Telwoorden

Wanneer je kind aan de slag gaat met het ontleden van zinnen, krijgt hij vroeg of laat ook te maken met telwoorden. Met deze woorden wordt een aantal of een volgorde aangegeven. Als je kind zinnen op de juiste manier taalkundig wil ontleden, is het van belang dat hij weet welke woorden binnen deze woordgroep vallen. Daarom lees je op deze pagina alles wat je moet weten over telwoorden. Er wordt stilgestaan bij de soorten telwoorden, je krijgt antwoord op veelgestelde vragen en je kind kan oefenen met telwoorden.

Soorten telwoorden

Als er een woord in een zin staat dat een aantal of volgorde aangeeft, gaat het om een telwoord. Je moet alleen wel weten dat er verschillende soorten telwoorden zijn. Je kind krijgt te maken met hoofdtelwoorden en rangtelwoorden. Een telwoord kan bepaald of onbepaald zijn. Hieronder staan de soorten telwoorden op een rijtje en volgt een korte uitleg met voorbeelden bij iedere soort.

  • Bepaald hoofdtelwoord
  • Onbepaald hoofdtelwoord
  • Bepaald rangtelwoord
  • Onbepaald rangtelwoord

Bepaalde hoofdtelwoorden

Een bepaald hoofdtelwoord geeft een precies aantal aan. Voorbeelden van bepaalde hoofdtelwoorden zijn: 

  • één
  • twee
  • drie
  • honderd
  • duizend
  • miljoen

Onbepaalde hoofdtelwoorden

Bij een onbepaald hoofdtelwoord, weet je niet om welke hoeveelheid het gaat. Voorbeelden van onbepaalde hoofdtelwoorden zijn:

  • veel
  • meer
  • minder
  • enige
  • enkele
  • zoveel

Bepaalde rangtelwoorden

Kan je kind uit een rangvolgorde precies opmaken om de hoeveelste het gaat? Dan is er sprake van een bepaald rangtelwoord. Voorbeelden van bepaalde rangtelwoorden zijn: 

  • eerste
  • tweede
  • achtste
  • twintigste
  • honderdste
  • duizendste

Onbepaalde rangtelwoorden

Waar je kind bij bepaalde rangtelwoorden precies weet om de hoeveelste het gaat, is dit bij onbepaalde rangtelwoorden niet het geval. Voorbeelden van onbepaalde rangtelwoorden zijn: 

  • laatste
  • zoveelste
  • hoeveelste
  • middelste

Hoofdtelwoorden en rangtelwoorden samengevat in tabel

Ziet je kind door de bomen het bos niet meer? Dan biedt de onderstaande tabel uitkomst. Hierin worden de soorten telwoorden met daarbij de betekenis en een aantal voorbeelden op een overzichtelijke manier weergeven. Laat deze tabel ook vooral aan je kind zien en neem hem samen door. Dit helpt je kind vast en zeker om de verschillende soorten telwoorden uit elkaar te houden.

Soort telwoord

Betekenis

Voorbeelden

Bepaalde hoofdtelwoorden

Je weet precies hoeveel

vijf, tien, vijftig, driehonderd

Onbepaalde hoofdtelwoorden

Je weet niet precies hoeveel

veel, weinig, minder, meer

Bepaalde rangtelwoorden

Je weet precies om de hoeveelste het gaat in een rangvolgorde

eerste, vierde, twintigste, honderdste

Onbepaalde rangtelwoorden

Je weet niet precies om de hoeveelste het gaat in een rangvolgorde

middelste, zoveelste, laatste, hoeveelste

Oefenen met telwoorden

Wat voor een soort telwoord is ‘één’? En tot welke soort telwoord behoort ‘laatste’? En is het woord ‘beide’ ook een telwoord? Op Squla oefent je kind in de verschillende quizzen met de verschillende telwoorden. Hier leert je kind niet alleen op een leuke manier, maar oefent hij ook op zijn eigen tempo. Extra bijkomstigheid is dat het niveau automatisch wordt aangepast op basis van de quizzen die je kind speelt. Wordt hij steeds beter in telwoorden? Dan worden de vragen telkens iets moeilijker. Je kind beantwoordt overigens niet alleen vragen, maar krijgt ook leuke en handige weetjes over de verschillende soorten telwoorden die er zijn.

Veelgestelde vragen over telwoorden

Telwoorden zijn woorden die een aantal of een volgorde aangeven. Binnen de telwoorden wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdtelwoorden en rangtelwoorden. Beide soorten worden onderverdeeld in bepaalde en onbepaalde telwoorden. 

Bepaalde hoofdtelwoorden zijn woorden die een exact aantal aangeven. Je kind weet precies om welk aantal het gaat als er een bepaald hoofdtelwoord in een zin staat. Voorbeelden van bepaalde hoofdtelwoorden zijn ‘drie’, ‘zeven’, ‘veertien’ en ‘twintig’.

Wanneer er geen exact aantal bekend is, is er sprake van een onbepaald hoofdtelwoord. Je kind weet dus niet precies om hoeveel het gaat. ‘enkele’, ‘enige’, ‘meer’ en ‘weinig’ zijn voorbeelden van onbepaalde hoofdtelwoorden. 

Rangtelwoorden geven een bepaalde volgorde weer. Als het om een bepaald rangtelwoord gaat, weet je kind precies om de hoeveelste in een rij het gaat. Voorbeelden van bepaalde rangtelwoorden zijn ‘derde’, ‘negende’, ‘tweehonderdste’ en ‘duizendste’.

Als je kind een woord tegenkomt dat een rangvolgorde in een rij weergeeft maar hij niet precies weet om de hoeveelste het gaat, is er sprake van een onbepaald rangtelwoord. Voorbeelden van onbepaalde rangtelwoorden zijn ‘laatste’ en ‘zoveelste’.