkelen van empathie (je kunnen inleven in een ander) helpt kinderen om begripvol en respectvol met elkaar om te gaan. Ook samenwerken speelt een grote rol: als kinderen leren samen doelen te bereiken, ervaren ze dat ieder kind iets waardevols bijdraagt (Doolaard & Veenstra, Rijksuniversiteit Groningen, 2023). Deze drie vaardigheden vormen samen de basis voor een positief klassenklimaat, waarin kinderen zich veilig voelen en beter kunnen leren.

Empathie en verbinding leren begint thuis

Empathie en verbondenheid groeien niet vanzelf; kinderen leren dit vooral in de dagelijkse kleine momenten van jou (jij bent het rolmodel). Als ouder kun je je kind helpen door bewust samen stil te staan bij gevoelens, zowel die van je kind als van anderen. Vraag bijvoorbeeld: “Hoe denk je dat je vriendje zich voelde toen dat gebeurde?” of “Wat zou jij fijn vinden in zijn plaats?” Zulke vragen helpen kinderen zich in te leven en verbinding te ervaren.

Verbinding ervaar je thuis

Het gaat niet alleen om woorden, maar ook om hoe je als gezin met elkaar omgaat: de sfeer aan tafel, hoe je elkaar steunt en hoe je samenwerkt bij kleine taken. Kinderen leren empathie door te ervaren hoe het is om gezien en gehoord te worden en nemen dat mee naar school. Door liefdevolle aandacht, open gesprekken en gezamenlijke rituelen geef je je kind dus niet alleen praktische vaardigheden mee, leer je je kind ook om in verbinding te blijven met anderen.

Een paar eenvoudige rituelen:

  • Complimentenrondje (bijvoorbeeld voor het slapengaan): ieder gezinslid zegt iets positiefs over de ander.
  • De dag delen aan tafel: iedereen vertelt iets dat leuk was en iets dat lastig was vandaag.
  • Samen helpen: laat je kind een taakje samen met jou of een broertje/zusje doen, en benoem daarna hoe fijn samenwerking voelt.
  • Luisterminuutje: één gezinslid mag even vertellen wat hem of haar bezighoudt, de anderen luisteren zonder te onderbreken.

Door zulke kleine gewoontes mee te nemen in de dag, voelt je kind dat verbinding en empathie geen losse lessen zijn, maar een manier van samenleven.

Zo sluit je thuis aan bij wat school doet in de Week Tegen Pesten 2025

Tijdens de Week Tegen Pesten 2025 besteden veel scholen extra aandacht aan het thema van dit jaar: “Kijk ’s door een andere bril, en zie: je klas is een team.” Leerkrachten gebruiken lessen, filmpjes en gesprekken om kinderen te laten ervaren hoe belangrijk samenwerking en respect voor elkaar zijn. Soms werken klassen aan gezamenlijke projecten, maken ze teamafspraken of doen ze spelletjes die de groepsband versterken. Het doel is steeds hetzelfde: kinderen laten voelen dat ze er allemaal bij horen.

Als ouder kun je hier mooi bij aansluiten door thuis ook kleine activiteiten te doen. Zo versterk je samen met school het gevoel van verbondenheid.

Een paar ideeën:

  • De “andere bril”-oefening: knutsel samen een grote papieren bril en doe alsof je door de ogen van een klasgenoot of iemand anders uit je gezin kijkt. Wat zie of voel je dan?
  • Talentenposter maken: laat je kind tekenen of opschrijven waar hij of zij goed in is en wat klasgenoten of andere gezinsleden goed kunnen. Zo leert je kind dat ieder kind iets waardevols bijdraagt.
  • Samenwerkingsspelletjes: bouw een toren, maak een puzzel of organiseer een mini-estafette in de tuin. Bespreek daarna hoe fijn het was om samen een doel te bereiken.
  • Complimentenkaartjes: schrijf positieve eigenschappen op kaartjes en geef die aan elkaar. Zo oefent je kind om met waardering naar anderen te kijken.

Ook voor slachtoffers leerzaam: kijken door een andere bril

Misschien lees je dit blog en denk je: “Leuk die activiteiten, maar mijn kind zit nu midden in een pestsituatie.” Als je kind gepest wordt, is het logisch dat je vooral de pijn en het onrecht ziet. Dat mag er zijn. Tegelijkertijd kan het waardevol zijn om je kind voorzichtig te helpen ook “door een andere bril” te kijken. Niet om het pesten goed te praten, maar om te leren begrijpen hoe situaties ontstaan en wat je eigen kracht kan zijn.

Je kunt samen onderzoeken:

  • “Wat zou een reden kunnen zijn dat die ander zo doet” (Bijvoorbeeld onzekerheid, erbij willen horen, niet weten hoe anders om te gaan met gevoelens.)
  • “Hoe voelde jij je toen dit gebeurde, en wat zou je de volgende keer kunnen doen?”
  • “Welke kwaliteiten van jou helpen jou in zulke situaties?”
  • “Wie kan jou steunen als dit gebeurt?”

Zo leert je kind dat het niet machteloos is, maar invloed kan uitoefenen op hoe het met de situatie omgaat. Empathie betekent ook dat je breder kunt kijken dan alleen je eigen rol. Dat vergroot veerkracht en helpt kinderen sterker in een groep te staan.

Belangrijk om te onthouden: jij kunt het pesten als ouder niet oplossen met goedbedoelde adviezen. Het meest helpende wat je kunt doen, is er voor je kind zijn. Luister, geef ruimte voor emoties en laat merken dat je je kind gelooft en steunt.

Wil je meer weten?

De Week Tegen Pesten 2025 is een waardevolle kans om samen met school en thuis aandacht te geven aan verbondenheid, empathie en samenwerking. Kleine activiteiten thuis maken al een groot verschil in hoe kinderen zich voelen en hoe ze leren kijken door een andere bril.

👉 Wil je meer weten over de Week Tegen Pesten of inspiratie opdoen voor activiteiten op school? Kijk dan op www.weektegenpesten.nl

Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam ‘Juf Shelby‘ over opvoeding, onderwijs en gedrag.

Geraadpleegde bronnen:
Nederlands Jeugdinstituut. (2024). Pesten en de rol van school en ouders. Utrecht: NJi.

Doolaard, S., & Veenstra, R. (2023). Samen leren en sociale veiligheid in de klas. Rijksuniversiteit Groningen.

Stichting School & Veiligheid. (2025). Thema Week Tegen Pesten 2025: Kijk ’s door een andere bril, en zie: je klas is een team. Geraadpleegd via https://www.weektegenpesten.nl

Squla spelen via Basispoort: veilig en makkelijk in de klas

Juf Shelby

Met de nieuwe Basispoortkoppeling wordt Squla een stuk makkelijker inzetbaar in de klas. Oefen gratis met je klas van 08.30 tot 15.30 uur (op woensdag tot 15.00 uur). Je voegt Squla eenvoudig toe aan je lesprogramma of weektaak, zodat leerlingen zelfstandig kunnen oefenen. Of het nu gaat om extra uitdaging of om herhaling van lesdoelen. In dit blog geef ik uitleg én praktische tips hoe je Squla handig kunt inzetten tijdens je les.

Basispoort veilig en eenvoudig

Nadat de ICT-coördinator Squla heeft toegevoegd aan Basispoort wordt er automatisch een leerkracht account aangemaakt. Hierna kun je als leerkracht eenvoudig je klas toegang geven tot Squla. Voortaan kunnen de kinderen uit je klas zonder wachtwoord eenvoudig en veilig inloggen op Basispoort. Daarnaast heb je de mogelijkheid om zelf doelen aan te maken. Omdat leerkrachten samen gekoppeld kunnen worden kan dit ook door je duo-collega gedaan worden.

Automatische koppeling en AVG-proof!

De koppeling met Basispoort biedt nog meer voordelen voor jou als leerkracht. Omdat leerlingen automatisch vanuit het leerlingvolgsysteem gekoppeld kunnen worden, scheelt dit veel tijd met het handmatig aanmaken van accounts. Bovendien is de koppeling AVG-proof: er worden geen onnodige leerlinggegevens gedeeld met Squla, waardoor je als school zeker weet dat de privacy van je leerlingen goed beschermd is.

Ook handig: leerlingen hoeven maar één keer in te loggen voor alle gekoppelde applicaties, waardoor de drempel om Squla daadwerkelijk in te zetten lager wordt.

Squla inzetten in de klas

Squla is heel eenvoudig in te zetten in de klas. Denk aan:

  • Startopdracht bij het binnenkomen om 08:30 uur.
  • Klaaropdracht op de weektaak of na een les.
  • Extra uitdaging: bijvoorbeeld opdrachten met vreemde talen of voor natuur en techniek.
  • Remediering: extra oefenen met het rekenlesdoel van de week op Squla.
  • NT2: met taal en woordenschat oefeningen kunnen NT2 leerlingen extra taal oefenen.
  • Voorbereiden op toetsen: wennen aan de vraagstelling van Cito, IEP en Route8.

Gratis en de ideale zelfstandige klaaropdracht

Als leerkracht kun je zelf doelen instellen per leerling. Hierdoor kun je Squla handig inzetten als gerichte extra oefening voor bepaalde vakken, lesdoelen die niet behaald zijn, of als klaaropdracht op de weektaak. Het mooie is dat Squla via Basispoort gratis beschikbaar is voor scholen. Omdat leerlingen zelfstandig met Squla aan de slag kunnen, is het ook een fijne oefening om in te zetten tijdens het zelfstandig werken.

Squla voor NT2-leerlingen

Persoonlijk vond ik als juf Squla ook heel handig om in te zetten bij nieuwe NT2-leerlingen die nog geen Nederlands spraken. Met woordenschatspelletjes konden ze al snel zelfstandig aan de slag op momenten waarop ik even niet 1 op 1 kon ondersteunen.

Voorbereiden op toetsen met Squla

Met Squla kun je je klas spelenderwijs laten kennismaken met de vraagstelling die op toetsen gebruikt wordt. Zo raken kinderen vertrouwd met meerkeuzevragen en het maken van digitale toetsen. Voor vakken zoals rekenen, begrijpend lezen en taalverzorging zijn er voorbereidende oefeningen op Squla om te wennen aan de vraagstelling. Ideaal om klassikaal te behandelen of de kinderen ter voorbereiding aan te laten wennen tijdens zelfstandig werk.
Ook ter voorbereiding op de doorstroomtoets maken kinderen in groep 8 alvast kennis met de vraagstelling van drie belangrijke toetsaanbieders: Cito, Route 8 en IEP.

Squla als voorbereiding op de brugklas in groep 8

  • Met de onderdelen als redactiesommen basis, redactiesommen oefenen en redactiesommen gevorderd kun je heel gericht je klas laten oefenen met redactiesommen.
  • Met het onderdeel toetsen kun je de klas spelenderwijs voorbereiden op de doorstroomtoets.

Squla inzetten als adaptieve oefening in de klas

Heb je leerlingen die een eigen leerlijn hebben, of bepaalde basisdoelen van rekenen nog niet goed beheersen? Dan is Squla handig om deze doelen extra en zelfstandig te laten herhalen. Doordat je als leerkracht de regie hebt over welke doelen en onderdelen je instelt, kun je eenvoudig oefeningen voor leerlingen op adaptieve wijze klaar zetten. Nog even de automatisering tot 100 herhalen, of extra tafels oefenen wordt zo makkelijk voor jou als leerkracht én leuk en speels voor de kinderen!

Bespaar tijd

Met de koppeling via Basispoort is Squla toegankelijker dan ooit. Je bespaart tijd, werkt veilig en biedt je leerlingen op een speelse manier extra oefening en uitdaging. Of je nu inzet op herhaling, verrijking of voorbereiding op toetsen: Squla past moeiteloos in je les!

Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam ‘Juf Shelby‘ over opvoeding, onderwijs en gedrag.

Waarom kinderen in de eerste schoolweken vaker dwars, boos of chagrijnig zijn: juf Shelby legt uit.

Juf Shelby

De vakantie is al een paar weken voorbij, je kind is zo’n 2-3 weken in de nieuwe groep gestart en ineens merk je dat zijn of haar gedrag verandert. Je kind is sneller boos, lijkt dwars te doen of barst thuis ineens uit in tranen of een driftbui. Herkenbaar? Je bent zeker niet de enige.
In dit blog leg ik uit waar dit gedrag vandaan komt én hoe je er als ouder of leerkracht mee om kunt gaan.

Overprikkeling: te veel nieuwe indrukken

Stel je voor dat jij bij een nieuwe baan begint: alles is anders, je moet wennen aan je nieuwe baas, waar alle spullen liggen en aan de werksfeer en hoe iedereen met elkaar omgaat. De eerste periode is vaak erg intensief. Dit is exact wat jouw kind ook ervaart!

De start van een schooljaar (en zeker voor kinderen die starten in groep 0 of 1) zit vaak vol nieuwe prikkels. Een ander lokaal, een nieuwe juf of meester, een ander dagritme en soms hogere verwachtingen. Allemaal nieuwe prikkels. En wat is daar vaak een reactie op? Boos worden, tegendraads doen of jezelf terugtrekken (het emmertje is na zo’n schooldag met prikkels gewoon sneller vol). López et al. (2025) beschrijven dat juist de overgang naar school (groep 0/1 of kleutergroep) veel spanning oproept, waardoor tijdelijk meer emotionele uitbarstingen of terugvalgedrag zichtbaar kan zijn.

Wennen aan ‘volgzaam’ zijn

De dagen in de vakantie waren hoe dan ook anders, dagen waarop je kind veel meer autonomie had. Op school is het ritme veel strakker: op tijd opstaan, regels volgen, meegaan in de activiteiten van de klas. Die vaste structuur op school geeft enerzijds ‘veiligheid’, maar vraagt ook veel aanpassingsvermogen. Je ziet vaak dat kinderen op school keurig meegaan in de groepsactiviteiten, maar thuis ineens in de weerstand gaan. In de veilige omgeving van thuis hebben ze weer autonomie (wat eigenlijk heel gezond is). Maar daardoor hoor je dus thuis ineens ‘ik wil dit niet’, ‘waarom moet dit zo?’. Eigenlijk een ultieme poging van je kind om even weer zelf de controle te hebben.

Opstandig gedrag is een compliment voor jou

Een schooldag vraagt enorm veel energie (ook spelen in de zandbak als kleuter… denk maar eens aan conflictjes zoals wie de schep als eerste mag). Kinderen moeten zich concentreren, luisteren, samenwerken en leren. Wanneer ze thuiskomen, is hun batterij vaak helemaal leeg. Juist bij hun eigen ouders voelen ze zich veilig genoeg om spanning los te laten. Dat verklaart waarom een kind dat op school heel rustig was, thuis ineens ontploft. Opstandig gedrag is dus eigenlijk een compliment voor jou, dat je kind zich veilig genoeg voelt bij jou om zichzelf te zijn en zich te laten gaan. (ik weet het, dit klinkt gek… maar weinig kinderen laten zich in een groep klasgenoten helemaal ontladen… en thuis is het veilig en vertrouwd om dit wel te doen).

Recente onderzoeken laten zien dat het gedrag van kinderen in de eerste schoolweken nauw samenhangt met hun vermogen om emoties en gedrag te reguleren. Zo benadrukt Adynski et al. (2024) dat kinderen die beter kunnen omgaan met hun emoties, minder vaak boos of dwars gedrag laten zien wanneer ze starten op school. Ook zelfregulatie het vermogen om impulsen te beheersen en aandacht vast te houden blijkt volgens Gys et al. (2024) een belangrijke voorspeller van hoe goed kinderen zich aanpassen in de klas. Emotieregulatie is precies iets wat kleuters nog moeten leren, wat vaak vooral op jonge leeftijd voor dit opstandige gedrag zorgt.

Daarnaast spelen sociale vaardigheden een grote rol. Uit onderzoek van Ünlüer et al. (2024) blijkt dat kinderen die beter begrijpen wat anderen denken en voelen (de theory of mind), makkelijker vriendjes maken en minder vaak grensoverschrijdend gedrag laten zien.

Kortom: boos of dwars gedrag is vaak geen “onwil”, maar een teken dat kinderen nog bezig zijn om hun emoties, zelfbeheersing en sociale vaardigheden in te zetten in een nieuwe, spannende omgeving of deze nog volop aan het ontwikkelen zijn omdat ze nog jong zijn.

Een boze bui is vaak een uitlaadklep en geen onwil.” – Juf Shelby

Sociale vaardigheden: soms lastiger dan rekenen of taal

Voor veel kinderen is het leren van sociale vaardigheden minstens zo moeilijk en soms zelfs moeilijker dan het leren van rekenen of taal. Waar je sommen en letters stap voor stap kunt oefenen, zijn emoties en omgangsvormen complexer én zeker in een grote klas! Hoe weet je wanneer je moet wachten op je beurt? Hoe leer je zeggen dat je iets niet fijn vindt, zonder boos te worden? Dat zijn grote, complexe stappen, vooral voor een kleuter. Je kunt je kind hierbij helpen door sociale situaties hardop te verwoorden (“Kijk, je vriendje wil ook met de bal spelen, zullen we het samen doen?”), door samen te oefenen met rollenspellen, of door boekjes te lezen over vriendschap en gevoelens. Benoem vooral positief gedrag dat je ziet: “Wat fijn dat je even wachtte tot je aan de beurt was.” .

Emotionele spanning en onzekerheid

Probeer je in te leven in de spanningen van je kind. Een nieuw schooljaar roept veel vragen en onzekerheden op, zelfs nog in groep 3 t/m 8. Dingen die voor ons volwassenen inmiddels klein lijken zijn voor je kind vaak groots (misschien herinner je ze zelf ook nog van je basisschooltijd). En juist de kinderen met de stoerste grote mond, hebben echt het kleinste hartje. Ieder kind heeft zijn onzekerheden.

Kan ik dit wel?
Wie zijn mijn vriendjes?
Hoor ik erbij?
Wat verwacht de juf of meester van mij?

Doe ik het goed?

Groepsvorming in de gouden weken

Met name in de eerste 6 weken van het schooljaar is bij veel kinderen in het gedrag merkbaar dat ze het pittig hebben. Dit heeft ook alles te maken met de ‘gouden weken’, de eerste weken van het schooljaar waarin de groep zich vormt in verschillende fases. Lees hier meer over in mijn blog over de gouden weken.

Handige tips tijdens die dwarse eerste schoolweken

  • Begrip en verbinding: door te lezen wat de onderliggende oorzaak is van het gedrag krijg je meer begrip en zachtheid voor deze buien. Laat je kind voelen dat je er voor hem bent, ook als hij boos of verdrietig is. Juist die verbinding maakt dat ze sneller weer in balans komen.
  • Nabijheid: meer nabijheid van papa en mama, samen iets doen en 1 op 1 tijd.
  • Blijf voorspelbaar: duidelijke afspraken over bedtijd en schermtijd bieden houvast.
  • Geef ruimte voor een stapje terug (terugvalgedrag): soms zie je dat kinderen die ineens veel nieuwe dingen te verwerken hebben graag weer een stapje terug doen: ineens met speelgoed spelen waar ze al ‘groot’ voor zijn of zich kinderlijker gedragen. Dit voelt veilig. Geef ruimte voor het stapje terug en vermijd opmerkingen zoals ‘nu zit je op de grote school en ben je groot genoeg om…‘ Dit geeft namelijk onbewust druk.
  • Autonomie: zorg voor veel momenten waarop je kind weer zelf de autonomie mag pakken. Laat je kind eigen kleine keuzes maken: wil je eerst spelen of even uitrusten? Werk je dit sommenblad nu of straks af? Zo voelen ze zich gehoord en houden ze regie.
  • Stel niet te veel vragen: een simpel ‘Hé fijn om je te zien! aan het einde van een schooldag werkt soms beter dan meteen een kruisverhoor met: wat heb je gedaan, hoe was het… etc. Veel kinderen willen pas op een later moment vertellen bijvoorbeeld in bed. Hierdoor hebben ze even wat verwerkingstijd gehad.
  • Geef je kind tijd om te ontladen. Plan niet te veel activiteiten, soms juist lekker even thuis rommelen, een filmmiddagje of iets thuis doen waar je kind graag mee speelt is veel relaxter dan allerlei spectaculaire uitjes.

Als je kind ineens ‘stoute woorden’ gebruikt

Naast boze buien kan het zijn dat kinderen in de eerste schoolweken thuis ineens woorden gebruiken waarvan je schrikt: scheldwoorden, brutaal taalgebruik of uitdrukkingen die je niet van ze gewend bent. Dit komt vaak doordat kinderen op school in aanraking komen met een veel bredere woordenschat dan in de veilige omgeving thuis.

Volgens de sociaal-cognitieve leertheorie van Albert Bandura leren kinderen namelijk ook door modelleren: ze nemen gedrag en taal van anderen over door observatie en imitatie. Horen ze klasgenoten bepaalde woorden gebruiken, dan zullen ze die uitproberen, vaak zonder volledig te begrijpen wat het betekent. Daarbij speelt ook de behoefte aan sociale aansluiting een rol: door hetzelfde taalgebruik te hanteren, willen kinderen erbij horen. Het is een soort van ‘norm’ waarmee ze nu te maken hebben.

Belangrijk is om dit gedrag niet meteen af te doen als ‘slecht’, maar het te zien als onderdeel van hun sociale leerproces. Het is wél waardevol om samen te bespreken wat woorden betekenen, waarom sommige woorden kwetsend zijn en welke taal wél prettig is om te gebruiken. Zo leren kinderen hun woordenschat uitbreiden, maar ook verantwoordelijkheid nemen voor de effecten van hun taal.

Tips voor ouders bij scheldwoorden en brutaal taalgebruik

1. Blijf rustig en reageer neutraal
Kinderen proberen vaak gewoon uit wat ze gehoord hebben. Als jij heel heftig reageert, kan dat het juist aantrekkelijker maken. Zeg rustig: “Dat is een woord dat wij thuis niet gebruiken.”

2. Benoem het effect van woorden
Leg uit waarom bepaalde woorden kwetsend of onaardig zijn. Bijvoorbeeld: “Als je dat zegt, kan iemand zich verdrietig voelen.” Zo leer je je kind om taal te verbinden aan gevoelens en gevolgen.

3. Bied alternatieven
Geef je kind andere woorden of manieren om zich te uiten. Bijvoorbeeld: “In plaats van dat woord kun je zeggen dat je boos bent, of dat je het stom vindt.”

4. Kies je strijd
Niet elk woord hoeft een groot probleem te zijn. Soms is het genoeg om het te negeren, vooral als je merkt dat je kind het juist zegt om aandacht uit te lokken. Kies bewust wanneer je corrigeert en wanneer je het beter even kunt laten gaan.

5. Geef zelf het goede voorbeeld
Kinderen leren vooral door te horen en zien. Gebruik zelf vriendelijk en respectvol taalgebruik, ook als je boos bent. Zo laat je zien dat er andere manieren zijn om emoties te uiten.

Dit gedrag is meestal tijdelijk, na een paar weken vinden kinderen hun draai en neemt de spanning af. Gun ze die tijd, en vertrouw erop dat jouw geduld, begrip, aanwezigheid en voorspelbaarheid hun grootste houvast zijn.” – Juf Shelby

Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam ‘Juf Shelby‘ over opvoeding, onderwijs en gedrag.

Geraadpleegde bronnen:

Adynski, H., Mares, A., Lyddon, M., & Daneri, M. (2024). The role of emotional regulation on early child school behaviour across settings and informants. Early Childhood Research Quarterly, 72, 251–265.

Bandura, A. (1986). Social foundations of thought and action: A social cognitive theory. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall.

López, B. A., Villar, P., & Lafuente, E. (2025). Challenges in the transition to kindergarten and children’s psychological adjustment. Early Childhood Research Quarterly, 73, 15–27

‘Die andere moeders doen ook maar wat…’ juf Shelby over moederschap

Juf Shelby

Na de geboorte van onze oudste lag ze in de wieg en begon te huilen. Ojee… en nu?! schoot er door mijn hoofd. Ondanks vier jaar HBO-studie over opvoeding en kinderen én een Master… had ik geen idee of ik het nu wel of niet goed deed door haar op te pakken. In dit blog neem ik je mee in de struggles in het moederschap die ik ervaar en jij mogelijk herkent.

Het goed willen doen

Onder de struggles die we in het moederschap ervaren, ligt vaak één belangrijke oorzaak: we willen het graag goed doen. De liefde die je voelt voor je eigen kind is niet in woorden uit te drukken en daar wil je het allerbeste voor doen. Bij mij gaf het bij mijn eerste dochter veel houvast om theorie te lezen, dus alle babyboeken van ‘Oei, ik groei…‘ tot aan ‘De blije baby…’ en een overload aan babyblogs en apps vond ik heerlijk om te lezen. En bij mijn tweede kind las ik eerlijk gezegd bijna niets meer…

Heb jij niks met lezen? Het één is niet beter dan het ander. Ik denk dat je met de intentie om het goed te willen doen al een heleboel intuïtief juist vanzelf heel goed doet. Maar dat de essentie ligt in vertrouwen op je intuïtie en groeien in je moederrol. En doet iemand anders het in je omgeving anders.. nou en!

De uitspraak “mother knows best” heeft me dit doen beseffen. Het is een bekende uitdrukking in het Engels en wordt vaak gebruikt in situaties waarin wordt gesuggereerd dat moeders door hun ervaring, zorgzaamheid en intuïtie vaak beter weten wat goed is voor hun kinderen (of soms zelfs voor anderen in hun omgeving). Ik merk dat ik nu ook vanuit mijn ogen als ‘juf’ ook anders kijk naar andere ouders, met meer zachtheid en begrip.

Onzekerheid en afkeuring van anderen…

Het meest lastige vond ik wel om me niet druk te maken over wat anderen van mijn keuzes vonden. Kreeg ik veel betweterige adviezen of afkeuring? Nee hoor, eigenlijk helemaal niet! Toch maakte ik me in mijn hoofd er soms wél druk om. Wat zouden ze denken als ik haar nu meteen troost? Soms hielp het vooral mezelf om anderen uit te leggen waarom ik ervoor koos mijn baby niet te laten huilen. Eigenlijk deed ik die uitleg vooral voor mezelf, besef ik nu. Vaak zijn we in ons hoofd veel strenger voor onszelf en bang voor het oordeel van anderen. Wat er misschien niet eens is!

Theorie in de praktijk: de good enough mother

Een gedachte die mij hielp, komt van psycholoog Donald Winnicott. Hij schreef over de good enough mother: een ouder hoeft niet perfect te zijn, maar ‘goed genoeg’. Het is juist in de kleine dingen die fout gaan en het soms niet meteen weten dat een kind leert omgaan met de echte wereld. Je kind leert frustratie verdragen, veerkracht ontwikkelen en ziet dat fouten maken normaal is. Dat besef gaf mij zoveel rust. Ik hóef geen 10 te scoren als moeder, een 7 is vaak al meer dan genoeg en soms haalt mijn overprikkelende reactie een 4. So be it!

Verwachtingen: jij bent juf dus jouw kinderen luisteren vast heel goed

Laat ik je meteen uit de droom helpen… nope! Was het maar zo simpel. Dan zou iedereen voorafgaand aan een zwangerschap de PABO kunnen volgen en opvoeden zou easy zijn. Natuurlijk heb ik vanuit mijn werk als juf wel wat opvoed-skills meegenomen waar ik vaak aan denk:

  • Wil je bepaald gedrag niet 30 keer in de klas zien, begrens dan meteen de eerste keer.
  • Rust, reinheid en regelmaat: voorspelbaarheid met een weekschema en vaste routines geeft kinderen houvast. Daarnaast probeer ik ook balans te bieden door extra rust in te plannen in drukke intense weken voor de kinderen; even wandelen, 1 op 1 tijd of naar het bos.
  • Kinderen staan soms even stil en maken dan ineens een sprong, dus relax als het niet meteen lukt.
  • Ben jij rustig, kalm en relaxed… dan straal je dit uit naar je kind.
  • Een kind dat veel aandacht vraagt (juist al is het negatief) is vaak op zoek naar nabijheid.

Onderwijsgewoontes die ook thuis werken:

1. Keuzevrijheid binnen grenzen: Wil je rode of blauwe sokken aan?” Kinderen voelen zich gehoord en krijgen autonomie, terwijl jij toch de grenzen bepaalt. Ik vind autonomie heel belangrijk in de opvoeding. Autonomie betekent dat een kind ruimte krijgt om zelf keuzes te maken en invloed te ervaren op zijn of haar eigen leven. Het vergroot zelfvertrouwen, stimuleert motivatie en helpt bij het ontwikkelen van verantwoordelijkheid en voorkomt machtsstrijd!

    2. Complimenten gericht op inzet. Leerkrachten weten: een kind groeit van complimenten, maar nog meer van waardering voor inzet en doorzettingsvermogen. Thuis kun je dat ook toepassen. In plaats van “Wat goed gedaan” kun je zeggen: “Wat heb je goed doorgezet, ook al was het moeilijk.” Dat bouwt zelfvertrouwen op.

    3. De kracht van visualiseren. In het onderwijs zijn pictogrammen, stappenplannen of visuele dagschema’s heel normaal. Thuis kan dat ook heel helpend zijn. Denk aan een ochtendroutinekaartje (eerst aankleden, dan ontbijten, daarna tanden poetsen). Of een weekschema. Zo voorkom je honderd keer dezelfde discussie en geef je kinderen houvast. Zelf heb ik bijvoorbeeld pictogrammen op de kasten waar speelgoed in opgeborgen wordt, zo weten mijn kinderen precies wat waar hoort.

    4. Eerst de relatie, dan de taak. Een gouden regel in de klas: een kind leert pas als het zich veilig en gezien voelt en goed in zijn vel zit. Thuis werkt dat net zo. Als je kind overstuur is, helpt het soms meer om eerst even verbinding te maken (“Ik zie dat je boos bent”) dan meteen in te grijpen met regels of straffen.

    5. De kracht van herhaling en voorspelbaarheid. Op school wordt elke dag geoefend en herhaald, niet alleen omdat kinderen het anders niet begrijpen, maar ook omdat herhaling vertrouwen geeft. Thuis werkt dat net zo. Hoe vaak je ook zegt “handen wassen voor het eten”, herhaling hoort erbij. Uiteindelijk wordt het een automatisme.

    6. Voorleven werkt beter dan vertellen. Als juf of meester weet je: kinderen leren het meest door te kijken. Thuis dus ook: als jij vriendelijk “dank je wel” zegt tegen de caissière, is de kans groot dat jouw kind dat vanzelf gaat overnemen.

    Jij bent de spiegel voor je kind

    Als jij gespannen, boos of verdrietig bent, zie je je kind vaak extra tegendraads doen… (alsof ze het ‘ruiken’). Dit ben ik in mijn moederschap al zo vaak tegengekomen. Zeker in de overgang van één naar twee kinderen heb ik enorm geworsteld met mijn eigen balans, overprikkeling en rust. Inmiddels kan ik zeggen dat ik hierin door vallen en opstaan veel heb geleerd. Het grootste verschil? Dat ik nu mijn eigen rust en balans op nummer 1 zet.

    • Goed voor mijn lichaam zorgen: sporten (mijn ultieme me-time) en gezond eten. Mijn rondje hardlopen maakt mijn hoofd leeg en ik kom er altijd beter van terug. Ik kies zelfs bewust voor een vaste avond oppas regelen zodat mijn man en ik ook een avond samen kunnen sporten. Eerst voelde ik me schuldig, maar nu weet ik: dit doe ik niet alleen voor mezelf, maar voor ons gezin!
    • Na het lezen van Dear Good Morning ben ik geïnspireerd geraakt om extreem veel vroeger uit bed te gaan dan mijn kinderen. Voorheen totaal géén ochtendmens, maar nu start ik de dag rustig en met tijd voor mezelf. Want ik weet, zodra de rest wakker is sta ik ‘aan’. Ik merk dat in de ochtend stretchen, wat korte krachtoefeningen en een meditatie mij zo’n enorme relaxte start van de dag geven. Deze routine heeft zo’n positief verschil gemaakt in mijn ouderschap!
    • Me beseffen dat iedereen worstelt met ouderschap. Die moeder die stralend aan het schoolhek staat, had misschien een halfuur geleden een radeloos gevoel door een kind met een enorme driftbui thuis. Vergelijk jezelf niet: ieder huisje heeft zijn kruisje.
    • Weten dat je als ouder elke dag weer een nieuwe kans krijgt. Je mag fouten maken; je kind houdt onvoorwaardelijk van jou!!!

    Zet eerst je eigen zuurstofmasker op!

    Moederschap is prachtig, intens en soms enorm uitputtend. Er is geen handleiding die je vertelt hoe je het moet doen. Wat mij helpt? Mild zijn voor jezelf en heel goed voor jezelf zorgen (nét als in het vliegtuig; daar moet je ook eerst het zuurstofmasker bij jezelf opzetten en dan pas bij je kind om het samen te overleven). En weten dat ook die zelfverzekerde moeder op Instagram soms ook radeloos is. Dus vooral onthouden: die andere moeders doen óók maar wat 😉

    Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam ‘Juf Shelby‘ over opvoeding, onderwijs en gedrag.

    Geraadpleegde bronnen:

    Van de Rijt, H., & Plooij, F. (2019). Oei, ik groei!

    Lampe, S. (2014). Zo krijg je een blije baby: Alles over slapen, groeisprongen en voeding voor kleintjes tot 1,5 jaar (1e druk).

    De Jong, L. (2021). Dear Good Morning: De succesformule om wél iedere dag fit en energiek op te staan.

    Winnicott, D. W. (1965). The maturational processes and the facilitating environment. International Universities Press.

    Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55(1), 68–78.

      De start in groep 3 na de zomervakantie

      Juf Shelby

      Vanmorgen was het zo ver, mijn dochter startte voor het eerst in groep 3! Wat heeft ze ernaar uitgekeken deze zomer, maar er zijn ook genoeg kinderen die helemaal geen zin hebben om te starten, het één is overigens niet beter dan het ander. Of je kind nu staat te popelen of juist met knikkende knieën de klas instapt: die eerste weken zijn altijd spannend, voor kinderen én ouders. In dit blog vertel ik je over wat je kunt verwachten in de eerste periode van groep 3.

      En… heb je zin om naar groep 3 te gaan?

      Deze vraag heeft mijn dochter vaak te horen gekregen deze zomer. Haar antwoord was altijd ‘Jaaa, want ik kan al een beetje lezen‘. Ze kijkt er enorm naar uit om ‘echt’ te gaan lezen. Maar heeft jouw kind dit niet? Prima! Ieder kind is anders en eigenlijk is het ook helemaal oké als je ergens wel eens geen zin in hebt (heb jij altijd na je vakantie weer zin gehad om te gaan werken?). Ga niet ‘goedpraten’ dat het vast leuk zal worden, maar erken het gevoel eerst want dat mag er zijn! ‘Je hebt geen zin om weer naar school te gaan, dat begrijp ik‘.

      Mijn dochter heeft 2,5 jaar gekleuterd en ze is er ‘echt aan toe’. Er zit echter soms veel verschil in de ontwikkeling of je kindje nét 6 is of een half jaar ouder is. Dat zie je vooral bij kleuters die ineens in groep 3 starten. Elk kind ontwikkelt zich uniek en in een eigen tempo, na de kleuterperiode worden deze verschillen kleiner.

      Back-2-school checklist groep 3

      • Even checken of de bakjes en bekers nog voorzien zijn van naam.
      • Is de ‘kleuterrugzak‘ nog groot genoeg? Veel ouders kiezen in de kleuterleeftijd een kleinere maat, maar in groep 3 krijgen ze vaak A4 werkbladen of boekjes mee naar huis. Handig als die in de tas passen. TIP: ik zoek altijd een merk op wat ik zelf stevig en handig vindt en laat mijn dochter online ‘hartjes’ geven aan haar favoriete printje. Daarna bestellen we haar keuze. Samen in de winkel uitzoeken is nóg leuker natuurlijk!
      • Gymkleding: in groep 3 gymt de klas meestal niet meer in de eigen kleding of ondergoed, vaak heeft je kind gymkleding en gymschoentjes nodig. Dit hoor je meestal van school.
      • Kleding voor school: vaak ‘groeien’ kinderen letterlijk uit hun kleren in de zomervakantie. Vaak zijn een jas/vestje, fijne schoenen om mee op het schoolplein te rennen ineens te klein.

      Thuis lezen?

      Het is per school verschillend of je kind leeswerkjes en extra oefeningen mee krijgt. Veel scholen geven wel leesrijtjes of leesoefeningen mee naar huis. Lezen is automatiseren, en automatiseren heeft veel herhaling nodig. Voor sommige kinderen is alleen de leestijd op school te kort en is de extra herhaling thuis heel helpend.
      Heb je van de leerkracht geen specifiek leeswerk mee gekregen? Maar wil je kind zelf heel graag thuis lezen? Lezen gaat op school vaak op AVI niveau. Het geeft aan hoe vlot en nauwkeurig een kind teksten kan lezen. Het is gekoppeld aan groepen en leerjaren, zodat je weet welke teksten passen bij de fase van je kind.

      AVI helpt leerkrachten en ouders te zien of een kind op niveau leest. In groep 3 heb je de volgende niveaus:

      • AVI START: het allereerste leesniveau, korte woorden (ik, maan, roos, vis) en korte zinnen.
      • AVI M3: Dit niveau hoort bij het midden van groep 3. Kinderen lezen korte verhaaltjes met iets langere zinnen. Er komen steeds meer klankgroepen bij (zoals stoel, schaap, spel), en kinderen leren vlotter doorlezen.
      • AVI E3: Dit is het niveau voor het einde van groep 3. Teksten zijn langer en complexer: langere zinnen, samengestelde woorden, en meer leestekens. Kinderen kunnen vaak een klein verhaal in één keer doorlezen zonder te veel haperen.

      Wil je kind thuis wat extra oefenen, maar wel op een speelse manier? Er zijn verschillende materialen die dit leuk maken, zoals samenleesboekjes of leesspelletjes. Zo biedt Squla bijvoorbeeld groep-3 spelletjes waarin letters, woorden en sommen geoefend worden in korte, vrolijke opdrachten.

      Tips voor de eerste weken van het schooljaar

      Sta op tijd op voor een ontspannen start
      Vermijd ochtendstress door veel eerder uit bed te gaan. Een rustig ontbijt en genoeg tijd om aan te kleden zorgen voor een ontspannen begin van de dag. Zelf sta ik als mama bewust een half uur eerder op dan de kinderen om mijn eigen ochtendroutine te hebben: even stretchen, bewegen, mediteren of een paar bladzijden lezen. Zo begin ik ontspannen en kan ik er in alle rust voor mijn kinderen zijn. “Want een relaxte ouder in de ochtend is vaak een spiegel voor een relaxt kind.”

      Plan niet te veel na schooltijd
      De eerste weken zijn intensief: nieuwe indrukken, leren lezen en schrijven, en wennen aan de klas. Gun je kind rust door de middagen en weekenden niet helemaal vol te plannen, iets eerder op te halen van de BSO en de speelafspraakjes nog eventjes uit te stellen.

      Praten over de schooldag?
      Vraag na school juist naar het leukste, grappigste, gekste, stomste of saaiste moment van de dag in plaats van meteen naar “Wat heb je geleerd?”. Dat opent meer gesprekken. Zelf gebruik ik ook wel eens praatkaartjes, het boek Slaapklets (Gezinnig) of de kaartjes van Regenboogkracht. Daarmee komen er heel vanzelf onderwerpen op tafel die je anders misschien niet zo snel zou bespreken. Kinderen vertellen vaak niet direct bij thuiskomst, maar soms juist pas voor het slapengaan. Begroet je kind bijvoorbeeld na een schooldag met: ‘Hé wat fijn om je te zien!‘.

      Tijd om te ‘landen’.
      Soms hebben kinderen gewoon even tijd nodig om te wennen. Vaak zie je dat kinderen na een week of drie vanzelf hun draai vinden. Merk je dat je kind moe of gespannen thuiskomt, geef het dan eerst ruimte en plan momenten om echt samen te zijn. Tijdens iets bakken, tuinieren of een wandeling komt een gesprek vaak vanzelf. Blijven de zorgen, trek dan aan de bel bij de juf of meester.

      Niet naast zijn favoriete vriendje of vriendinnetje?
      Dat kan even tegenvallen. Leg uit dat de juf of meester hier vaak bewust voor kiest, bijvoorbeeld om nieuwe vriendschappen te stimuleren of voor meer rust in de klas. Erken het gevoel en de teleurstelling van je kind en vertel dat er buiten de klas genoeg tijd is om samen te spelen. Fijn om te weten: vaak wisselen leerkrachten de zitplaatsen meerdere keren per jaar, of merken vanzelf na enkele weken dat een bepaalde combi naast elkaar toch niet zo fijn is.

      Wat leren kinderen in de eerste periode van groep 3?

      De eerste weken in groep 3 voelen vaak een beetje als een nieuwe wereld. Waar kleuters nog veel spelend leren, krijgen kinderen in groep 3 voor het eerst meer structuur en langere instructies. Toch blijft er ook ruimte voor bewegen en spelen in groep 3 dat hebben ze juist nodig om goed te kunnen leren. Er wordt vaak in de eerste periode nog steeds wat vaker buiten gespeeld of er zijn speel-momenten in de klas.

      • Lezen: vanaf dag één worden letters herhaald en nieuwe letters geïntroduceerd. Kinderen ontdekken hoe ze klanken aan elkaar kunnen plakken tot woorden (m-aa-n = maan). Vaak wordt dit spelenderwijs geoefend met rijtjes, kleine verhaaltjes en digibordlessen.
      • Schrijven: de eerste werkboekjes komen op tafel. Kinderen leren letters netjes schrijven, vaak in een speciaal schrijfschrift. Dat vraagt veel concentratie en motorische vaardigheid.
      • Rekenen: tellen, getallen herkennen en eenvoudige sommen maken (optellen en aftrekken tot 10) vormen de basis. Later in het jaar wordt dit uitgebreid.
      • Sociaal-emotioneel leren: de klas groeit naar elkaar toe in de zogenaamde Gouden Weken. Er worden afspraken gemaakt, routines geoefend en kinderen leren elkaar beter kennen. Lees meer over de gouden weken in mijn blog: De gouden weken, een gouden start van het schooljaar.
      • Beweging en spel: ook al staat er meer ‘leren’ op het programma, er is nog altijd tijd om te spelen, knutselen, zingen en bewegen. Dat zorgt voor afwisseling en ontspanning.

      De start in groep 3 is een mijlpaal: ineens hoort je kind bij de ‘grote’ kinderen. Met wat rust, erkenning en praktische voorbereiding help je je kind om met vertrouwen en plezier te starten. En vergeet niet: ook voor jou als ouder is dit een nieuwe fase.

      Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam ‘Juf Shelby‘ over opvoeding, onderwijs en gedrag.

      Wat doe je in de rugzak als je kind voor het eerst naar school gaat?

      Juf Shelby

      Dan is dat moment ineens daar: je peuter wordt een kleuter en gaat voor het eerst naar de basisschool (slik!). Wat moet er allemaal mee in de schooltas? In deze blog deel ik mijn ervaring als moeder én kleuterjuf en geef ik je tips over wat handig is om mee te geven (en óók wat leerkrachten liever NIET in die tas zien 😉).

      Welke tas en welke maat?

      Je kleuter zal zijn tas regelmatig op de grond zetten (lees: gooien). Een stevige tas is dan ook handig. Liefst met een onderzijde die tegen wat vocht kan! Veel merken hebben een kleinere variant rugzak voor peuters of kleuters. Persoonlijk vond ik juist toch de ‘gewone’ maat waar minimaal een A4 in past handiger. Je kind krijgt namelijk regelmatig werkjes mee naar huis en het is handig als dat allemaal in de tas past.

      Bovendien hebben veel scholen een continuerooster waardoor je kind vaak al 2 bakjes en 2 bekers mee naar school moet nemen en het is fijner als het ‘makkelijk’ in de tas past, dan dat je kind iedere dag moet puzzelen om alles erin te krijgen. Zelf ben ik fan van de rugzakken van het merk ZEBRA: stevig, afwasbaar en verkrijgbaar in leuke printjes die mijn dochter zelf mocht kiezen. Niet de goedkoopste, maar wel duurzaam.

      TIP: hang een leuke sleutelhanger aan de rits. Zo herkent je kind zijn of haar tas snel, zeker als een klasgenootje toevallig dezelfde heeft.

      Bekers en bakjes die niet lekken!

      ‘Juf, mijn beker heeft gelekt’ Zucht! Dan stond ik weer een plakkerige tas uit te spoelen en de gang te dweilen. Echt: lekkende bekers komen vaker voor dan je denkt. Niet alleen door slechte kwaliteit (ik ben als juf bijvoorbeeld geen fan van ‘Action-bekers’), maar vooral doordat kleuters hun beker vaak niet helemaal leegdrinken en hem daarna niet goed dichtdraaien.

      Wil je thuis geen kleverige rugzak schoon hoeven maken? Kies dan voor een beker die eenvoudig én goed sluit. Mijn favoriet: de MEPAL-beker met draaidop. Vermijd liever de pop-up drinktuit: die wordt vaak niet goed dichtgedrukt en gaat sneller stuk.

      Wat doe je in de broodtrommel?

      Sommige kinderen eten alles op, anderen zijn kieskeurig. Houd het simpel en herkenbaar voor je kind: geef bijvoorbeeld dezelfde boterham als thuis. Kleine, overzichtelijke porties doen het meestal goed én doe de beker niet te vol. Lees hier mijn blog over wat ik mijn kinderen meegeef naar school.

      TIP: heeft je kind continuerooster: geef 2 kleine bekers mee. Eén voor tijdens het fruitmoment en één voor tijdens de lunch. Zo is het voor je kind duidelijk wanneer het wat moet drinken. Sommige ouders geven één hele grote drinkbeker mee, dat lijkt handig, maar doseren blijft lastig voor jonge kinderen.

      Checklist: wat moet er nu echt in die schooltas?

      • Fruitbakje en beker voor het fruitmoment
      • Lunchtrommel en tweede beker voor dagen met continuerooster
      • Setje reservekleding (als je kind nog wel eens een ongelukje heeft)
      • Telefoonnummers van de ouders/verzorgers (voor speelafspraken en noodgevallen)
      • Voldoende ruimte over om knutselwerkjes mee naar huis te nemen
      • Alle bekers, bakjes en de tas voorzien van naamstickers!

      Incidenteel zijn de volgende dingen soms nog handig:

      • Zonnebrand in de zomermaanden (TIP: een handige roller of een hervulbare ‘zonnebrandkwast’ van het merk AMICI waarmee je kind zichzelf kan insmeren)
      • Eventueel gymschoenen, maar meestal blijven die op school in de klas.
      • Gebruikt je kind medicijnen? Breng de leerkracht dan altijd op de hoogte als er medicatie in de tas zit.

      En deze dingen liever NIET!

      • Speelgoed: alleen als het speelgoeddag is maar wen je kind liever niet aan om op andere momenten speelgoed mee te nemen. Door vanaf het begin duidelijk te zijn, voorkom je strijd of teleurstelling. (Ook geen kleine speelgoedjes!)
      • Knuffels: ook dit kan een ‘dingetje’ worden. Als je er eenmaal aan begint, wil je kind hem steeds mee. Bij verlatingsangst kun je overwegen een mini-knuffeltje als sleutelhanger aan de tas te hangen.
      • Kleine gadgets: denk aan Pokémonkaarten, poppen, raceauto’s of digitale horloges die geluid maken. Deze zorgen vaak voor: ruzies (“Hij heeft mijn kaart gepakt!”), afleiding tijdens de les kans op verlies of beschadiging, wat weer leidt tot verdriet. Veel scholen hebben daarom regels als “op maandag mag je iets meenemen voor de kring, maar daarna blijft het in de tas.
      • Snoep en ongezonde snacks: kinderen die een zak snoep of chips meenemen voor in de pauze? Dat geeft snel onrust: niet alleen onhandig qua ‘suikerpiek’, maar ook oneerlijk tegenover kinderen die wél fruit meekrijgen. Het zorgt voor onrust en ruilgedrag.
      • Geld of dure spullen. Denk aan zakgeld, sieraden, extreem dure merkkleding, spelcomputers. Kinderen kunnen er stoer mee willen doen, wat groepsdruk oplevert. Naast verlies- en diefstalrisico laat het ook ongelijkheid tussen kinderen extra zien.
      • Verkleedkleren of bijzondere kleding (buiten speciale dagen). Natuurlijk zijn verkleedmomenten leuk, maar als kinderen uit zichzelf als prinses of superheld naar school komen: voelen andere kinderen zich buitengesloten (waarom mag ik dat niet?) en met zo’n lange superhelden-cape kunnen ze niet lekker meedoen aan gym of buitenspel.
      • Medicatie zonder overleg met school. Voelt je kind zich niet lekker en denk je; ik stop even een paracetamolletje in de tas? Geef nooit medicatie mee zonder dit te melden aan de leerkracht. Zelfs een ‘onschuldig’ paracetamolletje kan risico’s geven als een ander kind het pakt of er onverwachte reacties optreden. Altijd even melden dus, ook bij zalfjes of pilletjes.
      • Teenslippers: dat is natuurlijk niet iets wat je in de tas doet, maar wel iets wat me als juf vaak opvalt. Kinderen die niet vrijuit op het schoolplein kunnen rennen door uitvliegende teenslippers. Comfortabele schoenen waar je kind onbezorgd mee kan spelen zijn een must!

      Tot slot: labelen

      Wat kinderen meenemen naar school heeft meer impact dan je misschien denkt, ook het effect van bepaalde spullen op klasgenootjes hebben. Daarom is het belangrijk dat spullen functioneel en herkenbaar zijn. Een beker zonder naam? Grote kans dat de juf of meester moet raden van wie die is.. want geen één kleuter steekt zijn hand op als er gevraagd wordt ‘van wie is deze beker?‘. Dus: label alles, echt álles. Dat scheelt tijd, verwarring en frustratie voor iedereen. En spullen raken niet kwijt!

      Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam ‘Juf Shelby‘ over opvoeding, onderwijs en gedrag.


      2025: Handige back to school tips van juf Shelby

      Juf Shelby

      Na 6 weken zomervakantie wordt het weer spitsuur op de vroege ochtend, want de scholen gaan weer beginnen! In deze blog geef ik je handige tips voor de eerste schoolweken. De start van een schooljaar is toch altijd een bijzondere week of je nu in groep 1 of in groep 8 start. Hieronder lees je tips voor de start van elk leerjaar. Van de onderbouw tot aan groep 8!

      De start van het schooljaar in de onderbouw

      Als je kind na de zomervakantie start in groep 1 dan heeft hij mogelijk geen ‘wen-ochtenden’ gehad maar start hij meteen de gehele schoolweek. Reken er maar op dat dit je kind zal uitputten. Ook als je kind ineens deze week heel druk is; want dit is juist een teken van vermoeidheid. Plan in de eerste weken na schooltijd zo min mogelijk activiteiten. “Rust, Reinheid Regelmaat” is zeker in de eerste weken een fijne houvast voor je kind. Zijn de middagslaapjes al afgebouwd, probeer dan soms een half uurtje een rust-momentje in de middag. Even spelen met knuffels in bed of in een boekje kijken. Door het stille momentje valt je kind wellicht toch in slaap en anders is het een prikkel vrij momentje. Ga dingen doen waar je kind normaal gesproken ook rust van krijgt: tekenen, in de tuin spelen, wandelen in het bos. Juist in die eerste schooldagen breng en haal ik de kinderen bewust zoveel mogelijk met de fiets of lopend naar school. Zo hebben we al even ‘ontladen’ in de buitenlucht.

      Handige tips voor de start in groep 1/2

      • (Geen) spullen kwijt raken: Label ALLE spullen, het liefst een label met naam én met steeds hetzelfde plaatje. Je kleuter kan nog niet lezen, maar zijn favoriete plaatje herkent hij zeker wel! Als dit overal hetzelfde plaatje is dan herkent je kind zijn eigen spullen.
      • Zelfstandig naar de wc: Oefen thuis met het zelf de billen af kunnen vegen, want in groep 1/2 moet je kind zelfstandig naar het toilet kunnen gaan. Natuurlijk kan er een ‘ongelukje’ gebeuren en de leerkracht kan echt wel een keertje helpen, maar ook voor je kind is het fijner als hij het zelf kan.
      • Lunchpakketje: Ook op school eten is nieuw. Ga samen met je kind een leuke beker en bakje kopen ter voorbereiding op school. Door er samen een momentje van te maken, bereid je je kind ook op deze manier al voor.
      • Kleding advies: Voor de gymles is het fijn als je kind zich al zoveel mogelijk zelf kan aankleden. Als ze op school vaste gymdagen hebben; zorg die dagen voor makkelijke kleding en schoenen die je kind zelf aan en uit kan doen.
        Oefen thuis met het aan doen van de jas. TIP: leg de jas voor je op de grond, ga bij het lusje staan en doe je armen in de mouwen. Zo kun je de jas zo over je hoofd zwaaien en zelf aandoen.

      De start van een schooljaar in groep 3-8

      Ondanks dat je kind al gewend is op school is de start van een nieuw schooljaar altijd spannend. Spanningen die voor ons volwassenen ‘klein’ lijken gaan wel in het hoofdje van je kind om. Het is belangrijk om deze zorgen serieus te nemen. Zoals; naast wie zit ik? Hoe streng is de nieuwe juf of meester? Wordt het moeilijk? Daarnaast moeten kinderen ook weer omgaan met de veranderingen zoals vroeg opstaan, omgaan met tijdsdruk en prestatie. Gelukkig kan je je kind helpen met in ritme komen voordat school begint.
      Lees meet over schoolritme in deze blog over terug in schoolritme komen.

      Voor sommige kinderen kunnen deze veranderen en gedachten best een impact hebben. Het is logisch dat ze hierover piekeren.. want wat als de juf mij niet begrijpt? Hoor ik er dit schooljaar niet bij? De tafels of breuken gaan vast heel moeilijk worden. Wil je je kind helpen bij deze pieker gedachten? Lees meer over mindset in mijn blog over mindset.

      Naast wie zit ik in de klas?

      Voor veel kinderen een groot punt: waar zit ik in de klas? Komt je kind verdrietig thuis omdat hij niet naast zijn favoriete vriendje zit? Bespreek wat de voor en nadelen zijn. Naast je beste vriend is heel gezellig, maar iemand anders heeft ook ‘leuke’ dingen die je kunt leren van elkaar. Stel voor om het te ‘proberen’ en dat de leerkracht vast niet het hele schooljaar dezelfde klassenindeling heeft. Stimuleer je kind om zelfstandig aan de leerkracht te vertellen dat hij het plekje niet zo fijn vindt en te vragen of er later in het jaar gewisseld kan worden. Laat je kind ook zelf vooraf bedenken wat een fijnere plek kan zijn in de klas als er gewisseld wordt.

      Wennen

      Het nieuwe schooljaar is altijd even wennen. Het hoort er helemaal bij. Niet alleen je kind moet wennen, maar ook iedere juf of meester en ook jij als ouder. Bespreek dat ‘wennen’ erbij hoort. Je gedachtes bepalen hoe je je voelt en gedraagt. Een kind met positieve gedachtes over het nieuwe schooljaar zal met een ontspannen gevoel starten en dus ook in een fijnere energie de dingen gaan doen op school. Dat geeft het kind een succeservaring en zelfvertrouwen.

      Een nieuwe klas; een level omhoog!

      Als de schooldeuren weer open gaan, loopt je kind een nieuwe wereld in. ‘Nieuw’ betekent voor de meeste kinderen spannend – vooral die eerste dag op die grote stoel in de nieuwe klas. Probeer samen de spanning te verminderen!

      TIP: Maak samen een mindmap van alle nieuwe dingen die komen. Door alles op papier te zetten, schrijf je letterlijk spanning weg. Je kind heeft dan ook een plaatje om naar terug te kijken als de zenuwen opkomen. Hang de mindmap op een centrale plek – er kan altijd bij getekend worden!
      back to school

      Handige tips voor de start in groep 3-8

      • Begin op tijd: Leg in de laatste week van de vakantie alle spullen klaar. Passen de gymspullen nog? En zijn er nog genoeg bakjes en bekers voor het fruit eten? Ga anders samen met je kind nog de laatste spulletjes kopen.
      • Hoe was het op school? Een ‘standaard’ vraag waarop je vaak een ‘standaard’ antwoord krijgt. Stel eens wat specifieke open vragen zoals: Wat was vandaag het grappigst? Wie heb je geholpen vandaag of wie heeft jou geholpen? Wat heb je verteld of wat had je graag willen vertellen? Ook kan het helpen om je kind even de tijd te geven om de dag te verwerken voordat je deze vragen stelt.
      • Drukke planning inperken: Ook voor oudere kinderen zijn de eerste weken weer pittig, vermoeiend en wennen. Zorg voor niet al te veel prikkels en drukke activiteiten na schooltijd in de eerste weken.
      • Zelf spullen organiseren: Maak je kind steeds meer verantwoordelijkheid voor zijn spullen. Laat hem bedenken hoe je er wekelijks op de juiste dagen aan kunt denken om gymspullen mee te nemen (vaak komen ze zelf tot leuke creatieve ideeën). Probeer ieder jaar een taakje erbij te doen die je kind zelf kan ter voorbereiding van school (fruit pakken, beker vullen, gymspullen klaar leggen) en doe dit de avond van te voren… dan heb jij ook een relaxte start van de dag én je kind ontwikkelt zijn zelfstandigheid.
      • Bedtijd: Probeer in de week voorafgaand weer een beetje de bedtijden aan te passen. Weer op normale tijden naar bed en niet al te laat opstaan.
      • Mentale voorbereiding: Breng school al eens ter sprake op een positieve manier; welke kinderen kijk je naar uit om weer te zien? Als je aan school denkt; waar heb je dan het meeste zin in? Welk vak lijkt je het leukst dit jaar?
      • Huiswerkplek: In de bovenbouw kan er al het nodige huiswerk komen en dan is een fijn bureau of een rustige werkplek wel zo prettig. Creëer een plek die relaxed aanvoelt en opgeruimd is. Zorg ook dat jullie samen een overzichtelijke opbergmogelijkheid creëren voor huiswerkbladen of werkboekjes, zodat je kind rust krijgt en houdt in zijn of haar hoofd. TIP: Maak de huiswerkplek nog completer door je kind toegang te geven tot Squla – het online oefenplatform met meer dan 70.000 leerzame quizzen en games voor alle schoolvakken. Zo kan je kind thuis spelenderwijs extra oefenen met de lesstof en krijgt meer zelfvertrouwen voor het nieuwe schooljaar.
      • Opruimen: Spreek met je kind een dagdeel af waarop jullie samen zijn of haar kamer gaan opruimen en poetsen. Samen opruimen is gezelliger en niet alle kinderen hebben het opruimen al even goed onder de knie. Ook poetsen is een fijne bezigheid om samen te doen en heeft ook een symbolische waarde ‘je kamer wassen zodat deze weer fris is om voor je kind een stralend rustpunt te zijn tijdens het schooljaar’. Leg het belang van schoon en opgeruimd eens uit aan je kind. Hoe vaker je dit doet, hoe beter ze zullen begrijpen dat af en toe opruimen letterlijk ‘verfrissend’ kan zijn voor je geest. Bijkomend voordeel is dat jij je nek niet telkens meer hoeft te breken over stapels boeken en legoblokjes.

      Ik hoop dat jouw kind met deze tips een fijne start heeft van het schooljaar!

      Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam ‘Juf Shelby‘ over opvoeding, onderwijs en gedrag.

      Geraadpleegde bronnen: https://kindgeluk.com

      De gouden weken: goud voor de groep, hard werken voor jou als leerkracht

      Juf Shelby

      Deze blog is speciaal voor jou: leerkracht, onderwijsassistent of intern begeleider.
      Want terwijl iedereen het heeft over de Gouden Weken, die o zo belangrijke periode aan het begin van het schooljaar waarin jij werkt aan groepsvorming. Weten wij: zo goud voelt het in de praktijk niet altijd. De eerste weken zijn pittig!

      Storming hoort erbij

      Na een start vol kennismakingsspelletjes, groepsafspraken en vrolijke ‘ik voel me welkom’ knutsels belandt de klas na een paar weken in de storming-fase. De sfeer verandert. Leerlingen testen grenzen, zoeken hun plek, en botsingen zijn ineens aan de orde van de dag. Kleine ruzies, geduw op het plein, gemopper na de pauze: het hoort erbij. Het ís groepsvorming!

      Voor jou als leerkracht betekent dit: de hele dag aanstaan. Oog hebben voor wat er onder de oppervlakte speelt. Bijsturen zonder te overnemen, troosten, begrenzen en verbinden. En ondertussen probeer je ook nog gewoon les te geven en je klas en ieders niveau te leren kennen.

      Ouders vol zorgen en verwachtingen

      Alsof dat nog niet genoeg is, melden zich na 2 à 3 schoolweken vaak ook de eerste ouders hun zorgen. Ouders die hopen dat je hun kind ziet en die het liefst al snel bevestiging krijgen: doet hij mee? Is ze zichzelf? Zijn de afspraken van vorig jaar hetzelfde gebleven? En begrijpelijk: ouders willen weten of hun kind goed landt in jouw klas en of de dingen door de vorige leerkracht goed zijn overgedragen.

      Initiatief nemen in de gouden weken

      Juist in deze weken is het slim om zélf het initiatief in oudercontact te nemen. Even bellen, een kort appje in de ouderapp, een gesprek na schooltijd: het hoeft niet groot te zijn, maar het maakt het verschil. Jij laat zien: ik zie jouw kind en ik werk graag met jou als ouder samen.

      Toen ik zelf net begon als leerkracht (alweer 15 jaar geleden) vond ik dit contact met ouders eerlijk gezegd soms best spannend. Ik wachtte de eerste ouderavond in september af. Maar gaandeweg ontdekte ik hoe waardevol het is om juist in die eerste weken al preventief contact met enkele ouders te leggen. Zeker bij kinderen die vorig schooljaar niet lekker eindigden, of die wat extra zorg of aandacht nodig hebben. Een kort telefoontje of gesprekje doet vaak al zoveel. Je voorkomt misverstanden, bouwt vertrouwen op én je laat merken: ik zie je kind en ik ben er!

      Gouden weken vragen om goud werk

      De Gouden Weken zijn een kans om te bouwen aan iets moois, maar het is geen fase waarin je achterover kunt leunen. Het is hard werken. Want wat jij nu investeert in je groep aan sfeer, vertrouwen en structuur betaalt zich de rest van het schooljaar dubbel en dwars terug.

      Dus voel je niet tekortschieten als je hoofd overloopt. Het hoort erbij. Je doet belangrijk werk, al is het soms onzichtbaar. En weet: die stormingfase met onderlinge ruzietjes is geen teken dat het misgaat: het is juist een teken dat je samen onderweg bent naar een hechte groep.

      Zie wat groeit, niet alleen wat schuurt

      Een krachtige manier om hierin richting te geven, is door oplossingsgericht te observeren. In plaats van je focus te leggen op wat er misgaat of wie er botsen, kijk je bewust naar wat wél werkt: wie toont initiatief? Wie helpt een ander? Wie gedraagt zich anders dan je had verwacht in positieve zin?

      Een mooie kans hiervoor is tijdens de gymlessen of andere momenten waarop een vakleerkracht jouw groep overneemt of tijdens een pauze. Gebruik die tijd eens niet voor administratie of nakijkwerk, maar ga zitten met een notitieboekje en kijk. Observeren zonder te sturen, met een open blik en de vraag in je achterhoofd: Wat zie ik dat werkt?

      Oplossingsgericht werken, zoals Insoo Kim Berg het beschrijft, draait om het versterken van krachten die al aanwezig zijn. Door die bewust op te merken én te benoemen, help je ze groeien. Tip: schrijf na de observatie één concrete, positieve observatie per leerling op. En deel alles wat je hebt opgeschreven in je klas. Zo geef je erkenning, werk je aan zelfvertrouwen en versterk je het groepsproces. Je benoemt al het gedrag wat jij hebt gezien ‘wat werkt’.

      Zelfzorg en realistische verwachtingen in de Gouden Weken

      Een onderwerp dat vaak onderbelicht blijft in deze periode: de rol van zelfzorg en het stellen van haalbare verwachtingen voor jezelf als leerkracht. Want laten we eerlijk zijn: de lat ligt hoog in die eerste weken. Je wilt een fijne sfeer neerzetten, overzicht houden, alle namen en bijpassende onderwijsbehoeften van ieder kind leren kennen, je klassenmanagement op orde hebben én ondertussen ook nog zichtbaar en benaderbaar zijn voor ouders.

      Het is logisch om te denken dat alles meteen ‘af’ moet zijn: dat het rooster moet lopen, de hoeken ingericht, de klasregels geaccepteerd, de groepsdynamiek soepel. Maar de waarheid is: het mag groeien. Je hoeft het niet allemaal in de eerste weken te fiksen. Juist door jezelf die ruimte te gunnen: om te observeren, bij te sturen, soms te twijfelen of een keuze terug te draaien geef je ook je leerlingen ruimte om te groeien in gedrag, rollen en relaties.

      Jij bent de spiegel van je groep

      Als leerkracht ben je veel meer dan alleen een begeleider of instructeur. Je bént de sfeerdrager van de groep. Kinderen voelen haarfijn aan hoe jij erbij zit. Of je met aandacht aanwezig bent. Of je ruimte hebt om te luisteren. Of je gehaast bent, of juist stevig staat.

      Ik geloof dat je als leerkracht een spiegel bent voor je klas. Als jij rust kunt bewaren ook in drukke, chaotische momenten geef je daarmee een krachtig voorbeeld. Jouw houding, jouw energie, jouw toon: het werkt door in hoe je dag verloopt en hoe de kinderen zich gedragen.

      Daarom begint goed klassenmanagement niet alleen met regels en routines, maar ook met jou. Goed voor jezelf zorgen is geen luxe, het is de basis van je professionaliteit. En juist in de Gouden Weken, waarin alles nog aan het ontstaan is, werkt jouw innerlijke rust als anker voor de hele groep. Dus plan rustmomenten in, bespreek twijfels met collega’s, vier kleine successen en weet: je klassenmap en administratie hoeft nog niet perfect bijgewerkt te zijn. Wees er in de klas met rust en echte aandacht, dat is genoeg voor een gouden start!

      Slimme keuzes in drukke weken

      In de hectiek van de Gouden Weken helpt het om slimme keuzes te maken in wat je wel en niet zelf hoeft te doen. Denk bijvoorbeeld aan het inzetten van educatieve platforms zoals Squla. Bij Squla is er voor elke leerling de juiste uitdaging. De oefenstof is verpakt in leuke quizzen en games. Wist je dat Squla gratis is voor scholen? Oefen met je klas gratis op Squla van 08.30 tot 15.30 uur (op woensdag tot 15.00 uur).

      Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam Juf Shelby over opvoeding, onderwijs en groepsdynamiek.

      Geraadpleegde bronnen:

      Bannink, F. (2008). De kracht van oplossingsgericht werken. Amsterdam: Boom/Nelissen.

      Gratis Squla in jouw klas?
      Meld je aan!

      1. Maak eenvoudig één of meerdere klassen aan.
      2. Voeg de leerlingen toe. Zij krijgen automatisch het groepsniveau van je account, dit kun je zelf nog per leerling aanpassen.
      3. Iedere leerling krijgt een eigen nickname en wachtwoord. De inloggegevens staan in je account.
      4. Je kunt de voortgang per leerling volgen.
      Je kunt je alleen aanmelden met een geldig e-mailadres van je school. Heb je geen e-mailadres via je school? Neem dan contact op met klantenservice@squla.nl, en geef je naam, schoolnaam en het adres van je school door.
      Wordt je BRIN-nummer niet herkend? Stuur dan een e-mail naar klantenservice@squla.nl, met daarin je naam, de naam van je school en het BRIN-nummer van je school.

      Op onze diensten zijn onze verwerkersovereenkomst, voorwaarden leerkrachten en privacy statement van toepassing. Door op ‘Aanmelden’ te klikken, ga je akkoord met onze verwerkersovereenkomst en voorwaarden leerkrachten.

      De laatste schoolweken: drukte, emoties en toe aan vakantie!

      Juf Shelby

      De laatste schoolweken voor de zomervakantie zijn een feestelijke, maar ook een intense periode. Traktaties, sportdagen, schoolreisjes, afscheidsmomenten en kinderfeestjes die nog vlak voor de vakantie plaats vinden. Als ouder probeer je het allemaal bij te houden: wanneer moet er een lunchpakket mee? Wanneer zwemkleding? En o ja, ook nog iets regelen voor de juf (daar schreef ik trouwens deze blog over).

      Bij mijn eigen kleuter merk ik hoe deze weken vol indrukken zijn. Het afscheid nemen van de juf, de spanning van een nieuw schooljaar, al die drukte van verschillende activiteiten op school. Ze is sneller geïrriteerd en heeft een korter lontje. En eerlijk: ik begrijp het. Ook mijn hoofd maakt overuren tot de zomervakantie.

      Kleine voelsprieten, grote gevoelens

      Sommige kinderen lijken een soort radar te hebben voor de gevoelens van anderen. Ze pikken de sfeer in een klas haarfijn op, merken spanning op bij volwassenen en nemen soms emoties van anderen bijna letterlijk over. Dit noemen we ook wel emotionele hooggevoeligheid. Psycholoog Elaine Aron beschrijft hoe hoogsensitieve kinderen prikkels diepgaander verwerken en sneller overprikkeld raken. Daarbij komt dat hun stresssysteem vaak alerter is. Ze staan als het ware continu ‘aan’, juist om grip te krijgen op hun omgeving. En dus juist in dit soort ‘rommelige’ laatste schoolweken.

      Tegelijkertijd is het ook een prachtige eigenschap: deze kinderen zijn vaak zorgzaam, betrokken en sociaal sterk. Maar in een drukke periode, waarin de leerkrachten zelf ook op hun tandvlees lopen kan die gevoeligheid ineens veel van hen vragen. Vanuit mijn werk in het onderwijs weet ik hoe intens die laatste weken zijn voor juffen en meesters. Rapporten, overdrachten, afscheid nemen, opruimen… Het vraagt veel. En kinderen voelen dat. Niet als iets ‘slechts’, maar wel als iets wat meespeelt in hoe veilig en ontspannen zij zich voelen.

      Van volle schooldagen naar lege dagen

      En dan, ineens… vakantie. De structuur van school valt weg, de agenda is leeg, en dat lijkt heerlijk. Toch zie ik vaak dat het voor kinderen echt even schakelen is. De overgang van een druk schoolritme naar de rust van de zomervakantie is groot. Sommige kinderen zijn de eerste dagen onrustig, hangen een beetje, slapen slecht of worden zelfs ziek.

      Dat is niet zo gek. Onderzoek wijst uit dat stress, zelfs positieve spanning invloed heeft op ons immuunsysteem. Wanneer die spanning wegvalt, komt er ruimte voor herstel. Het is alsof het lichaam dan pas mag ‘instorten’. Het bekende fenomeen van “ziek worden in de vakantie” is dus eigenlijk een logisch gevolg van een lange periode van alertheid of drukte. Kinderen hebben tijd nodig om te landen en om te ontladen.

      Wat helpt?

      Hoe ga je daar als ouder mee om? Eerlijk gezegd: ik vind dit als mama altijd enorm pittige weken. Ik zie aan mijn dochter dat ze sneller van slag is en meer behoefte heeft aan nabijheid. Daarom probeer ik de lat wat lager te leggen. We plannen minder en kiezen vaker voor simpele momenten samen.

      Buiten zijn helpt bij ons goed. Naar het bos gaan, samen wandelen of gewoon een stukje fietsen. Tijdens die rustige momenten komen de gesprekken vaak vanzelf. Laatst ging ik hardlopen en mijn dochter stepte over de dijk mee. Halverwege begon ze ineens te vertellen: over kleine ruzietjes in de klas, over hoe het was om te wennen in groep 3 en over wat ze van volgend schooljaar verwacht. Zulke momenten ontstaan niet als je er expliciet naar vraagt, maar wel als je samen iets doet, zonder haast. We liepen meteen even langs het nieuwe lokaal van groep 3 om een kijkje te nemen.

      Tips om deze weken iets zachter te maken

      • Plan bewust minder: laat ruimte voor rust en vrije tijd
      • Blijf in verbinding: kies voor momenten van échte aandacht (wandelen, samen bakken, knutselen)
      • Neem je kind serieus: emoties hoeven niet opgelost, maar wel gehoord te worden
      • Maak dingen voorspelbaar: een aftelkalender of samen vooruitkijken helpt
      • Gun ook jezelf pauzes: een vol hoofd bij jou spiegel je ook naar je kind toe.

      Zo’n overgangsperiode hoeft niet perfect te verlopen. Ik hoor veel moeders die merken dat hun kind moe is, prikkelbaar is of woede-uitbarstingen heeft. Ik heb de gouden toverformule voor die laatste periode nog niet gevonden, maar ik weet het hoort erbij! Op de één of andere manier scheelt het al als ik van andere moeders ook hoor dat ze dit ervaren.

      Spelend vooruitkijken

      In de overgang van school naar vakantie kan het ook fijn zijn om op een luchtige manier nog even bezig te zijn met leren. Geen werkboekjes of huiswerkstress, maar gewoon gezellig samen een quiz of spelletje doen op Squla. De educatieve quizzen en games sluiten aan bij de leerstof van school en zijn laagdrempelig en speels. Wat bij ons goed werkt, is af en toe samen alvast een kijkje nemen in wat er volgend schooljaar aan bod komt. Even snuffelen aan de rekensommen of taalopdrachten van de nieuwe groep. Niet om te oefenen, maar om te ontdekken. Dat geeft vaak een gevoel van vertrouwen: “O, dit kan ik al een beetje!” en haalt wat spanning weg over wat komen gaat.

      Dit gaat ook weer voorbij

      Dus aan alle ouders en leerkrachten: wees mild. Naar de kinderen en vooral naar jezelf. Deze weken zijn intens, vol emoties, veranderingen en dingen die nog af moeten. En eerlijk? Ik weet het zelf ook niet altijd. Soms ploeter ik er gewoon een beetje doorheen. Maar ik weet inmiddels: ook dit gaat weer voorbij.

      Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel | Juf Shelby | Bachelor of Education PABO | Master SEN (MSEN) intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO heeft ze zich gespecialiseerd in gedrag middels de Master SEN-Special Educational Needs. Daarnaast is ze mama van Fayenn (6) en Mace (3).

      Geraadpleegde bronnen:

      Aron, E. N. (1996). The highly sensitive child: Helping our children thrive when the world overwhelms them. New York: Broadway Books.

      Dhabhar, F. S. (2014). Effects of stress on immune function: The good, the bad, and the beautiful. Immunologic Research, 58(2-3), 193–210.

      De Gouden Weken: een gouden start van het schooljaar

      Juf Shelby

      Een nieuw schooljaar betekent een frisse start. Vaak bij een nieuwe leerkracht en in een nieuw lokaal. Wat ouders niet altijd weten: die eerste weken draaien om méér dan alleen het uitdelen van boeken of het kiezen van een zitplaats. In het onderwijs noemen we deze periode de gouden weken. Een tijd waarin de basis wordt gelegd voor een veilige sfeer in de klas, positieve groepsvorming én goede samenwerking met thuis. In deze blog lees je wat de gouden weken zijn, waarom kennismaking met ouders juist nu zo belangrijk is, welke activiteiten in de klas centraal staan en wat jij thuis kunt doen.

      Wat zijn de gouden weken?

      De gouden weken zijn de eerste vier tot zes weken van het schooljaar waarin de leerkracht samen met de klas werkt aan groepsvorming. Want een fijne groepssfeer ontstaat niet vanzelf, daar is aandacht, tijd en begeleiding voor nodig. Zeker als kinderen 6 weken niet bij elkaar in de klas hebben gezeten. Iedereen is in de zomervakantie ‘letterlijk en figuurlijk’ gegroeid. De één heeft wellicht een heerlijke vakantie gehad, bij de ander gingen zijn ouders scheiden. Als iedereen weer de klas in komt, neemt iedereen zijn eigen ‘rugzakje met gedrag’ mee.

      In deze weken leren kinderen elkaar (opnieuw) kennen, worden groepsregels opgesteld en ontstaan er afspraken over hoe je met elkaar omgaat. Door hier bewust op in te zetten, ontstaat er een positieve sfeer waarin kinderen zich veilig voelen en tot leren kunnen komen. Het is dus niet voor niets dat veel leerkrachten in deze periode extra investeren in samenwerken, elkaar vertrouwen en het versterken van het groepsgevoel.

      Groepsfases

      Tijdens de gouden weken doorloopt een klas verschillende fases van groepsvorming. Leerkrachten houden hier bewust rekening mee.

      • Forming: kinderen zijn aftastend en zoeken hun plek.
      • Storming: er ontstaat wrijving, kinderen testen grenzen en rollen.
      • Norming: afspraken worden duidelijk, de groep raakt op elkaar afgestemd.
      • Performing: er is rust, samenwerking en wederzijds vertrouwen.

      Elke groep doorloopt deze stappen, met zijn eigen tempo en uitdagingen. Leerkrachten begeleiden dit proces actief met activiteiten, gesprekken en duidelijke kaders. Door te begrijpen dat dit erbij hoort, krijg je als ouder ook meer zicht op wat je kind doormaakt in die eerste weken. Het is dus ook heel normaal dat je kind in de eerste weken wel eens thuis komt met een verhaal over een conflictje met een klasgenoot.

      Waarom het soms even ‘schuurt’ in de klas

      Vooral tijdens de zogenaamde ‘storming’-fase zoeken kinderen hun plek in de groep. Er worden opnieuw groepjes gevormd, er ontstaat wrijving en grenzen worden getest. Dit gaat vaak gepaard met onzekerheid: ‘Hoor ik er nog wel bij?’, ‘Wie is mijn vriend?’ of ‘Wat vinden anderen van mij?’

      Juist in deze fase kunnen er sneller conflicten ontstaan. Kinderen reageren emotioneler, trekken zich terug of laten juist meer haantjesgedrag zien. Dat merk je soms ook thuis: je kind kan prikkelbaarder zijn, zich terugtrekken of klagen over anderen. Het helpt om te weten dat dit gedrag past bij de normale groepsontwikkeling. Als ouder ben je dan al snel geneigd om aan de bel te trekken bij de nieuwe leerkracht. Maar het is goed om te weten dat dit gedrag past bij de normale groepsontwikkeling. Leerkrachten begeleiden dit proces bewust en met aandacht. Door ook thuis ruimte te geven aan gevoelens en hierover in gesprek te blijven, help je je kind om deze fase door te komen en zich opnieuw zeker te gaan voelen in de groep.

      Waarom zijn er in de gouden weken vaak kennismakingsavonden voor ouders?

      Juist in deze eerste weken nodigen veel scholen ouders uit voor een kennismakingsavond of startgesprek. En dat is niet zomaar. Een goede samenwerking tussen school en thuis begint bij elkaar leren kennen. Voor de leerkracht is het waardevol om van ouders te horen wie hun kind is, waar het blij van wordt of juist onzeker van raakt. En andersom geeft het ouders inzicht in hoe de leerkracht te werk gaat en wat zij kunnen verwachten. Korte lijntjes, een goede overdracht van belangrijke informatie en wederzijds vertrouwen. Het vormt de basis voor een betrokken en fijn schooljaar.

      Wat gebeurt er in de klas tijdens de gouden weken?

      Tijdens de gouden weken gebeurt er in de klas meer dan je denkt. Natuurlijk wordt er gelezen, gerekend en geschreven, maar er is ook veel ruimte voor spel, samenwerking en gesprek. Denk aan groepsspellen waarbij kinderen moeten samenwerken, kringsgesprekken over ‘hoe we het fijn hebben met elkaar’ of creatieve opdrachten over vriendschap en jezelf voorstellen. Ook worden er vaak klassenregels gemaakt die niet zomaar worden opgelegd, maar samen met de kinderen worden opgesteld. Door dit samen te doen, voelen kinderen zich betrokken én verantwoordelijk voor de sfeer in de klas.

      Wat kun je thuis doen?

      Als ouder kun je deze belangrijke weken ondersteunen door thuis het gesprek aan te gaan. Vraag niet alleen “Wat heb je geleerd?”, maar bijvoorbeeld “Met wie heb je samengewerkt vandaag?”. Dit soort vragen helpen je kind om stil te staan bij sociale situaties en interacties.

      Merk je dat je kind het lastig vindt om met sociale situaties om te gaan? Misschien is je kind vaak haantje de voorste, raakt het snel in conflict met anderen of klaagt jouw kind juist geregeld over het gedrag van klasgenoten. Dit kan als ouder vragen oproepen: moet ik ingrijpen, uitleg geven of oplossingen aandragen? Toch is het juist in deze situaties waardevol om eerst en vooral te luisteren zonder oordeel.

      Geef je kind de ruimte om zijn of haar verhaal te doen, zonder het meteen te corrigeren of te voorzien van adviezen. Door open vragen te stellen zoals “Wat gebeurde er precies?” of “Hoe voelde jij je daarbij?” help je je kind om zelf grip te krijgen op wat er speelt. Dit bevordert niet alleen het zelfinzicht, maar ook het vertrouwen dat jouw kind bij jou terechtkan, juist als het even schuurt in de klas. Want leren omgaan met anderen gaat met vallen en opstaan.

      Praktische tips om sociale vaardigheden thuis te versterken

      Sociale vaardigheden zijn te oefenen en dat begint vaak thuis, gewoon in kleine momenten. Hieronder enkele tips die je eenvoudig kunt toepassen:

      • Geef zelf het goede voorbeeld: kinderen leren veel door te kijken naar hoe jij met anderen omgaat. Benoem bijvoorbeeld als je iemand helpt, sorry zegt of een compliment geeft. Door je eigen gevoelens en keuzes hardop uit te spreken (“Ik was even boos, maar ik heb het rustig uitgelegd”) leert je kind hoe emoties werken.
      • Lees samen prentenboeken over emoties: met jonge kinderen zijn de boeken van Anna van Kathleen Amant of Kikker van Max Velthuijs erg herkenbaar. Ze behandelen thema’s zoals boos zijn, delen, verdriet, vriendschap en zelfvertrouwen op een herkenbare manier. Laat je kind reageren: “Hoe denk jij dat Anna zich nu voelt?”
      • Gebruik hulpboeken bij oudere kinderen: voor wat oudere kinderen (8+) zijn er toegankelijke boeken zoals Grote gevoelens doeboek van Tamar D. Black of Sterk in je schoenen gesprekskaarten‘ van Bazaltgroep, die op een speelse manier emoties en relaties verkennen.
      • Speel samen herkenbare rollenspellen: oefen situaties die je kind lastig vindt. Bijvoorbeeld: “Stel, iemand zegt dat je lelijke schoenen aan hebt. Wat kun je dan zeggen?” Door dit soort momenten samen na te spelen (een vorm die ook veel gebruikt wordt in sociaal emotionele lesprogramma’s zoals de Kanjertraining) help je je kind om te oefenen met duidelijke, rustige reacties. Je kunt samen verschillende manieren proberen: boos worden, negeren, iets terugzeggen of juist benoemen hoe het voelt. Zo leert je kind wat werkt, en voelt het zich zekerder als zoiets in het echt gebeurt.
      • Gebruik het dagelijks leven: een conflictje met een broertje, een blije verrassing van een klasgenoot of een boze bui na school. Het zijn allemaal kansen om samen terug te blikken: “Wat gebeurde er?”, “Hoe voelde jij je?”.

      Groepsvorming vraagt tijd en aandacht

      In de eerste gouden weken van het schooljaar gebeurt er veel. Soms is dat zichtbaar, maar vaak speelt het zich ook onder de oppervlakte af. De ‘storming’-fase kan voor kinderen best even lastig zijn: er ontstaan nieuwe groepsdynamieken, grenzen worden verkend en niet alles loopt meteen soepel. Juist daarom is er in deze periode veel aandacht voor groepsvorming, sociaal-emotionele ontwikkeling en de samenwerking met ouders.

      Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel – Juf Shelby | Bachelor of Education PABO | Master SEN (MSEN) intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs.