Metriek stelsel

Sarah

Hoeveel is een centimeter is een meter? En wat is groter: een liter of een milliliter? Geen zorgen, je bent niet de enige die er soms geen meter van snapt! Gelukkig hebben we het metrisch stelsel: een superhandig systeem waarmee we dingen kunnen meten — van lengte, gewicht tot inhoud. Duik samen met ons in de wereld van het metrisch stelsel.

Metriek stelsel

Het metriek (of metrisch) stelsel is een internationale manier om dingen te meten zoals lengte, gewicht en inhoud. Dat betekent dat bijna alle landen in de wereld het gebruiken, zodat iedereen op dezelfde manier meet.

Waarom gebruiken we het metrisch stelsel?
Het werd in de 18e eeuw bedacht om overal op dezelfde manier te meten. Daardoor kunnen mensen uit verschillende landen elkaar beter begrijpen, vooral in de wetenschap, handel en techniek. Daarom is het nu de wereldwijde standaard – bijna elk land gebruikt het. Er zijn verschillende soorten, hieronder zetten we ze op een rijtje en vooral hoe je ermee rekent!

Lengtematen

Hiermee bereken je (het woord zegt het al) de lengte. Er zijn verschillende soorten lengtematen:

  • 1 kilometer (km) – 1000 meter
  • 1 hectometer (hm) – 100 meter
  • 1 decameter (dam) – 10 meter
  • 1 meter (m) – 100 centimeter
  • 1 meter (m) – 10 decimeter
  • 1 centimeter (cm) – 10 millimeter

Ezelsbruggetje
Met dit ezelsbruggetje onthoud je makkelijk de volgorde (van groot naar klein):

Karel Heeft De Mooiste Dikke Chocolade Muffin.
Of
Kan Het Dametje Met De Centimeter Meten.

Elke letter staat voor een lengte. K is van kilometer, H is van hectometer, D is van decameter, M is van meter, C van centimeter en de M van Millimeter.
Het is maar net welke je leuker vindt, ze doen allebei hetzelfde. Of bedenk er samen een!

Door deze ezelsbruggetjes weet je dat er tussen kilometer en centimeter vier andere maten zitten, namelijk hectometer, decameter, meter en decimeter. Voor alle meeteenheden zijn ezelsbruggetjes te vinden of te bedenken!

Rekenen met de meeteenheid is simpel als je onthoudt dat de grootte tussen iedere stap 10 is. Dat doe je zo:

Vraag:
Stel je voor dat je een superlange glijbaan hebt van 5.000.000 millimeter. Hoeveel kilometer lang is die glijbaan?

5.000.000 mm ÷ 10 = 500.000 centimeter (cm)
500.000 cm ÷ 10 = 50.000 decimeter (dm)
50.000 dm ÷ 10 = 5000 meter (m)
5000 m ÷ 10 = 500 decameter (dam)
500 dam ÷ 10 = 50 hectometer (hm)
50 hm ÷ 10 = 5 kilometer (km)

Antwoord:
De glijbaan is 5 kilometer lang! Misschien kan je kind wel naar school glijden, pret gegarandeerd! En jij hoeft niet meer mee. (Alhoewel zo’n lange glijbaan wel echt te gek is natuurlijk!)

Inhoudsmaten

Op naar de inhoudsmaten, want ook daar gaat je kind mee aan de slag. Er zijn verschillende soorten inhoudsmaten:

  • 1 kiloliter (kl) – 1000 liter
  • 1 hectoliter (hl) – 100 liter
  • 1 liter (l) – 10 deciliter
  • 1 deciliter (dl) – 10 centiliter
  • 1 centiliter (cl) – 10 milliliter
  • 1 milliliter (ml) – 10 microliter (µl)

Net als bij lengte kun je dus stap voor stap delen of vermenigvuldigen met 10 om te rekenen tussen de eenheden.

Vraag:
Stel je voor dat je een grote kan hebt met 5000 milliliter (ml) limonade. Je wilt weten hoeveel liter limonade je hebt. Kun je het omrekenen?

5.000 ml ÷ 10 = 500 cl
500 cl ÷ 10 = 50 dl
50 dl ÷ 10 = 5 liter

Antwoord: 5 liter. Tenzij je een hele flinke blaas hebt, is het genoeg om op een warme zomerdag met je kind te delen!

Gewichtsmaten

De laatste in rijtje: de gewichtsmaten.

  • 1 kilo (kg) – 1000 gram
  • 1 hectogram (hg) – 100 gram
  • 1 decagram (dag) – 10 gram
  • 1 gram (g) – 1000 milligram
  • 1 decigram (dg) – 10 milligram
  • 1 centigram is (cg) – 0,01 gram
  • 1 milligram is (mg) – 0,001 gram

Net als bij lengte en gewicht kun je dus stap voor stap delen of vermenigvuldigen met 10 om om te rekenen tussen de eenheden.

Vraag:
Stel je voor dat je een grote zak snoep hebt van 500.000 milligram. Je wil weten hoeveel kilogram snoep je hebt. Kun je het omrekenen?

500.000 mg ÷ 10 = 50.000 decigram (dg)
50.000 dg ÷ 10 = 5.000 centigram (cg)
5.000 cg ÷ 10 = 500 gram (g)
500 g ÷ 10 = 50 decagram (dag)
50 dag ÷ 10 = 5 hectogram (hg)
5 hg ÷ 10 = 0,5 kilogram (k)

Antwoord:
0,5 kilo snoep (niet in een keer opeten hoor!).

Meten is weten

Heb je de basisprincipes weer door? Mooi, dan kun de kennis van jouw kind weer bijbenen. Blijf rekenen, blijf uitdagen en vooral: blijf het leuk maken! Wist je dat je kind stiekem ook veel rekent in games? In bijvoorbeeld Minecraft komt hij veel in aanraking met meetkunde. Uiteraard kan er ook genoeg worden geoefend op Squla!

(Er zijn trouwens nog andere meeteenheden. Temperatuur, oppervlaktes en tijd horen er ook bij.)

Ontdek motiverende quizzen en games.
Twijfel je? 14 dagen geldteruggarantie!