1. Zorg voor een goede voorbereiding
Een kind dat goed voorbereid is, voelt zich zekerder. Maak samen een planning en oefen op tijd, zodat alles stap voor stap wordt herhaald.
2. Oefen met oude toetsen
Door te oefenen met oude of vergelijkbare toetsen raakt je kind gewend aan de vraagstelling en voelt het zich minder onzeker. Maak zelf een proeftoets of laat je kind zelf een ‘proeftoets’ maken. Deze kan je kind vervolgens zelf invullen.
3. Leer slimme strategieën aan
Laat je kind moeilijke vragen overslaan en hier later terugkomen. Moedig aan om eerst de makkelijke vragen te maken en de tijd slim te verdelen.
4. Stimuleer positief denken
Help je kind om negatieve gedachten om te zetten in positieve: “Ik kan dit” in plaats van “Dit gaat mislukken.” Zelfvertrouwen groeit door positieve bevestiging.
5. Zorg voor rust en routine
Een uitgerust kind presteert beter. Zorg voor een vast slaapritme, een gezond ontbijt en ontspanning voor de toetsdag. TIP: zet de wekker op de toetsdag een kwartiertje eerder, jij en je kind profiteren de hele dag van een rustige ontspannen start van de dag i.p.v een ochtendstress om netjes om 08.30 in de klas te zitten.
6. Fouten maken mag
Leer je kind dat fouten leermomenten zijn en dat een toets slechts een momentopname is. Dit haalt de druk van perfectie weg.
7. Blijf zelf ontspannen
Jouw houding beïnvloedt die van je kind. Laat zien dat je vertrouwen hebt en vermijd te veel nadruk op prestaties. Het toetsmoment is niet het allerbelangrijkst! De juf of meester kent jouw kind en kijkt naar een langere periode.
Gedachten sturen, dat kun je leren!
Wist je dat je je gedachten ook kunt sturen? Zo kun je negatieve gedachten in positieve gedachten veranderen. Dit is een handig trucje voor wanneer je bijvoorbeeld snel in paniek raakt wanneer je een antwoord op een vraag niet weet. In de afbeelding hieronder wordt uitgelegd hoe je kind dit zou kunnen doen tijdens een toets.
-
Ongemerkt heeft jouw kind meer geoefend dan ze zelf denken. De leraar heeft tijdens de les bewust extra aandacht geschonken aan de dingen die je kind moet kunnen voor de toets.
-
Het is niet erg als er fouten worden gemaakt tijdens het oefenen. Hier leert je kind juist van. Iets wat ze fout hebben gedaan doen ze de volgende keer minder snel fout.
-
Zorg dat je kind wat vroeger naar bed gaat dan normaal. Als ze de weken voor de toets voldoende slaap hebben gekregen, is het minder erg wanneer ze zich onrustig voelen de nacht voor de toets.
-
Zorg dat je kind gezond eet! Hierdoor kunnen ze zich tijdens de toets beter concentreren.
-
Weet je kind tijdens de toets het antwoord niet? Leg uit dat ze prima de vraag even over kunnen slaan en er later nog eens naar kunnen kijken.