Kies je groep
Peuters
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
Alle vakken
Kies je groep
Gaat je kind op school aan de slag met het ontleden van zinnen? Dan komt de bijwoordelijke bepaling ook voorbij! Weet je kind nog niet precies wat de bijwoordelijke bepaling is en hoe je deze moet herkennen? Geen zorgen! Deze pagina geeft je alle informatie die je nodig hebt om je kind verder te helpen en Squla staat boordevol quizzen en games om uitgebreid te oefenen met zinsontleding.
Een bijwoordelijke bepaling geeft extra informatie over wanneer, waar, hoe of waarom iets gebeurt in een zin. Een bijwoordelijke bepaling is dus een onderdeel van een zin dat extra informatie geeft over de handeling in de zin.
Bijvoorbeeld:
‘Ik ga morgen naar school.’ (wanneer)
‘Hij rent snel weg.’ (hoe)
‘Zij ligt te zonnen in de tuin.’ (waar)
‘Hij draagt een regenjas om niet nat te worden.’ (waarom)
Verwarrend! Bijwoordelijk en bijvoeglijk. Je haalt deze twee woorden snel door elkaar. Je kind kan het misschien beter onthouden door te bedenken dat de bijwoordelijke bepaling een aantal extra woorden (‘bijwoorden’) zijn die je meer informatie geven over de handeling in de zin. De bijwoordelijke bepaling zegt iets over de handeling (werkwoord), terwijl de bijvoeglijke bepaling iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
Er zijn een aantal manieren om je kind te helpen bij het leren vinden van de bijwoordelijke bepaling.
Bijvoorbeeld:
‘We eten om 18:00 uur.’
Wanneer eten we? (tijd)
‘De kinderen spelen op het schoolplein.’
‘Waar spelen de kinderen? (plaats)
‘Hij praat heel zachtjes.’
‘Hoe praat hij?’ (manier)
‘Hij bleef thuis vanwege de regen.’
‘Waarom bleef hij thuis?’ (reden)
Bijvoorbeeld:
‘We eten om 18:00 uur.’
Wordt zonder extra informatie > ‘We eten’.
De bijwoordelijk bepaling is dus ‘om 18:00 uur’.
Let op! In een zin kan meer dan één bijwoordelijke bepaling zitten. Bijvoorbeeld:
Na schooltijd ging hij met de bus naar huis.
• Wanneer? → na schooltijd → bijwoordelijke bepaling van tijd.
• Waarmee? → met de bus → bijwoordelijke bepaling van middel.
• Waar naartoe? → naar huis → bijwoordelijke bepaling van plaats.
Leg uit aan je kind dat de bijwoordelijke bepaling je extra informatie geeft over de handeling in de zin. Er zijn verschillende bijwoordelijke bepalingen, onder andere: bepalingen van tijd, bepalingen van plaats, bepalingen van wijze en bepalingen van reden. In onderstaand schema staan voorbeelden van bijwoordelijke bepalingen per categorie:
Voorbeelden |
---|
gisteren, morgen, over een uur, tijdens de vakantie |
op school, in de tuin, onder de tafel |
langzaam, met veel plezier, zonder twijfel |
door de regen, vanwege de file, uit angst |
Je kind moet een zin ontleden en de bijwoordelijke bepaling onderstrepen. Hoe ontdek je waar deze staat? Daar is een simpele truc voor! Het draait allemaal om het stellen van de juiste vragen. Stel je vraag op basis van de persoonsvorm, het onderwerp en de rest van het gezegde. Bijvoorbeeld: Wanneer gebeurt het? Hoe gebeurt het? Waar gebeurt het? Waarom gebeurt het?
Dit is het stappenplan dat je moet volgen:
Stap 1: Zoek het werkwoord in de zin.
Stap 2: Vraag ‘wanneer’, ‘waar’, ‘hoe’ of ‘waarom’.
Stap 3: De woorden die antwoord geven, zijn de bijwoordelijke bepalingen.
Ben je na het stellen van de vraag nog steeds niet helemaal zeker. Volg dan nog twee stappen!
Stap 4: Kun je het zinsdeel weglaten en blijft de zin dan grammaticaal correct?
Stap 5: Kun je het zinsdeel verplaatsen zonder dat de zin raar klinkt?
Grote kans dat je kind de bijwoordelijke bepaling nu gevonden heeft!
Nog even oefenen: welke woorden in de volgende zinnen zijn bijwoordelijke bepalingen? Gebruik de 5 stappen!
Opdracht 1
‘Jan fietst snel naar huis.’
Opdracht 2
‘We gaan morgen naar de bioscoop.’
Antwoorden
Opdracht 1:
Er zijn twee bijwoordelijke bepalingen in deze zin:
snel
→ Antwoord op de vraag: Hoe fietst Jan?
→ Bijwoordelijke bepaling van wijze
naar huis
→ Antwoord op de vraag: Waarheen fietst Jan?
→ Bijwoordelijke bepaling van plaats
Opdracht 2:
Er zitten twee bijwoordelijke bepalingen in deze zin:
morgen
→ Antwoord op de vraag: Wanneer gaan we?
→ Bijwoordelijke bepaling van tijd
naar de bioscoop
→ Antwoord op de vraag: Waarheen gaan we?
→ Bijwoordelijke bepaling van plaats
Lukt het nog niet? En wil je snel beter worden in grammatica? Oefen spelenderwijs met de bijwoordelijke bepaling op Squla!
Een bijwoordelijke bepaling geeft extra informatie over wanneer, waar, hoe of waarom iets gebeurt.
Door vragen te stellen als wanneer, waar, hoe en waarom bij de werkwoorden in de zin.
Een bijwoordelijke bepaling zegt iets over de handeling (werkwoord), terwijl een bijvoeglijke bepaling iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
Ontvang nu tijdelijk hoge korting op Squla.