Kies je groep
Peuters
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
Alle vakken
Kies je groep
De herfstperiode… Buiten een verscheidenheid aan gekleurde blaadjes, binnen in de klas een verscheidenheid aan leerlingen. Je kind is inmiddels een beetje gewend in de nieuwe groep, kent de routines van de leerkracht en juist in die periode vullen veel basisscholen de eerste observatie-instrumenten in om te kijken hoe het sociaal-emotioneel met hun leerlingen gaat. Het is niet alleen een lijst, maar ook de observatie van de leerkracht. In deze blog leg ik je alles uit over het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling.
De eerste schoolweken staan in het teken van kennismaken en wennen. Wie zit naast wie? Hoe werkt het nieuwe dagritme? En wat vraagt de nieuwe juf of meester van mij?
Veel kinderen vinden hun draai snel, maar voor anderen kost dat tijd. Juist na de eerste weken wordt zichtbaar hoe een kind zich voelt: zelfverzekerd of juist wat teruggetrokken, enthousiast of snel overprikkeld.
Daarom kiezen scholen er bewust voor om in oktober of november een eerste meting te doen met een sociaal-emotioneel volgsysteem, zoals Zien! of SCOL. De rust is dan enigszins teruggekeerd. Als leerkracht heb je al een beeld vanuit de overdracht van de vorige groep, maar je wilt ook je eigen indruk vormen om kinderen goed te kunnen ondersteunen en een band met hen op te bouwen.
Een sociaal-emotioneel volgsysteem is geen toets die een kind moet maken. Het is een observatielijst die de leerkracht invult op basis van wat zij dagelijks ziet.
Bijvoorbeeld:
Het gaat niet om cijfers, maar om signalen. Door dit structureel te volgen, krijgen scholen zicht op groei en welbevinden.
De meeste scholen gebruiken een sociaal-emotioneel volgsysteem, vergelijkbaar met het leerlingvolgsysteem voor rekenen en taal. Bekende voorbeelden zijn:
Leerkrachten vullen deze lijsten vaak twee keer per jaar in. In de hogere groepen vullen kinderen soms zelf ook een extra vragenlijst in. Deze lijsten beoordelen bijvoorbeeld:
De resultaten worden niet los gezien, maar besproken in het team en met ouders. De intern begeleider kijkt meestal mee: zijn er kinderen die extra ondersteuning nodig hebben? Hoe doen kinderen het die vorig jaar een pittig jaar hadden?
Soms volgt er een extra observatie, een kindgesprek of een kleine interventie, zoals een sociaal vaardigheidsspel of het versterken van groepsgevoel. Het doel is zorgen dat ieder kind zich veilig, gezien en begrepen voelt.
Ouders schrikken soms als ze horen dat hun kind “laag” scoort op zelfvertrouwen of sociale omgang. Maar dat betekent niet meteen dat er iets mis is.
Het is een startpunt voor gesprek: wat ziet de leerkracht in de klas, wat zien ouders thuis, en wat helpt het kind om zich zekerder te voelen? Een kind dat nog stilletjes observeert in september, kan in december opeens zichtbaar groeien, juist doordat de leerkracht wist waar de extra aandacht nodig was.
Naast het kijken naar ieder kind afzonderlijk, letten leerkrachten ook op de groep als geheel. Want hoe een kind zich voelt, hangt sterk samen met de sfeer in de klas. In de eerste weken vormt zich een nieuwe groepsdynamiek: wie neemt initiatief, wie volgt, wie zoekt verbinding, en wie lijkt nog wat buiten de groep te vallen? Lees hier meer over in mijn blog over de Gouden weken.
Door bewust te kijken naar deze onderlinge verhoudingen kunnen leerkrachten veel betekenen. Soms helpt een kleine verandering al: een andere plek in de klas, een duo-opdracht of een complimentenspel om de verbinding te versterken.
Sommige scholen gebruiken in deze periode ook een sociogram om inzicht te krijgen in de sociale relaties binnen de klas. Dit is een instrument waarbij leerlingen (meestal vanaf groep 4) vragen beantwoorden als: Met wie werk jij graag samen? of Met wie speel jij vaak op het plein?
De antwoorden worden verwerkt in een overzicht waarin zichtbaar wordt wie vaak genoemd wordt, wie minder zichtbaar is en welke groepjes of vriendschappen zich vormen. Zo krijgt de leerkracht een beeld in de vorm van een cirkel van de klas: wie staat in het midden, wie aan de randen?
Observaties zijn waardevol omdat ze leerkrachten helpen achter het gedrag te kijken.
Een druk kind is niet per se ondeugend: misschien zoekt het verbinding.
Een stil kind is niet per se verlegen: misschien voelt het zich nog niet veilig genoeg.
Door de sociaal emotionele ontwikkeling te volgen krijg je als leerkracht een beter beeld van ieder kind en hoe je hier het beste mee om kunt gaan. En veiligheid is de bodem waarop kinderen tot leren komen.
“Een kind dat goed in zijn vel zit, zal makkelijker tot leren komen. Misschien ligt hier wel de belangrijkste basis om eerst aan te werken” – juf Shelby
Vraag gerust eens aan de leerkracht hoe jouw kind zich in de groep voelt. Niet alleen over rekenen of lezen, maar ook over:
Een sociaal-emotioneel volgsysteem is dus geen invullijstje, maar een instrument van aandacht.
Juist in de herfst, wanneer de bladeren vallen en kinderen hun plek in de groep vinden, nemen leerkrachten even bewust afstand om te kijken achter het gedrag, achter cijfers en achter woorden. Want onderwijs is niet alleen kennis overdragen. Het is ook het leren kennen van de kinderen in de klas.
Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam ‘Juf Shelby‘ over opvoeding, onderwijs en gedrag.