Zindelijk worden met plezier, juf Shelby legt uit

Juf Shelby

Voordat je kind naar de basisschool gaat moet het overdag zindelijk zijn. Maar hoe fijn is het als je al vóór de peuterpuberteit je kindje zindelijk hebt? Mijn dochter was 1,5 toen ze zindelijk was en mijn zoontje 2. In deze blog vertel ik je hoe wij dit thuis hebben aangepakt: met veel leesmomentjes, spelletjes en de focus op plezier!

Het juiste moment om te starten

Het begint allemaal met interesse. Wanneer je peuter ineens met je mee naar het toilet wil, graag kijkt wanneer een ander kindje ook al op de wc gaat, of signalen geeft over een natte luier, dan zijn dat de eerste tekenen dat je kind er klaar voor is. Ook wanneer je ziet dat je kind zich even afzondert bij het plassen of poepen in de luier, is dat vaak een teken van bewustwording. Let’s go!

Om die interesse te versterken kun je er boekjes over lezen. Er zijn veel boeken over zindelijkheid. Kies een boek met een hoofdpersoon die herkenbaar is voor je kind. Wij lazen bij mijn zoontje bijvoorbeeld Sem op het potje en Milan op het potje. Zo werd het onderwerp op een speelse manier herkenbaar. Het juiste moment komt vanzelf, als je kind nieuwsgierig is en wil meedoen. Bij mijn dochter was dit moment er eerder (1,5 jaar), maar toen mijn zoontje 1,5 was, had hij nog helemaal geen interesse in het potje en wachtten we even. Met 2 jaar was het er ineens wél.

Plezier van ‘samen zijn’ op het potje

Wat bij ons thuis goed werkte, was om het potje niet te koppelen aan moeten, maar aan plezier. We maakten er altijd een gezellig moment van. Soms met een boekje, soms met een klein spelletje of zelfs een doosje rozijntjes (ideaal, want dat duurt lekker lang om leeg te peuteren). Bij het potje had ik een mandje met leuke boeken en speelgoedjes die we samen bekeken.

De focus lag niet op het resultaat, maar op het samen zijn. Ik las bijna altijd voor terwijl mijn kind op het potje zat. Zo werd het iets leuks, in plaats van iets wat “moest”. De timing hielp daarbij: meestal komt de plas zo’n 15 à 20 minuten nadat je kind iets heeft gedronken. Dat werd bij ons het “potjesmoment” waarbij we even samen lezen of spelen terwijl mijn zoon of dochter op het potje zat.

Het gaat er dus om dat het potjesmoment ‘aantrekkelijk is’. En ik bedoel niet met het mooiste of duurste potje, maar je maakt het ‘moment‘ speciaal. Waardoor het een plek is waar het zo leuk is om te zijn, omdat het een moment is van samen lezen, spelen of zingen!

Zorg ervoor dat je zelf de rust en tijd hebt

In het begin deden we dit één keer per dag, daarna steeds vaker. Belangrijk is vooral dat je er zelf de rust voor hebt. Een gehaaste ochtend vlak voor je naar je werk vertrekt is zelden een succesmoment. Kies liever momenten waarop je echt tijd hebt om samen te zitten, zoals na het fruithapje of na de lunch (vergeet ook niet voor jezelf een kopje koffie of thee mee te nemen: zo heb je rust om er even bij te zitten en wordt het ook voor jou aantrekkelijk). Zie het als een investering: even wat meer geduld nu, bespaart straks heel wat luiers en schoonmaakmomenten.

Timing is alles: het gouden moment

Wanneer je kind na een paar keer oefenen met plezier op het potje zit, is het wachten op de eerste succeservaring. De kans daarop is het grootst ongeveer 15 minuten na het drinken of vlak na het wakker worden. Door juist die potjesmomenten bewust te plannen, vergroot je de kans op een succeservaring met een plasje in het potje enorm.

Joepie! De eerste succeservaring

En dan is daar ineens dat magische moment: tijdens het voorlezen hoor je iets in het potje vallen. Een plasje! Soms helpt het om zachtjes te zeggen: “Goed zo, ga maar door met plassen.” En daarna natuurlijk een complimentje (niet té overdreven). Laat merken dat je trots bent, zonder er meteen een prestatie van te maken. Vaak vinden kinderen het heel interessant om te zien wat er in het potje zit en wat je er mee doet. Mijn zoontje wilde bijvoorbeeld altijd graag zelf zijn plasje in de wc gooien.

Signalen herkennen en ongelukjes horen er bij!

Probeer bewust te observeren welke signalen je kind geeft: even stil worden, beetpakken, wiebelen… allemaal tekenen dat er mogelijk een plasje aan komt. Probeer die momenten te pakken door zonder druk door bijvoorbeeld te zeggen: “Zullen we even een boekje lezen op het potje?” Als er niks komt, is dat ook prima. En als er een ongelukje gebeurt, reageer rustig: “Geeft niks, we gaan nog even op het potje zitten.” Vaak helpt dat om het restje toch nog kwijt te raken (soms schrikken kinderen van een ongelukje en houden de rest van hun plas op; door daarna nog even op het potje te gaan, komt dit er meestal alsnog uit).

Ongelukjes horen erbij. Door er ontspannen mee om te gaan, blijft je kind zelfvertrouwen houden.

Handige tips

  • Luierbroekjes vond ik in deze fase handiger dan gewone luiers. Ze gaan makkelijker aan en uit en geven je kind het gevoel van ‘zelf doen’.
  • Sommige kinderen vinden het prettiger om direct op de wc te gaan met een wc-bril verkleiner, omdat ze dat bij volwassenen zien.
  • Laat je kind bij jou of een oudere broer of zus meekijken. Kinderen leren zóveel van voordoen en nadoen.
  • Let op voldoende drinken. Als kinderen weinig drinken, plassen ze ook minder en wordt oefenen lastiger.
  • Zorg voor een vaste plek. Laat het potje op dezelfde plek staan waar je oefent, zodat het herkenbaar en veilig voelt.
  • Kleding die makkelijk uitgaat. Vermijd lastige knoopjes en strakke leggings. Een elastische broek helpt je kind om het zelf te kunnen doen.

Zindelijk voor de basisschool én zelf afvegen!

Voordat je kind naar de basisschool gaat, moet het overdag zindelijk zijn én zichzelf kunnen afvegen. De juf heeft daar immers geen tijd voor. Vooral bij het poepen is het belangrijk dat kinderen dit zelf kunnen! Laat je kind in de oefenfase eerst zelf afvegen en veeg eventueel nog even na. Door het stap voor stap samen te doen (voordoen – samen doen – nadoen), krijgt je kind de handigheid én het vertrouwen om het zelf te kunnen.

Engelengeduld, maar het is het waard!

Bij allebei mijn kinderen was zindelijk worden een proces wat veel geduld van mij als ouder vroeg (ik heb wat op mijn knieën naast het potje zitten voorlezen de eerste weken), maar het was het dubbel en dwars waard om door te zetten. Want achteraf was het moment van zindelijk zijn er ineens. Zodra ze het door hebben gaat het super snel! Ik heb veel geleerd van het boek ‘Zindelijk maken is kinderspel’ (Debby Mendelsohn), die de vijf stappen van zindelijk worden helder en eenvoudig beschrijft.

Een terugval…

Soms lijkt je kind helemaal zindelijk, en ineens zijn er weer ongelukjes. Een terugval komt vaak voor bij veranderingen, zoals de komst van een broertje of zusje (soms zelfs nog een half jaar daarna!), verhuizing of een verandering op de peuterspeelzaal. De oorzaak kan ook liggen in vermoeidheid (geen middagslaapje meer) of het niet lekker in zijn/haar vel zitten. Kortom er is bijna altijd een oorzaak en probeer deze te achterhalen.

Even een stapje terug en méér nabijheid

Vaak helpt het om je kindje extra aandacht te geven en wellicht weer wat meer te helpen (meer nabijheid geeft veiligheid). Soms betekent dit ineens weer een verhaaltje bij het plassen voorlezen, ook als je dat voorheen niet deed. Door een stapje terug te zetten laat je zien dat je er bent voor je kind. (denk ook nog terug aan de babytijd: wanneer kinderen een sprongetje maken in hun ontwikkeling, hebben ze vaak daarvoor een periode van terugval in jonger gedrag en zoeken ze meer jouw nabijheid). Reageer rustig en stel je kind gerust: “Geeft niks, dat kan gebeuren.” Blijf de routine vasthouden en geef vertrouwen en extra nabijheid.

Het is geen wedstrijd

Zindelijk worden is geen wedstrijd om je kind zo snel mogelijk uit de luiers te hebben. Ieder kind heeft zijn eigen ritme, en dat mag. Zie je dat er een verhuizing, een nieuwe baan of een onrustige periode aankomt? Wacht dan gerust nog even met beginnen. Zindelijk worden vraagt rust, aandacht en een ontspannen sfeer. Kijk vooral naar je kind: nieuwsgierigheid en motivatie zijn de beste startpunten… niet de kalenderleeftijd.

Deze blog is geschreven door Shelby Vos-van Andel, leerkracht, intern begeleider en gedragsspecialist in het basisonderwijs. Na het afronden van de PABO verdiepte ze zich in gedrag en begeleiding met de Master SEN (Special Educational Needs). Vanuit haar ervaring in de klas én als moeder van Fayenn (6) en Mace (3), schrijft ze onder de naam ‘Juf Shelby‘ over opvoeding, onderwijs en gedrag.

Geraadpleegde bronnen:

Mendelsohn, D. (2012). Zindelijk maken is kinderspel: Met anderhalf jaar uit de luiers. Forte Uitgevers.