Deze 10 fouten maken kinderen het vaakst bij spelling. Maakt jouw kind ze ook?

Juf Shelby

Spelling is een vak waar je kind vanaf groep 3 mee in aanraking komt. Voor veel kinderen is spelling erg moeilijk en onlogisch. Waar jij als ouder niet snapt dat de b en de d door elkaar worden gehaald, ziet een kind soms écht geen verschil tussen de twee letters. Welke spellingfouten worden veel gemaakt? En over welke woorden wordt er vaak getwijfeld door kinderen? Je leest het in deze blog.

De 10 meest voorkomende spellingfouten

De Nederlandse taal kent veel logische en onlogische spellingregels. Sommige regels zijn eenvoudig, maar anderen zorgen voor veel verwarring voor je kind. Vanaf groep 4 wordt er vaak voor het eerst expliciet aandacht besteed aan ‘regels’ hoe je iets schrijft. En leert je kind dat er ook bepaalde ‘weetwoorden’ zijn waarvan je niet kunt horen hoe je ze schrijft. Dit zijn veel voorkomende fouten:

  • Weetwoorden met au of ou: dauw of kou.
  • Weetwoorden met ei of ij: peilen of pijlen.
  • Wanneer schrijf je ch of g: licht of ligt. Voorbeelden zijn:
    nieuwschierig in plaats van nieuwsgierig, gragt of gracht, dagt in plaats van dacht.
  • Woorden met ‘d’ of ’t’ aan het einde: lind of lint
    Zodra kinderen de regel van een woord langer maken kennen, zie je in groep 8 nog wel fouten bij moeilijkere varianten zoals: gebaat bij of gebaad bij. Dit heeft ook weer te maken met de regel van ’t Kofschip X voor werkwoordspelling die in de bovenbouw geleerd wordt en vaak erg lastig is.
  • Woorden met de ‘b’ aan het eind van een woord: krab of krap.
  • Werkwoordspelling: wanneer schrijf je word of wordt? Vanaf eind groep 6 maken kinderen pas voor het eerst kennis met de regels van werkwoordspelling en in groep 7 en 8 zit het wekelijks in het lesprogramma.
  • Verdubbeling van de medeklinker is één van de meest lastige spellingregels: bijvoorbeeld: klopen in plaats van kloppen. Of een moeilijke variant voor de bovenbouw: trompeteren in plaats van trompetteren.
  • De zogenaamde verenkelingsregel of ook wel open lettergreep genoemd is ook heel moeilijk voor kinderen. Dan moet je denken aan woorden zoals reegen in plaats van regen. Of koopen waar kopen moet staan. Hier worden zelfs in groep 8 nog fouten mee gemaakt.
  • Leestekens: heel vaak vergeten kinderen op de juiste plaats een komma, vraagteken of uitroepteken te noteren. En vooral de punt aan het einde van de zin wordt regelmatig vergeten. Zelfs in de bovenbouw zijn kinderen hier nog slordig in, wat onnodig foutjes bij een dictee kost!
  • Hoofdletters: meestal worden ze aan het begin van de zin wel geschreven, maar de regel voor hoofdletters bij namen, plaatsen, landen en feestdagen die kinderen vanaf de middenbouw leren wordt bij zinnendictees vaak vergeten toe te passen. Een veel voorkomende slordigheidsfout!

Twijfelwoorden

Woorden en regels waar veel kinderen over twijfelen zijn bijvoorbeeld:

  • Boederij of boerderij.
  • Polisie of politie.
  • Jou of jouw in het juiste verband gebruiken.
  • Wand of want, welke variant gebruik je wanneer?
  • Een twijfel is ook vaak bij woorden waarbij je de ’t’ niet hoort maar wel schrijft: ‘ondekken’ in plaats van ontdekken. Die ’t’ hoor je immers niet.
  • Het woord ‘enige’ gaat ook heel vaak mis: enege.
  • Werkwoordspelling van het werkwoord ‘vinden’.
    Hij vind of hij vint in plaats van: hij vindt.
    Overigens wordt in de onderbouw nog geen nadruk gelegd op werkwoordspelling. En zijn dit soort foutjes dan ook nog niet erg.
  • Vaak fout geschreven woorden zijn: ‘misschien’, ‘wanneer’, ‘sowieso’ en ‘juffrouw’. Veel voorkomende varianten zijn: mischien/meschien, waarneer, zowiezo, jufvrouw.

Manieren om spelling te leren

Spelling wordt als het ware opgebouwd op de basisschool. In de onderbouw begint het eerst nog bij het woord opsplitsen in klanken of klankgroepen en letterlijk op schrijven wat je hoort. Overigens is dit een hele belangrijke voorwaarde om goed te kunnen spellen!

Bij het goed schrijven van woorden zijn er verschillende manieren om te werk te gaan. De manieren die mogelijk zijn om tot de juiste schrijfwijze te komen, noem je spellingstrategieën.

De 5 spellingstrategieën die je kind leert

Deze spellingstrategieën leren kinderen op school (Huizenga, 2016).
De directe spellingstrategie: Het woord is vaak genoeg geschreven en er hoeft niet meer over de regel nagedacht te worden. Dit is als de spelling echt goed beheerst wordt. Dit is dus eigenlijk het eindpunt van spellingonderwijs. En er zijn vijf indirecte spellingstrategieën die kinderen op school leren.

  1. Klankclusterstrategie: een woord wordt opgedeeld in klankgroepen. Bepaalde klankgroepen worden namelijk altijd met dezelfde lettercombinaties geschreven:
    Ooj schrijf je als ooi, uuw wordt uw. Veel voorkomende klankgroepen zijn aai, ooi, oei, uw, eeuw, ieuw, eer, oor, eur, nk.
  2. Woordbeeldstrategie: dit is een visuele strategie; je weet hoe je een bepaald woord schrijft. Bij deze strategie wordt er een beroep gedaan op het woordgeheugen. De koppeling maken naar de betekenis is ook erg belangrijk. Bijvoorbeeld een ‘wand’ (muur) is met een ‘d’, en een ‘want’ als handschoen is met een ’t’.
  3. Analogiestrategie: dit doe je als je een woord schrijft wat lijkt op een ander woord doordat ze dezelfde klankvorm hebben: schrapen – slapen – apen
    Of woorden kunnen schrijven die een overeenkomst hebben in betekenis:
    vertrouwelijk – trouwen – trouw
  4. Hulpstrategie: een (zelfbedacht) geheugensteuntje, hulpregel of ezelsbruggetje gebruiken.
  5. Regelstrategie: bij het schrijven van een woord een spellingregel toepassen. Veel voorkomende spellingregels: verlengingsregel, verenkelingsregel, verdubbelingsregel.
    TIP: maak een spiekboekje bij de regel!

Benieuwd welke foutjes jouw kind nog maakt? Doe de spellingtest!

Geraadpleegde bronnen:
Huizenga, 2016, Taal & didactiek – Spelling, Noordhoff uitgevers
Malmberg, 2019, Taal Actief 4 – Malmberg Uitgeverij
Praktijkvoorbeelden uit de klas en van een dyslexiebehandelaar ontvangen.

Dit blog is geschreven door Shelby Vos, intern begeleider en leerkracht in het basisonderwijs.

Je kind gaat naar groep 8: de laatste keer alles

Juf Shelby

Groep 8, de laatste groep van de basisschool! Een jaar vol groei, vol herinneringen om te koesteren en ook vol afscheid nemen. Tussen al die emotionele zaken door wordt er ook nog aardig wat geleerd! Alles ter voorbereiding van de volgende stap in de schoolcarrière: het voortgezet onderwijs.

Taal in groep 8 – de andere mogelijkheden van taal

Taal in groep 8 gaat naast zinsontleding, woordenschat en woordbegrip nu ook om hoe je die taal precies inzet. Je kind leert het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik, het verschil tussen iets letterlijk en figuurlijk uitdrukken, en leert nog meer spreekwoorden en gezegden. Vaak leren de kinderen in de klas ook met elkaar discussiëren. Kijk dus niet vreemd op als je kind met argumenten aan komt zetten. Tip: je kind is nu goed in staat zichzelf uit te drukken. Hanteer het taalgebruik dat je ook met volwassenen hanteert. Hier leert je kind extra veel van.

Rekenen in groep 8 – hetzelfde, maar dan moeilijker

Breuken, procenten, verhoudingen, komma-getallen. Je kind kende ze allemaal al van de rekenlessen in groep 7, alleen worden de opgaven steeds iets moeilijker. En tellen tot 1.000.000.000? Moet geen probleem meer zijn. De stof wordt uitgediept en moeilijker gemaakt. Ook gaat het tempo omhoog: je kind krijgt minder tijd om sommen te maken. Echt klaarstomen voor het tempo van de middelbare school. 

De hele wereld bij topografie

Zoek je zelf nog maar even op hoe het ook alweer precies zat met die landen in het Midden-Oosten, want je kind weet het binnenkort ook. De hele wereld gaat misschien niet lukken, maar de belangrijkste topografie komt aan de orde. Voor topo oefenen met Squla betekent dat niet alleen de landen aanwijzen op de kaart, maar per goed antwoord krijgt je kind een extra leuk weetje over het land of de stad.

Huiswerk

Je kind is vast al bekend met huiswerk, maar in groep 8 wordt het huiswerk opgeschroefd, om de overgang met de middelbare school te verkleinen. Plan dus tijd in voor je kind om het huiswerk te maken, en voor jezelf om de stof te overhoren. Samen schoolwerk maken werkt stimulerend! Daarnaast is huiswerk maken en plannen hiervan echt nog iets wat je kind op deze leeftijd moet leren, het is dus helemaal niet gek als je kind hier nog jouw hulp bij nodig heeft. 

De afscheidsmusical

Zonder afscheidsmusical of iets wat daar op lijkt, mag je kind de school eigenlijk niet verlaten. Al speelt je kind een boom of een koe, het gevoel om samen op dat podium te staan is een kroon op acht jaar schooltijd. Voor de laatste keer samen met de kinderen met wie je kind al die tijd in de klas zat – een mooi ritueel. Neem je zakdoek mee, zelfs de stoerste vader houdt het niet droog. Het is dan toch echt wel een momentje dat je kind de vertrouwde basisschool gaat verlaten.

De doorstroomtoets en het schooladvies

Daar is hij dan: de doorstroomtoets. Zorg ervoor dat je kind niet te veel stress ervaart. Dat zal nooit leiden tot een beter resultaat! Wees er voor je kind, zorg dat hij of zij op tijd naar bed gaat, en begeleid je kind met het schoolwerk. Meer kun je niet doen, behalve oefenen samen met je kind. Richting het einde van groep 8 krijgt je kind het schooladvies van de leerkracht en moet je je kind aanmelden bij de middelbare school.

Groep 8: nog even de oudste, straks weer de jongste

Nu is je kind de oudste van de hele school – dat geeft een goed gevoel! Daarom is het straks extra wennen op die grote, nieuwe, middelbare school. Met al die pubers en rugtassen en verschillende lokalen… Laat je kind dus vooral genieten van dit laatste, bijzondere jaar van de basisschool. Vaak mogen ze klusjes doen voor de school zoals spullen klaar zetten voor een optreden of helpen bij de kleuters. Deze verantwoordelijkheid vinden kinderen in groep 8 vaak erg leuk. 

Tip voor ouders van kinderen in groep 8: oefen samen met je kind

Samen oefenen is voor je kind heel waardevol. Dat kan met Squla, maar dat kan ook onder het eten, in de auto, tijdens het ontbijt, wanneer je maar wilt. Komt er een groot getal voorbij? Maak daar een leuke rekensom van. Zie je een moeilijk woord, vraag aan je kind wat het betekent en of hij of zij nog synoniemen kent. Maak cryptogrammen om het taalinzicht van je kind te vergroten – allemaal leuke trucs om de nieuwsgierigheid en hersenen van je kind te prikkelen! En niet te vergeten je éigen kennis en inzicht natuurlijk. Straks als de echte puberteit komt zal je kind zich meer onafhankelijk willen maken en zijn jouw tips ‘onzin’. Nu kun je je kind nog goed helpen bij het plannen en organiseren van dingen, want ondanks dat ze de oudste op school zijn; zijn ze soms ook nog heel klein. 

Je kind gaat naar groep 7: een spannend jaar

Juf Shelby

Groep 7 is een belangrijk jaar! En kan voor je kind best pittig zijn. Er gebeurt van alles, op lesgebied, op sociaal gebied, op schoolkeuzegebied. Alle vakken worden uitgebreid en worden net iets moeilijker. Wat gaat je kind in groep 7 leren?

Rekenen in groep 7: het wordt steeds pittiger

Oppervlakte en inhoudsmaten, procenten, breuken, verhoudingen en ingewikkelde staartdelingen: het kan zijn dat je je kind soms niet meer kunt bijhouden! Het niveau gaat omhoog, en de opgaven worden moeilijker. Onderlinge verschillen worden zichtbaar en kinderen worden zich daar ook bewust van. Meestal gaan de kinderen in groep 7 voor het eerst rekenen op een rekenmachine.

Taal in groep 7 – zinsontleding

Ook zinsontleding en grammatica worden uitgebreid. Je kind krijgt moeilijker zinnen om die taalkundig te ontleden en de verschillende delen van de zin te benoemen. Ook wordt de woordenschat van je kind groter en krijgt hij of zij meer woordbegrip. Ze leren synoniemen en meer betekenissen van woorden. Bij spelling komen complexe spellingsregels aan bod zoals woorden met een trema en leenwoorden uit het Frans. Ook zullen er woorden zijn waar meerdere spellingcategorieën in één woord voorkomen. Bovendien wordt er een begin gemaakt met werkwoorden

De topografie van Europa

Parijs, Boedapest, Rome en Oslo, je kind kan ze aan het eind van groep 7 op de kaart vinden. Voor jou als ouder een uitgelezen moment om je eigen topografie-kennis weer op te halen. Lekker thuis aan de keukentafel oefenen zodat je kind de namen van de landen en de steden goed in zich op kan nemen. Wellicht is je kind ook in sommige van deze landen geweest.

Engels leren

Wellicht heeft je kind door Youtube-filmpjes of op vakantie al een klein woordje Engels geleerd. Misschien heeft je kind op Squla al wel wat Engels geoefend, dat kan namelijk al vanaf groep 1. Sommige scholen beginnen pas in de bovenbouw met Engels, maar steeds meer scholen bieden dit vak al in de onderbouw aan. Tip: populaire liedjes zijn heel vaak in het Engels gezongen. Zoek een makkelijkere en geschikte songtekst uit en ga samen proberen te vertalen wat er staat.

Kennismaken met de toetsvraagstelling in groep 7?

Met Squla kunnen kinderen (al vanaf groep 3) op een leuke manier kennismaken met de vraagstelling van de toetsen (Cito, IEP en Route 8). Spelenderwijs worden ze beter in vakken waar ze nog niet zo goed in zijn en kweken ze meer zelfvertrouwen. De antwoorden op Squla geven altijd extra uitleg, zodat je kind begrijpt waarom een antwoord wel of niet goed is of wat meer over het onderwerp te weten komt. Zo leert je kind spelenderwijs steeds meer over alle schoolvakken.

Pre-advies en voorbereiding op VO scholen

Sommige scholen geven aan het einde van groep 7 een pre-advies over de uitstroom naar het voortgezet onderwijs. Hoewel dit nog niet het uiteindelijke schooladvies is, kan dit wel houvast geven om alvast te gaan oriënteren op het voortgezet onderwijs. Het is helemaal niet gek om al in groep 7 samen met je kind scholen te bekijken, hierdoor hebben jullie ruim de tijd om een goede keuze te maken. Overigens geven niet alle scholen standaard een pre-advies, sommige scholen wachten hier bewust mee tot groep 8 omdat juist in dit laatste jaar kinderen soms een sprong in de ontwikkeling maken. 

Verkeersexamen

Op veel scholen wordt in groep 7 het verkeersexamen afgenomen. Er is meestal een landelijke datum in het voorjaar waarop het theorie examen afgenomen wordt. Het praktijkgedeelte plannen scholen zelf in. Op school oefenen ze verkeerssituaties uit boekjes en digibordlessen, maar het is extra leerzaam en betekenisvol voor je kind als jullie bewust de verkeersregels gaan toepassen en benoemen tijdens het fietsen of wandelen. Overigens is voor de zelfstandigheid en voorbereiding op het VO van belang dat je kind zelfstandig en veilig op de fiets dingen gaat ondernemen. 

Pre-puber fase en onzekerheid

Kinderen komen in groep 7 al in de pre-puber fase. Sociale interacties en vriendschappen gaan anders lopen en dit brengt ook (puberale) onzekerheden met zich mee. Ook wordt je kind zich bewuster van zijn/haar prestaties. Kinderen die straks uitstromen naar het Gymnasium en kinderen die uitstromen naar het VMBO of praktijkonderwijs zitten op de basisschool allemaal in dezelfde klas. Dit maakt dat kinderen onderling zich gaan vergelijken en zich daardoor ‘minder’ kunnen voelen als ze ergens moeite mee hebben.

Heb je het gevoel dat je kind ‘op zijn tenen loopt’, bespreek dit dan met de leerkracht. Vaak wordt in de bovenbouw lesstof aangepast voor kinderen op hun uitstroomniveau als het echt te moeilijk wordt. Bijvoorbeeld: voor een uitstroom naar het VMBO hoeven kinderen niet ALLE doelen van groep 8 te beheersen, maar is een beheersingsniveau van Eind groep 6 niveau voldoende om in te stromen op het VMBO. Dit maakt dat de leerkracht aanpassingen kan doen zoals een eigen leerlijn. 

Adaptief onderwijs: leren op je eigen niveau

Juf Shelby

Adaptief leren is een term die in onderwijsland veel voorkomt, wat is het? En waarom wordt adaptief onderwijs zoveel toegepast? In dit blog vertel ik je mijn ervaring als leerkracht met adaptief onderwijs en leg ik de voordelen uit van het zogenaamde ‘leren op maat’.

Wat is adaptief leren?

Adaptief komt van het woord adaptatie dat ‘passend’ betekent. Adaptief onderwijs is een vorm waarbij de lesstof passend is bij het niveau van het kind en is vanaf 1994 bekend geraakt in Nederland door het werk van professor Luc Stevens. Vroeger was het onderwijs er op gericht dat alle kinderen dezelfde dingen moesten kunnen. Tegenwoordig is het onderwijs meer gericht op een passende behoefte van ieder kind. Onderstaande quote inspireerde mij als leerkracht om kinderen passend onderwijs te geven.

Relatie, competentie en autonomie

Adaptief onderwijs gaat uit van de drie basisbehoeften van kinderen: relatie, competentie en autonomie (Stevens, 2004).

• Een relatie met klasgenootjes of de leerkracht, het kind voelt zich geaccepteerd en voelt dat hij/zij er mag zijn.
• Leren wordt leuker voor een leerling als deze invloed heeft op wat er wordt geleerd en hoe er wordt geleerd, waardoor hij/zij zich competent voelt. Kinderen willen graag laten zien wat ze kunnen. Dat kan het beste als het onderwijs op het niveau is van het kind.
• Autonomie verwijst naar het gevoel van onafhankelijk en zelfstandig zijn. Kinderen willen het gevoel hebben dat ze de dingen zélf kunnen. Zelf kunnen beslissen en zelf keuzes maken. Wanneer een leerling betrokken wordt bij het belang van wat hij leert wordt hij/zij zelfstandiger; autonoom.

Waarom adaptief leren?

Ieder kind leert en ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en manier. Al vanaf baby af aan zie je grote verschillen in de ontwikkeling. Het ene kind loopt al voor het eerste jaar en het andere als hij bijna 2 wordt. Terwijl dit niets zegt over welke baby later de ‘snelste’ hardloper zal worden. En dan willen we zodra ze naar school gaan wél dat alle kinderen hetzelfde beheersen op hetzelfde moment? Gelukkig zie je in onderwijsland steeds meer dat de lesstof wordt opgedeeld in niveaus en ook leerkrachten geven steeds meer op verschillende niveaus les.

Adaptief onderwijs in de klas

In de nieuwe lesmethodes is steeds meer rekening gehouden met de verschillen tussen kinderen. Je ziet vaak dat methodes een les opdelen in 3 niveaus, vaak met sterretjes.

* Is een simpelere opdracht die bijvoorbeeld met een extra instructie van de leerkracht gegeven wordt.
** Is het basisniveau: dat waar de leerkracht naar streeft dat alle kinderen kunnen en die in een groepsinstructie uitgelegd wordt aan de hele klas.
*** Is een moeilijkere opdracht, op een uitdagender niveau voor snelle kinderen of kinderen die de stof al beheersen. Meestal maken alle kinderen de ** opdracht. Degenen die moeite hebben met de leerstof maken de * opdracht en de snelle leerlingen de ***.

Er zijn ook lesmethodes die eerst starten met een ‘eerst proberen’ opdracht. Bijvoorbeeld bij spelling met een klein ‘instapdictee’. Kinderen die 0 of maar 1 foutje hebben mogen direct aan de ** en *** opdracht beginnen en de eerste opdracht overslaan. Kinderen die meer foutjes hebben in het dictee krijgen een extra uitleg van de leerkracht en maken de * en de ** opdracht. Hierbij is er veel aandacht voor samenwerken en afwisseling. Vooral bij taal, rekenen en spelling zijn de lesboeken op deze manier uitgewerkt.

Succeservaring

Als leerkracht van groep 7 had ik vaak kinderen in de klas die zich heel bewust waren dat ze ergens niet goed in waren. Vooral in de bovenbouw krijgen kinderen steeds meer het besef dat ze ergens minder goed in zijn dan hun leeftijdsgenootjes. Het niet begrijpen van de opdracht of een te snel tempo maakt dan extra onzeker. Juist voor deze kinderen is het fijn als ze succeservaring opdoen door eerst een stapje terug te doen in de lesstof. Daarnaast heb je voor sommige vakken eerst beheersing van de basiskennis nodig om verder te komen bij moeilijkere varianten zoals bijvoorbeeld bij rekenen.

Rekenen is een toren

Met name voor het vak rekenen is een adaptief aanbod belangrijk. Bij rekenen moet je namelijk de basiskennis beheersen om het volgende stapje te kunnen begrijpen. Het is als het ware een toren. Als de onderste bouwstenen zoals ‘optellen en aftrekken tot 20’ niet beheerst worden, kan de rest van de toren ook niet blijven staan. Sommen zoals 235+684 kun je niet maken als je  5+4 niet begrijpt. Het automatiseren (snel kunnen maken) van dit soort sommen biedt een belangrijke basis om daarna de leerstof van hogere groepen te begrijpen. Daarom is het van belang om bij rekenen terug te gaan naar het niveau waarop het kind vast loopt. En aan het begrip van een stapje terug te werken voordat je verder gaat.

Digitaal adaptief onderwijs

Steeds meer scholen werken met digitale middelen zoals laptops of tablets. Voor deze verwerking zijn ook diverse lesprogramma’s die adaptief werken. Op basis van verzamelde data wordt het leermateriaal realtime aangepast aan wat op dat moment het beste bij het niveau van het kind past. Het aanbod past zich aan in moeilijkheidsgraad, de leerstijl en de voorkeur (verschillende oefeningen) van het kind. Hoe meer data er bekend is over het leergedrag van leerlingen, hoe beter de les aansluit.

Bijvoorbeeld: Bij een fout antwoord, wordt de volgende opgave eenvoudiger of met een extra stukje uitleg. En als een leerling een som goed maakt krijgt hij/zij juist moeilijkere opdrachten. Zo is de leerstof nooit te moeilijk, maar ook niet te makkelijk. En is er balans tussen uitdaging en succeservaring. Wist je dat de online quizzen van Squla ook adaptief zijn? De adaptieve quizzen van Squla passen zich vanzelf in moeilijkheidsgraad aan.

Dit artikel is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht en Intern begeleider in het basisonderwijs. 

Je kind gaat naar groep 6: de bovenbouw

Juf Shelby

Je kind gaat naar bovenbouw! En dat betekent een hele hoop nieuwe dingen leren. Met rekenen komen de staartdeling en breuken vaak voor het eerst aan bod en ligt er meer focus op het metrieke stelsel. Bij taal worden tekstbegrip en spelling en grammatica geoefend. En waarschijnlijk maakt je kind in groep 6 zijn of haar eerste werkstuk of boekbespreking. Allemaal spannende momenten…

Spelling in groep 6 – de d’s en de t’s

Die d’s en t’s van de werkwoordspelling komen in groep 6 voor het eerst aan bod. Niet alleen kinderen, maar ook veel ouders kunnen daar nog wat van opsteken! Er wordt (met dt dus) geoefend met de basisprincipes van de werkwoordspelling. Er wordt hier vaak pas in het tweede half jaar mee gestart, en eerst met de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd. In groep 7 en 8 wordt nog meer focus op werkwoordspelling gelegd, groep 6 is een eerste kennismaking. 

Taal in groep 6 – zinsontleding

Ook grammatica blijft belangrijk. Redekundig en taalkundig ontleden wordt steeds een beetje verder uitgebreid. Je zou het misschien niet zeggen, maar hiermee wordt ook de basis gelegd van het leren van vreemde talen. Handig voor later! Of misschien al voor nu, want sommige scholen geven in groep 6 al lesjes Engels.

Staartdelingen en grote getallen

Je kind gaat met echt grote getallen (tot 10.000) aan de slag. Het delen wordt moeilijker, dus komt de staartdeling eraan te pas. Die ziet er misschien wel anders uit dan jij van vroeger gewend bent. Tip: vraag dus vooral aan je kind hoe het werkt, of speel samen met Squla om het te ontdekken. Je kind leert te meten, en kan een oppervlakte of omtrek berekenen en leren rekenen met snelheden. De basis van wiskunde wordt hier dus al gelegd.

Het eerste werkstuk in groep 6

De kans is groot dat je kind in groep 6 voor het eerst een werkstuk maakt. Best een pittige klus, waar je kind wel wat hulp bij kan en mag gebruiken! Bijvoorbeeld bij het kiezen van een onderwerp. Wat vindt je kind interessant? Ga samen met hem of haar op zoek naar informatie over dat thema. Handige tip: houd het onderwerp klein. Laat je kind zelf veel doen, maar help ook mee. Het maken van een indeling geeft bijvoorbeeld al wat richting om daarna zelf de delen in te vullen.

Eerste boekbespreking? Kies een tof boek!

Voor sommige kinderen het leukste wat er is, voor andere kinderen een crime: de boekbespreking. Laat je kind een leesboek kiezen dat goed past bij het AVI-niveau en de interesses. Over een heel leuk boek vertel je natuurlijk een stuk makkelijker dan over een saai verhaal! Een boekbespreking duurt tussen de 5 en de 10 minuten, dus er mag veel over verteld worden. Waarschijnlijk heeft de leerkracht een aantal punten genoemd die in de bespreking moeten voorkomen. Een goede tip, zeker voor onzekere sprekers: oefen je boekbespreking minstens twee keer voor je ouders, voordat je hem in de klas moet doen.

Topografie: Nederland

De provincies van Nederland, de wateren en de hoofdsteden per provincie – ze komen allemaal aan bod in groep 6. Ook hier een tip! Zit je met je kind in de auto en rijden jullie een rivier over? Vraag aan je kind welk water dat is. Zo komt de stof wat los van het rijtjes stampen en spreekt topografie iets meer tot de verbeelding. Woont er een opa of oma in een andere provincie? Vertel dat dan tijdens het leren, dan blijft die provincie vast beter plakken!

Oefenen! Ook thuis leuk leren

Sommige kinderen zijn heel goed in leren. Zij vinden het leuk om thuis extra te oefenen. Andere kinderen merken dat ze minder snel zijn, bijvoorbeeld met rekenen of met taal. Een leuke manier om de lesstof van school spelenderwijs eigen te maken, is door thuis te oefenen met Squla. De games en quizzen (en duidelijke uitleg bij elk antwoord) maken het leren voor alle kinderen leuk. Goed voor het zelfvertrouwen van je kind! Tip: als jij af en toe meekijkt, ben je goed op de hoogte van wat je kind allemaal leert.

Je kind gaat naar groep 4: aan de slag!

Juf Shelby

Groep 4 is een belangrijke groep. Je kind heeft in groep 3 kunnen oefenen met werken en gaat nu steeds meer met echte lessen aan de slag. Veel oefenen is goed om je kind lekker te laten werken. Op school en ook thuis.

Lezen in groep 4 – begrijpend lezen

Je kind leert in groep 4 doorlopende zinnetjes te lezen. Dat betekent ook dat je kind al gauw korte verhaaltjes kan begrijpen. De een is hier sneller in dan de ander, maar de kans is aanwezig dat je je kind binnenkort met een boek op de bank aantreft! Begrijpend lezen wordt steeds belangrijker. Dat betekent dus niet alleen de woorden leren te herkennen, maar ook snappen wat er staat en hoe de zinnen verband met elkaar houden. Het is belangrijk om nog veel te lezen in groep 4. Ook voorlezen is daarbij nog steeds een belangrijk aspect. Hier kan dan ook makkelijker ingegaan worden op leesbegrip. 

Lezen – letten op signalen

Merk je dat je kind geen of heel weinig motivatie heeft om te lezen? Wacht dan niet af, maar bespreek het op school. Op latere leeftijd is het namelijk moeilijker om een kind te leren lezen. Tip: samen met je kind thuis oefenen kan een groot verschil maken om je kind beter én met plezier te laten lezen.

Taal in groep 4 – lange en korte klanken

In de taallessen komen de moeilijkere letters nu aan bod. Denk aan de s of z, f of v, ch of g. Ook leert je kind het verschil tussen korte en lange klanken herkennen. Bijna ongelooflijk dat wij volwassenen dat nu logisch vinden, want het is vaak helemaal niet makkelijk om te leren!

Rekenen in groep 4

Weet jouw kind hoe laat het is? Binnenkort in ieder geval wel, want je kind leert klokkijken. Dus afspraken als ‘pas om 8 uur mag je uit bed komen’, zouden nu in principe begrepen moeten kunnen worden … Er wordt begonnen met de hele en de halve uren. Ook gaat de klas oefenen met grotere getallen optellen en aftrekken en wordt een begin gemaakt met de tafels. Vaak eerst de makkelijke tafels van 1, 2 ,10 en 5. Weet je zelf niet meer wat dat zijn? Tip: met Squla ben je zo weer op hoogte.

Je kind naar groep 4! Een paar tips voor het schooljaar

  • Zorg dat je een paar boekjes in huis hebt (van de bibliotheek of gekocht in de winkel) die aansluiten op het (AVI) leesniveau en de interesses van je kind. Dan kan je kind altijd, wanneer het maar wil, op een leuke manier oefenen met lezen.
  • Leren lezen is ook leren voorlezen. Vraag je kind eens of de rollen omgedraaid kunnen worden: je kind een zin, jij een zin (of een langer stukje). Zo is je kind actief bezig met het leren van de taal. En krijgt jij goed inzicht in wat je kind al kan.
  • In groep 4 maakt je kind steeds moeilijkere geldsommen. Speel eens winkeltje. Geef 10 euro en koop iets van 6 euro. Als je kind goed kan wisselen, maak de sommen dan wat moeilijker – het leren gaat nu snel. Een erg leuke (en nuttige) manier om samen bezig te zijn met rekenen.

Je kind gaat naar groep 5: steeds meer kennis

Juf Shelby

Groep 5 zit boordevol kennis. Alles wat er in groep 4 al geleerd is, wordt in groep 5 in een moeilijkere variant aangeboden. De zinnen worden langer, de rekenkundige vraagstukken moeilijker. En er wordt een begin gemaakt met topografie. Benieuwd wat er allemaal gebeurt in groep 5? We geven ook enkele tips.

Rekenen in groep 5: grote getallen

De stof die in groep 4 al geïntroduceerd is, wordt in groep 5 een verder uitgebouwd. Optellen en aftrekken lukt al met hoge getallen en keersommen hebben kinderen in groep 4 ook al gezien. Groep 5 is echter het jaar van tafels herhalen en nogmaals goed in je hoofd stampen, wat heel belangrijk is voor het begrijpen en toepassen van de rekenstof in de bovenbouw. En daarna wordt het delen aan de kennis toegevoegd. Ook krijgen kinderen nu te maken met tafels die verstopt zitten in verhaaltjessommen

Taal in groep 5: een uitgebreide woordenschat

Er wordt in de klas veel geoefend met de uitbreiding van de woordenschat. Dat is niet mis! Woorden als uitgekookt, uitmuntend, vaag, verijdelen, warmbloedig en weigeren moet het kind al kunnen herkennen. Ook is er aandacht voor zinsbouw. Weet jij het nog? Wat is het onderwerp van de zin, wat is de persoonsvorm? De basis voor het begrijpen van de taal. Je kind zal zinnen kunnen lezen en begrijpen van wel 10 woorden. Tip: gebruik zelf ook meer moeilijke woorden. Je zult versteld staan van wat je kind al begrijpt.

Topografie en aardrijkskunde

Je kind zal het waarschijnlijk topo noemen, maar in groep 5 krijgen de meeste kinderen de eerste lessen topografie. Hoe ziet Nederland eruit? Wat is hoofdstad en waar ligt die? Waar woon je zelf? En hoe zit het met de Waddeneilanden? Ook met aardrijkskunde wordt een begin gemaakt. Vaak eerst vanuit de eigen omgeving en provincie. Het verschil tussen stad en dorp, de grondsoorten en bijvoorbeeld kaartlezen. In al deze deelvakken kan je kind op het eigen groepsniveau oefenen met Squla. Op veel scholen worden ook toetsen voor topografie afgenomen waarvoor je kind een leerblad naar huis mee krijgt. Voor het eerst echt overhoren dus!
Tip: check regelmatig de topografische kennis van je kind. Dat kan al door bijvoorbeeld te vragen waar jullie wonen. Of waar opa en oma wonen.

De spellingsregels in groep 5

Werden spelfoutjes in groep 4 soms nog door de vingers gezien, in groep 5 wordt er door de leerkracht strenger naar gekeken. Het beheersen van de spellingsregels wordt steeds belangrijker. Kinderen komen erachter dat niet alles geschreven wordt zoals het woord klinkt. Oefenen met s of z, verkleinwoordjes, samengestelde woorden, i of ie, aai, ooi en oei. Ook weetwoorden met au/ou of ei/ij komen weer aan bod. Tip: oefen met je kind enkelvoud en meervoud van woorden. Hoe schrijf je het meervoud van schaap? En van boot?

Geschiedenis

Weet je kind ineens wat te vertellen over ridders? Grote kans dat de leerkracht het net over de Middeleeuwen heeft gehad. Ook dinosauriërs (prehistorie) en de Romeinse tijd kunnen langskomen. Vaak wordt er in een chronologische volgorde gewerkt: dus eerst de oertijd en zo verder richting het heden. Zo leert je kind steeds meer over al die jaren voordat hij of zij ter wereld kwam. Er blijkt al heel wat leven te zijn geweest, zelfs voordat opa en oma er waren!

Tips voor ouders met kinderen in groep 5

  • Het ene kind is het andere niet. In groep 5 kan het verschil soms heel groot zijn. Sommige kinderen lezen al op het niveau van groep 7. Anderen gaat het minder goed af. In groep 5 gaan kinderen zich dat ook steeds meer beseffen wat soms kan leiden tot onzekerheid. 
  • De tafels zijn in groep 4 al geoefend. Niet alle kinderen zullen alle tafels echter even goed uit hun hoofd kennen. Aan het einde van groep 5 moet je kind alle tafels volledig geautomatiseerd hebben. Elke tafel moet binnen 20 seconden opgezegd kunnen worden. Dit kun je zelf eenvoudig dagelijks met je kind oefenen. Ook handig: hang de tafels op de binnenkant van de wc-deur, ter hoogte van de blik van je kind.
  • Het klinkt een beetje saai, maar het is zeer doeltreffend: lees steeds hetzelfde boek voor (het favoriete boek van je kind bij voorkeur). Herhaling is ontzettend belangrijk bij het uitbreiden van de woordenschat.

Je kind gaat naar groep 3! Het echte leren begint

Juf Shelby

Van spelen in groep 1 en 2, gaat het in groep 3 echt over naar leren werken aan een tafeltje. Je kind is geen kleuter meer: het echte leren begint. De kinderen krijgen vanaf nu les in bepaalde vakken, zoals rekenen, lezen en schrijven. Afgeleid terwijl de leerkracht iets uitlegt? Dat is eigenlijk niet meer de bedoeling: het wordt veel meer stilzitten en opletten. Toch is er zeker in het begin van het schooljaar ook nog speeltijd. Wat gebeurt er verder allemaal in groep 3?

Zelfstandig werken

Je kind krijgt meer ruimte om zelfstandig te werken. Waar je kind in groep 2 nog met anderen in de huishoek ging spelen of samen ging knutselen, zal hij of zij nu steeds vaker zelfstandig werken aan taakjes. Bijvoorbeeld lesjes rekenen, lezen of schrijven. Een nieuwe uitdaging!

Rekenen in groep 3 – de basis

Je kind gaat de basisprincipes van de rekenkunst onder de knie krijgen. Eerst door de tekens te leren kennen: plussen en minnen, de getallen tot 20, het =-teken. In groep 1 en groep 2 zijn deze vast al eens voorbijgekomen, maar nu wordt er ook echt mee gewerkt. De eerste sommetjes worden gemaakt; meestal met een verhaaltje om het te verduidelijken. 1+1=2 moet nu een eitje zijn! Tip: oefen zelf thuis met je kind door af en toe te vragen hoeveel mandarijnen er bijvoorbeeld in de fruitschaal liggen.

Lezen in groep 3: maan, roos, vis

Maan, roos, vis – misschien ken je zelf deze eerste woordjes nog wel. Je kind leert deze woorden nu ook lezen, net als andere woorden met drie of vier letters. Hoewel tegenwoordig meestal niet meer gestart wordt met ‘maan’, maar vaak met: ik – maan – roos – vis. Het woordje ‘ik’ leren de kinderen meestal al in het ‘wenmomentje’ als ze een keertje in groep 3 gaan kijken vanuit de kleuterklas. Zo leert je kind al snel woorden herkennen en letter voor letter te lezen. Sommige kinderen zijn snel met lezen en kunnen dit al vóór groep 3. Die krijgen in groep 3 dan vaak al wat moeilijkere woorden om te oefenen.

Schrijven in groep 3: woordjes maken

Leren schrijven is oefenen, oefenen, oefenen. Leerkrachten beginnen vaak met de makkelijke letters, zoals de i en de o. Vaak gaan leren lezen en leren schrijven hand in hand. Dus ik, maan, roos, vis (en de eigen naam) zijn vaak de eerste woordjes. Het is heel leuk om letters die je net kunt lezen, meteen ook zelf te mogen schrijven. Schrijft je kind letters in spiegelbeeld? Niets aan de hand hoor! Het kleuterbrein maakt geen onderscheid tussen links en rechts. Gewoon lekker laten schrijven dus. Hoofdletters komen nog niet aan bod. En let op de letters worden fonetisch uitgesproken (hoe ze klinken). Dus niet ‘em’ voor de M, maar ‘mmm’. Als je dan het woordje maan aan elkaar plakt m-aa-n dan is dit ook makkelijker te lezen. 

De juiste pengreep

Kramp in de vingers! Je kind leert in groep 3 om een pen of een potlood op de juiste manier vast te houden. De fijne motoriek en een vloeiende schrijfbeweging zijn niet voor ieder kind even gemakkelijk, vooral voor jongetjes niet. Een goede pengreep is wel heel belangrijk, ook om er op jonge leeftijd aandacht voor te hebben; de greep later nog herstellen is moeilijk.

Tip: oefen de juiste pengreep ook thuis. Kinderen moeten (ondanks dat er veel op computers wordt gewerkt) veel schrijven. Als dat niet snel genoeg of goed genoeg lukt, kan dat later voor problemen zorgen. Bijvoorbeeld bij het maken van proefwerken.

Ook het klaslokaal in groep 3 ziet er anders uit

Omdat de nadruk meer op werken ligt dan in groep 1 en 2, ziet ook het klaslokaal er anders uit. De opstelling van de tafels bijvoorbeeld, en wat er aan de muren hangt. Een goede tip is daarom om al van tevoren een kijkje te nemen in het nieuwe klaslokaal. Zo went je kind al een beetje aan de overgang van spelen naar werken.

Je kind naar groep 3? Een paar tips

  • Bespreek vooraf wat je kind verwacht van groep 3 en check bij de leerkracht of dit klopt.
  • Vraag aan je kind wat hij of zij geleerd heeft op een dag.
  • Oefen mee met de dingen die je kind in de klas leert.
  • Voorlezen is nog steeds belangrijk.
  • Moedig je kind aan om te leren. Stimuleren is een belangrijk onderdeel van leuk leren!

Groep 2: niet meer de jongste van de school

Juf Shelby

Je kind gaat bijna naar groep 2! Een minder grote verandering dan naar groep 1, maar toch is de overgang meteen merkbaar. Van vooral veel spelen wordt het nu ook een beetje werken. Vond je in groep 1 al dat je kind veel leerde, maak je borst dan maar nat. Wat staat je kind in groep 2 allemaal te wachten?

Lezen in groep 2: een begin maken met woordjes

In groep 2 leert je kind letters en korte woordjes lezen. Zo kan hij of zij met de letters die al bekend zijn nieuwe woordjes maken. Het herkennen van woordjes gaat ook steeds makkelijker. Op melkpakken, borden en brieven staan ineens letters die je kind kan herkennen. Vaak staat er een letter in de klas centraal. Deze letter wordt dan ook fonetisch (zoals het klinkt) uitgesproken. Dus niet ‘Em’ voor de M, maar mmmm. Hierdoor leert je kind bij het hakken en plakken dat losse letters een woord vormen. m-o-l wordt mol! (em – oo – el zou aan elkaar geplakt ‘emooel’ worden). Hakken en plakken is dan ook een hele belangrijke oefening in groep 2. 

Wat leert een kind in groep 2 nog meer?

Je kind leert de dagen van de week te benoemen. En verder dan tien te tellen. De meeste kleuren zijn in groep 1 al aangeleerd, maar nuances zoals lichtblauw komen nu ook voor. Probeer thuis ook eens of je kind bepaalde voorwerpen in huis ineens weet te benoemen. De woordenschat groeit namelijk als kool! Ook het rijmen krijgt je kind (verder) onder de knie. Samen spelletjes doen vinden de meeste kinderen heel leuk. Wat rijmt er op huis? Het is niet erg als je kind eerst nog met ‘onzinwoorden’ rijmt. Dit is de voorloper van het echte rijmen. 

Sociale ontwikkeling

In de klas samen spelen, in plaats van alleen met iets bezig te gaan, wordt steeds normaler. Ook zal de leerkracht ervoor zorgen dat je kind beter leert samenwerken. Langzaam leert je kind zich steeds iets beter in de ander te verplaatsen. In een kleutergroep zijn er continu kleine sociale conflicten. Dat klinkt misschien wat heftig, maar dat is heel normaal. Je kind leert ervan: op een veilige manier omgaan met conflicten. Thuis ga je dat wellicht ook merken!

Leuk om de jongere kinderen te helpen

Ineens is je kind niet meer de jongste van de school, maar al een echte bink (j/m). En dat betekent wat! Zit je kind in een combinatieklas, dan zal hij of zij de jongere kinderen vaak helpen. Je kind leert op een leuke manier met die verantwoordelijkheid omgaan en merkt dat hij of zij al veel heeft geleerd in het vorige jaar. Weet je nog dat je kind in groep 1 moest wennen? Toen waren het vast de wat oudere kleuters die meteen te hulp sprongen. Je grote kleuter kent de weg en maakt de jongere kinderen wegwijs. Iets om trots op te zijn!

Ook thuis lekker oefenen

In groep 2 leert je kind dus al een hele hoop. Vindt je kind het leuk om nog meer te oefenen, ook thuis? Met Squla voor groep 2 kan je kind spelenderwijs oefenen met cijfers, de getallenrij, de woordenschat en letters, maar bijvoorbeeld ook met het benoemen van de seizoenen of de kleuren. Een mooie aanvulling op het spelen op school!

Je kind in groep 1: 6 tips voor ouders

Juf Shelby

En dan ineens is het zover: de eerste schooldag. Je kind voor het eerst in de onderbouw, groep 1. Pas vier jaar oud en dan al in de schoolbanken. Groep 1 is voor de ouders soms nog wel spannender dan voor de kinderen. Waar kun je allemaal rekening mee houden als je kind naar groep 1 gaat? We geven je 6 tips. Het is allemaal al spannend genoeg!

1. Rustig samen wennen op school

De meeste scholen hebben wen-dagen. Fijn voor het kind én de ouders. Zo kunnen jullie al een beetje vertrouwd raken met het gebouw, de klas en de leerkrachten. Je kind legt alvast contact met de kinderen in de klas (en vrees niet: dat gaat vast makkelijker dan je denkt!), en went meteen ook aan het afscheid nemen. Tip: houd het afscheid kort. Het is beter om dat moment niet te rekken, ook al moet je kind misschien huilen. Voor je het weet, zie je je kind even later door het raam al helemaal opgaan in zijn of haar nieuwe omgeving. Wat misschien helpt: alle ouders hebben dit gevoel ervaren, en alle kinderen ook. Het went, echt waar, voor iedereen!

2. Vertel duidelijk wat je kind allemaal kan verwachten in groep 1

De meeste kinderen vinden het fijn om te weten wat ze kunnen verwachten. Hoe ziet een dag op school er zo’n beetje uit? Wie komt me straks ophalen? Ga ik dan naar huis of naar de naschoolse opvang? Wat mag ik wel en wat mag ik niet? Bespreek met je kind vóór de eerste schooldag wat hij of zij allemaal kan verwachten. Stel vooral ook vragen, bijvoorbeeld of je kind het spannend vindt, en neem eventuele twijfels weg. Door alles goed met je kind door te nemen, voelt hij of zij zich ook serieus genomen – al een echt grote kleuter! Er zijn ook diverse leuke leesboekjes over de eerste schooldag om voor te lezen.

3. Nieuwe spulletjes kopen voor de eerste schooldag

Een nieuwe lunchtrommel, een echte eigen rugtas, nieuwe kleren – ze helpen allemaal bij het uitkijken naar de eerste schooldag. Het zijn cadeautjes vol voorpret, en ze maken de eerste schooldag extra speciaal. Zorg ervoor dat je kind zelf de spullen en kleuren mag uitkiezen. Je kind komt zelfverzekerd en trots voor de dag met al deze spulletjes die zelf zijn gekozen!
Tip: zorg ook voor een duidelijk naamlabel op alle spulletjes (die je kind zelf ook herkent), bijv. met een afbeelding/pictogram erbij. Op sommige label websites kun je een eigen icoontje bij de naam laten afdrukken. Hierdoor kan je kind makkelijk zijn eigen spullen herkennen.

4. Wat doet een kind in groep 1 op een schooldag?

Weet je zelf hoe een schooldag eruitziet? Dat helpt ook om de grote overgang te verkleinen. In groep 1 leren de kinderen spelenderwijs al een hele hoop dingen! Je kind gaat letters en cijfers herkennen, soms al een beetje schrijven (natekenen) en tellen. Ook wordt er in het kringgesprek door iedereen iets verteld. Daar zijn flink wat mondelinge vaardigheden voor nodig! Natuurlijk wordt niet alleen het hoofd getraind, en komen ook de coördinatie en het lichaam aan bod. Daarnaast mogen de kinderen in groep 1 naar hartenlust hun creativiteit uiten. Lekker knutselen, tekenen, met verschillende materialen aan de slag! Maak alvast maar wat plek op die koelkast voor al deze kunstwerken… Gymmen gebeurt vaak in hemd en onderbroek. Informeer of gymschoenen gewenst zijn. Er is vaak geen vaste gym-dag. Bij mooi weer wordt er buiten gespeeld en bij regen binnen in de gymzaal. Het is voor je kind fijn als hij zelf oefent om de kleding aan en uit te trekken dit schooljaar. Op naar meer zelfstandigheid!

TIP: doet je kind de schoenen soms verkeerd om aan? Zet pijltjes of een gezichtje aan de binnenkant. Zo kan je kind zelf de schoenen aan doen.

5. Rust, reinheid en regelmaat

Veel van de lesjes in groep 1 gaan over regelmaat en ritmes. Bijvoorbeeld: hoe verdelen we de dag in dagen, en welke dagen zijn dat? Hoe is de verdeling op een dag? Hoe ziet een jaar eruit en welke hoogtepunten (verjaardagen, feestdagen) zijn er? Wat zijn de seizoenen en hoe merk je dat die van elkaar verschillen? Je kind leert de grote zaken op te delen in kleinere delen. Ook de schooldag wordt in blokjes verdeeld. Zo went je kind aan rust, reinheid en regelmaat.

6. Samen oefenen

Niets is leuker dan samen met je kind oefenen met wat hij of zij op school net nieuw heeft geleerd. Kinderen leren van oefenen het allermeest! De rol van de ouders is hierin heel belangrijk. Bedenk leuke vragen voor je kind. Vraag bijvoorbeeld hoeveel knuffels er in bed liggen, welke kleur de bank heeft, welke dag het vandaag is, hoeveel dagen de week heeft, enzovoort. Of speel samen Squla voor groep 1! Daar leert je kind door filmpjes en quizzen een hele boel vaardigheden die van pas komen in groep 1.