Afbreekregels

In een tekstverwerkingsprogramma kan je kind woorden automatisch af laten breken aan het einde van de regel, maar op school – bijvoorbeeld bij het schrijven van een opstel – moet hij dit toch echt zelf doen. Als je kind niet precies weet wat de afbreekregels zijn, kan dit problemen veroorzaken.Zo breekt hij een woord mogelijk op de verkeerde plek af, waardoor hij het woord verkeerd spelt. Reden genoeg om hier extra aandacht aan te besteden. Wil je samen met je kind aan de slag met het op een juiste manier afbreken van woorden? Dan is het belangrijk dat je op de hoogte bent van de afbreekregels. Op deze pagina lees je alles wat je hierover moet weten.

Het afbreekstreepje

Als je kind in aanraking komt met afbreken, leert hij ook wat het afbreekstreepje (-) is. Met dit leesteken geeft je kind aan dat hij een woord afgebroken heeft. Dit streepje komt altijd op de plek te staan waar je kind een woord afbreekt. In de praktijk ziet dit er als volgt uit: 

  • De olifant had weinig zin om zijn circus-act uit te voeren.
  • Jill en Ivo gingen samen naar de kerk om de trouw-dag van hun beste vrienden bij te wonen. 
  • Eenmaal in het ziekenhuis duurde het niet lang meer voordat de be-valling begon.

Wanneer kun je woorden afbreken?

Breekt je kind woorden op gevoel af? Dan gokt hij mogelijk iedere keer goed. Toch kan hij woorden ook op de verkeerde plek afbreken. Belangrijk om te weten is dat een losse letter aan het begin of einde van een regel niet is toegestaan. Zo mag je kind het woord ‘alinea’ bijvoorbeeld nooit als ‘a-linea’ of ‘aline-a’ schrijven. Vandaar dat dit woord altijd afgebroken wordt als ‘ali-nea’. Breng je kind daarnaast bij dat medeklinkers zoveel mogelijk naar de volgende regel verschuiven bij het afbreken. Hierbij is het van belang dat beide delen van het woord uitspreekbaar moeten blijven en uit normale lettergrepen bestaat. Tot slot moet je kind weten dat woorden met ng of nk altijd afgebroken worden na de letter n. Zo wordt ‘vinger’ bijvoorbeeld afgebroken als ‘vin-ger’.  

Er zijn overigens nog meer regels voor het afbreken van woorden. Hieronder lees je hoe afbreken bij een samenstelling, na een lettergreep, aan het einde van een zin en tussen een voorvoegsel in zijn werk gaat. Zo kun je samen met je kind alles over afbreken leren.

Bij een samenstelling

Tijdens de lessen spelling krijgt je kind te maken met samengestelde woorden. Deze woorden zijn gevormd door twee of meer woorden samen te voegen, waardoor een nieuw woord ontstaan is. Doordat een samenstelling uit meerdere woorden bestaat, kan je kind zo’n woord relatief eenvoudig afbreken. Voor het afbreken van samenstellingen geldt de regel: breek altijd af tussen de delen van een samenstellingen. Als je kind op een andere plek afbreekt, kan dit ten koste gaan van de leesbaarheid van een woord en/of zin.

  • fietspad – fiets-pad
  • rugzak – rug-zak
  • circusartiest – circus-artiest
  • fabrieksmedewerker – fabrieks-medewerker 

Na een lettergreep

Naast samenstellingen kan je kind ook andere woorden afbreken. Wanneer het niet om een samengesteld woord gaat, is het belangrijk dat je kind een woord afbreekt na een lettergreep. Breekt hij een woord af in het midden van een lettergreep? Dan is het mogelijk niet meer duidelijk wat er precies bedoeld wordt met het woord. Zorg er daarom voor dat je kind bekend is met deze regel voordat hij begint met woorden afbreken. 

  • bacterie – bac-te-rie
  • honden – hon-den 
  • lopen – lo-pen
  • liefje – lief-je
  • medewerker – me-de-wer-ker

Aan het einde van een zin

Past een woord niet meer volledig op een regel? Dan kan je kind ervoor kiezen om het hele woord op een nieuwe regel te schrijven. Dit hoeft niet, want hij mag het woord ook afbreken. Wanneer het om het laatste woord van een zin gaat, twijfelt je kind mogelijk of hij een woord af mag breken. Dit mag, zolang dit geen gevolgen heeft voor de leesbaarheid van het woord en/of de zin. Wil je kind afbreken aan het einde van een zin? Maak dan duidelijk dat hij een afbreekstreepje toe moet voegen op de plek waar hij het woord afbreekt. Hier lees je verderop op deze pagina meer over. Het onderstaande voorbeeld laat zien hoe het afbreken aan het einde van een zin in zijn werk gaat.

Voorbeeldzin:

Jaap heeft vandaag erg veel zin om naar school te gaan. Er komt namelijk een politie-
agent in de klas om voorlichting te geven.  

Woorden met voorvoegsel

In het Nederlands zijn er behoorlijk wat woorden die een voorvoegsel hebben. Voorbeelden hiervan zijn: beginnen, verliezen en geboren. Wil je kind deze woorden afbreken? Leer hem dan dat hij dit tussen een voorvoegsel en de eerstvolgende lettergreep mag doen. Daarnaast is het belangrijk dat je kind het woord afbreekt op een plek waardoor het woord nog steeds goed te lezen is. Het afbreken van de voorbeelden die we eerder in deze alinea noemden, ziet er daarom zo uit: 

  • be-ginnen
  • ver-liezen
  • ge-boren

Uitleg over afbreekregels

Je kind breekt woorden af door ze in tweeën te verdelen. Dit gebeurt vaak als een woord slechts gedeeltelijk op een regel past. Bij het afbreken van woorden is het belangrijk dat beide delen van het woord nog goed leesbaar zijn.

Je kind plaatst een afbreekstreepje vaak tussen twee lettergrepen. Als het woord ‘typen’ niet meer volledig op de regel past, plaatst je kind het afbreekstreepje tussen ‘ty’ en ‘pen’: ‘ty-pen’. Bijn een samenstelling plaatst je kind het afbreekstreepje tussen twee delen van de samenstelling in: ‘rug-tas’, ‘fiets-lamp’.

Als enkel het voorvoegsel van een woord nog op de regel past, mag je kind een woord afbreken na het voorvoegsel. In de praktijk kan dit er als volgt uitzien: ‘ver-huizen’, ‘be-antwoorden’, ‘ge-bruiken’.

Ja, je kind mag een samenstelling afbreken. Een samengesteld woord breek je alleen niet af na het einde van een lettergreep, maar tussen twee delen van de samenstelling: ‘fiets-sleutel’, ‘spaar-pot’. Zo blijft het woord goed leesbaar.

Online oefenen met afbreken is zinvol als je kind de afbreekregels nog niet volledig onder de knie heeft. Je kind kan online op een leuke manier oefenen met afbreken, bijvoorbeeld door quizzen te spelen. Doordat hij spelenderwijs leert, heeft hij de afbreekregels vaak sneller onder de knie.